zondag 1 februari 2015

Door de inktzwarte tunnel van Ko Muk


De Pelagie gaat voor anker bij Ko Muk

Samen met Sharon en Mat van de Sweet Surrender varen we op vrijdag 30 januari vijf mijl verder naar het noorden naar de westkust van Koh Adang. Het prachtige lange, witte zandstrand steekt af tegen de hoge groene bergen. Ervoor ligt koraal, het ankeren is gemakkelijk op 10 meter diepte; ruimte genoeg. 's Middags gaan we hier de onderwater wereld bekijken, het zicht is fantastisch, het koraal afwisselend, maar de hoeveelheid en verschillende soorten vis is niet heel groot. Het water is lekker warm, er valt genoeg te zien.
De volgende dag vertrekken we bij zonsopgang, hier rond 7:00 uur. Het is nog een lange tocht, 50 mijl, naar onze volgende bestemming Koh Muk. We moeten pal noord varen dus scherp aan de wind, immers hier waait op dit moment de Noord Oostpassaat. Het gaat prima, de Pélagie zeilt lekker door, met wel 6.5 knopen. Later op de ochtend draait de wind zelfs naar ruim half, nog later valt die helemaal weg. Gelukkig hebben we nog diesel genoeg.
De ingang van de grot
Om vier uur zijn we er al en besluiten meteen te ankeren en de tunnel te gaan bekijken. Zo laat op de middag zijn er waarschijnlijk weinig of geen toeristenbootjes meer. Het is wel spannend, moeten we door de pikdonkere tunnel zwemmen, of kunnen we met Peltje peddelen? We zijn op alles voorbereid: zwempakken aan, onderwatercamera en waterdichte zaklamp mee, onze brillen goed vast aan touwtjes. Als we bij de opening aankomen, komt er net een kano uit. Dan gaat het met Peltje misschien ook wel lukken. Langzaam peddelen we de grotopening in.
Onze nieuwe onderwater zaklamp geeft veel te weinig licht! Ook de tweede waterdichte zaklamp doet het niet goed genoeg. Gelukkig zit er een kano achter ons met wel een licht, maar een beetje eng is het wel, zo in het donker. Het is smal en laag en misschien zijn er wel scherpe uitsteeksels waar we Peltje niet aan willen wagen. Voorzichtig peddelen we verder, een spannend avontuur, zeker als we ook nog tegenliggers ontmoeten. Na een minuut of 10 zien we letterlijk licht aan het eind van de tunnel. 
De "kamer" Hoon" in het Thais, na de grot
Het water komt uit bij een klein zandstrandje waar  groene begroeide muren zeker 100 m omhoog rijzen, indrukwekkend! De ruimte is niet heel groot, dus na een kwartiertje rondlopen peddelen we in het vrijwel donker weer terug; nu zit er geen fel licht achter ons. Gelukkig komen we weer veilig en heelhuids buiten. We besluiten meteen de volgende ochtend met goede zaklampen terug te komen.
DE Pelagie is heel klein bij deze hoge rotswanden
Niet alleen de tunnel is hier spectaculair, ook vanuit zee rijzen rotswanden  honderden meters loodrecht omhoog. De Pélagie dobbert rustig achter haar anker voor een klein zandstrandje, waar we nog even de benen strekken. 's Nachts is het wat minder rustig, kleine lopen de baai binnen, maar ons anker houdt prima.
Vanaf het strand bij Ko Muk
De volgende ochtend zijn we al om acht uur onderweg naar de grot, dit keer met goede zaklampen en geen tegenliggers; we kunnen de druipsteen formaties, de vleermuizen en de gekke geluiden van de golven rustig bekijken en beluisteren. Nu we meer zien is het ook niet meer eng, maar erg bijzonder en indrukwekkend. Het is genieten geblazen.
In de grot
Terug op de Pélagie zetten we de broodmachine aan het werk, nadat we uit het meel de beestjes hebben gezeefd, in Phuket dus nieuw meel kopen.
Dan anker op en verder richting Phuket, naar Koh Lanta. Dit keer is er heel veel wind, er moet zelfs een rif in het grootzeil. Dat schiet op, nog voor de lunch liggen we voor het prachtige strand van in Koh Lanta. 
We varen langs de mooiste eilanden.
Zo dadelijk gaan we lekker wat wandelen en eten en kijken of er wifi is om dit bericht te versturen.

Geen opmerkingen: