zaterdag 8 oktober 2011

Rond "Het Stuwmeer"

We willen vroeg vertrekken maandag 3 oktober, maar de autoverhuurder vindt half 9 al heel vroeg voor een aflevering in Domburg. Echt op zijn Surinaams komt de auto pas na negenen. Nou ja… we hebben vakantie.
In twee uurtjes rijden we naar het Brokopondo stuwmeer, eigenlijk dr. Ir. J.W. van Blommesteinmeer geheten (afgekort tot “het stuwmeer”, er is hier maar 1) . Het is enorm groot volgens de kaart, het hoogte verschil is echter niet meer dan 25 meter. En volgens de krant zijn de turbines inefficiënt. De elektriciteit was voor de bauxiet verwerking, maar dit vindt vrijwel niet meer plaats in Suriname. Daarvoor moesten dus al die bosnegers verhuizen naar de trieste transmigratie dorpen rond het meer, zonder middelen van bestaan. Vroeger konden ze leven van de rivier en de kostgrondjes in de jungle, net zoals dat in Boven-Suriname nog steeds gebeurt. Nou ja, nu heeft Paramaribo tenminste elektriciteit….. Het is wel een mooi gezicht, de dam en dan de grote rivier die erachter ontstaat, zie hierbovem.

Het meest populaire natuurpark in Suriname, Brownsberg, ligt aan het stuwmeer; de reisgids belooft prachtige uitzichten over het meer. De weg omhoog is heel slecht onderhouden. Bij het steilste stuk staat de lege bus van Djoser eenzaam naast de weg. De toeristen moesten de laatste kilometers lopen! Ook onze 4-wheel drive komt maar heel moeizaam omhoog. Het heeft geregend, er staan hele plassen die de weg extra glad maken. We twijfelen zelfs even of de 4 wiel aandrijving van onze prachtige Pajero het wel goed doet!  Boven is het uitzicht inderdaad magnifiek! Het is een bijzonder gezicht al die dode bomen die ook na 40 jaar nog boven het water uitsteken.
Telefonisch hebben we een huisje met keuken en 2 slaapkamers besproken. Het ligt inderdaad prachtig, zo’n 5 minuten lopen het bos in met een groot terras. Helaas is het niet schoon gemaakt en ernstig verwaarloosd. De keuken inventaris is zeer minimaal. Het beheer is dan ook in handen van een overheidsinstantie! Er zijn hier een groot aantal slecht onderhouden gebouwen,  de jungle groeit er soms al weer bijna overheen. Het WNF heeft meebetaald, volgens het bord. Het lijkt me weggegooid geld.
De (minimale!) schoonmaakbeurt komt er in de loop van de middag net als schone lakens. Na de meegebrachte lunch, zie de foto hiernaast, gaan we wandelend de omgeving verkennen. Er zijn mooie uitzichtpunten en een leuke rondwandeling over de berg. We horen een oorverdovend brullend lawaai! Navraag bij de beheerder leert dat dit inderdaad brulapen zijn! Daar hadden we wel over gelezen maar nog niet gehoord. Ook de leuke “klok” geluiden van de padden tegen zonsondergang, geven ons het gevoel midden in de jungle te zitten.  Na een heerlijk avondmaal en een spelletje Tantrix zoeken we vroeg ons bed op.
De volgende ochtend bij zonsopgang wordt ik gewekt door een oorverdovend "concert" van de brulapen, het lijkt wel of ze vlak naast ons huisje zitten. Als ik buiten ga kijken is het weer stil en zie ik niets, dus geniet ik van de zonsopgang boven het meer.
Gelukkig vinden we een geschikte pan in het buurhuisje, zodat Nils heerlijke roerei kan maken voor het ontbijt.  Als alles is opgeruimd en ingepakt gaan we op weg naar  de Irene waterval. Helaas de steekvliegen, kenmerkend voor de droge tijd hier, zijn zó lastig  dat we na een kwartiertje omkeren en koers zetten naar Ston eiland.
Dit park ligt direct aan het meer,vanuit het terras van ons huisje kijken we zo op het meer. Er staat een heerlijk verkoelend windje. Het park is prima onderhouden, er wordt volop bijgebouwd. De Djoser groep is er ook. We kletsen wat en realiseren ons weer eens hoe bijzonder het is, dat we niet maar een paar weekjes op reis zijn, maar eigenlijk net zo lang als we zelf willen!
Het ondiepe water van het meer is heerlijk lauw-warm, vind ik tenminste; net een badkuip! We wandelen wat en maken er verder een luie middag van. Claude en Rolf leren ons een Duits kaartspel, Doppelkopf. Het is ingewikkeld én ik krijg slechte kaarten, frustrerend!
Woensdag rijden we alsnog naar Jodensavanne, dat kan nu prima met de 4wheel drive. Het ligt aan de andere kant van de Suriname rivier. De brug over de rivier is nooit afgemaakt, 2 jaar geleden is een schip tegen een van de pijlers gevaren en is het brugdek ingestort, zie de foto hiernaast. Het is niet duidelijk wie moet betalen, de rechtszaak loopt nog.
De oude krakkemikkige veerpont doet nog steeds dienst. De op- en afrijklep wordt met de hand bediend, zie hiernaast.  

We lopen stil rond op de prachtig onderhouden plek waar in de 17/de  eeuw de grootste Joodse Gemeenschap op het Westelijk halfrond stond. Er zijn een groot aantal graven en de synagoge is deels gerestaureerd. Een naburig indianen dorp zorgt nu voor het onderhoud en heft ook een pittige entree. Prima dat ze ook een inkomstenbron hebben.

We eten onze laatste lunch-hapjes in Blaka Watra, de zwarte water kreek, de zwarte kleur komt van de bladeren,. Dit is populair in het weekend, gezien alle overdekte hutjes. 
De toiletten weerspiegelen ook hier de kwaliteit van de dienstverlening in Suriname, zie hier links. Geen probleem, de kreek en het bos zijn vlakbij! 
We doen boodschappen bij de luxe Tulip supermarkt en scoren verse groenten, heerlijke speculaasjes, oude kaas en vullen onze wijnvoorraad aan. Na een lekkere Chinese maaltijd, de beste in tijden, slapen we als rozen in onze eigen bedden.

Geen opmerkingen: