woensdag 28 mei 2014

Genieten van boven en onder water


Uitzicht bij Tongue Point

Het blijft mooi weer, wat een weelde, we genieten. We varen een stukje verder langs het prachtige witte strand van White Haven en kunnen vanwege het rustige weer gewoon ankeren voor de wandeling naar “Tongue Point”. Het is te merken dat het zondag is, er zijn ontzettend veel mensen op dit prachtige strand bij dit schitterend uitzichtpunt. Het is dan ook een bijzondere aaneenschakeling van alle kleuren blauw en turquoise; het spierwitte strand steekt er prachtig bij af. 

Het water is zo helder dat we de roggen zien zwemmen. Het is aflopend tij, de verschillende stranden die we vanuit het uitzichtpunt zien, worden langzamerhand groter; boeiend.


De wielen van Peltje komen goed van pas

Na de wandeling gaan we meteen anker op; met een uurtje varen kunnen we bij het mooiste snorkelplaatsje hier zijn in Pinnacle Bay, alleen goed voor rustig weer en dat hebben we eindelijk! Hopelijk is er een meerboei vrij, want het is er te diep om te ankeren. Het is er inderdaad prachtig zowel boven als onder water. Door het rustige weer is het zicht prima. 

Mosselen in veel kleuren

Tussen het prachtige koraal zit hier veel vis en veel verschillende soorten. Er zijn veel soorten papegaaivissen, ook hele grote; gele stekelvissen en grote, geelblauwe angelvissen. Het nieuwe boek van Sinterklaas over de rifvissen komt prima van pas. We identificeren wel acht verschillende nieuwe soorten.


Pinnacle Bay

Volgens onze pilot is deze plek niet beschut genoeg om ‘s nachts te blijven liggen. We gaan een baaitje verder, er is nog net een meerboei vrij. Ook in deze baai , Manta Ray Bay, is het mooi snorkelen, volgens de pilot. We liggen dan ook al om negen uur in het water. Helaas is hier het zicht beduidend minder, maar we zien wel grote scholen kleine sardientjes en kleine tonijn-achtigen. Ik, Hanneke, zie ook nog vier grote pijlinktvissen; mooi!


Veelkleurig koraal

Om half tien is de eerste tourboot er al, een half uurtje later komt een tweede boot de baai binnen varen. Aan deze meerboeien mag je eigenlijk maar twee uur liggen. We gaan dus anker op. De komende dagen wordt de wind hier minder, dus besluiten we meteen maar van het laatste restje wind gebruik te maken en naar het Hinchinbrook Channel te varen, ruim 160 mijl verder naar het noorden, een nachtje doorvaren.

Het wordt een gemakkelijke tocht, de wind is achter, we deinen over de golven. Dinsdag op het eind van de middag zijn we bij Orpheus Eiland, waar we ons anker uitgooien. Immers het kanaal willen we niet in het donker binnen varen. Hoe ‘s Avonds genieten we van een heerlijk stuk verse vis van zelf gevangen makreel.


Ingang kanaal met suiker opslagplaats

Woensdag ochtend bekijken we een beetje ongerust het bruine water van de ingang. De boei die er zou moeten liggen is in geen velden of wegen te bekennen. Gelukkig ziet Nils wel de lichten die de invaartroute aangeven. Toch blijft het spannend: een relatief ondiep, onbekend kanaal binnenvaren. Dan denk ik altijd: waarom doen we dit eigenlijk, waarom blijven we niet lekker veilig op de diepe zee? 

In het Hinchinbrook Channel

Maar als we na een spannend half uurtje binnen zijn, is het zeker de moeite waard. Hoge bergen rijzen op aan beide kanten van dit kanaal; de zon tovert allerlei licht- en schaduwplekken op het water, op de mangrovebossen en de bergen er achter.
Om drie uur gooien we ons anker uit voor een van de kreken. Met Peltje maken we een aardige tochtje de kreek in. Het is er breed en wat monotoon. Aan alle kanten mangroves met hier en daar een kreeftenval. En natuurlijk hartstikke veel kleine mugjes die het vooral op Nils gemunt hebben. Gelukkig ligt de Pélagie in het hoofd-kanaal, vrij ver van de oevers.


Morgen varen we nog een nachtje door direct naar Cairns.


Geen opmerkingen: