zondag 1 januari 2006

Op de rem voor Galle

Na een paar dagen met lekker veel wind halverwege deze oversteek, valt de wind een beetje weg. Overdag maken we vaart met ons licht weer zeil, de halve winder, 's nachts zetten we de motor bij. Vandaag, maandag 16 maart is onze laatste dag op zee, morgen vroeg denken we in Galle in het zuiden van Sri Lanka aan te komen. Nu is er wel weer een lekker windje, niet meer van achteren maar wat meer van opzij dus gaan we te hard. Nu varen we met twee riffen in het grootzeil en een kleine fok de ruim 4 knopen per uur die we nodig hebben om morgenvroeg met licht in Galle aan te komen.

Deze hele tocht heeft de stroom ons prima geholpen met ongeveer éen knoop hebben we ongeveer een knoop méé, nu we willen afremmen is deze stroom natuurlijk wat minder welkom.

Het is te zien dat de Noord Oost passaat op zijn einde loopt. 's Avonds bouwen zich in de verte donkere wolken op, de bliksem schildert prachtige patronen op de avondhemel. De zesde nacht komt het onweer wel erg dicht bij! De bliksem is nu niet alleen ten zuiden van de Pélagie maar ook er vóór. Nu is ook de donder te horen, ook die lijkt dichter bij te komen. We hebben uitgebreid de tijd gehad om te bedenken wat we kunnen doen als het echt gaat onweren. Niets dus! Alleen onze draagbare computers, met navigatie programmatuur, kunnen in de oven die als een kooi van Faraday ze tegen de bliksem-inslag zou moeten beschermen. Dat doet Nils dus ook als in zijn wacht het onweer nóg dichterbij komt. Gelukkig blijft het bij een lekkere regenbui die het zout van de Pélagie spoelt.

Het is genieten van het rustige zeilen op deze tocht, tenminste zolang alles heel blijft. Ik word dan ook behoorlijk ongerust als op de achtste dag de Pélagie bij een windvlaag zachtjes begint te trillen. Dat was eerder toch niet zo? Zelfs in bed kan ik het voelen! Een structureel probleem, gaat de Pélagie uit elkaar vallen? Ik slaap er slecht van. De volgende ochtend zie ik dat de motoren niet in de versnelling staan. Zo gauw ik dat wel doe, en de schroeven dus niet meer mee draaien, is de trilling weg. Wat een opluchting! Misschien zit er iets in de schroef, dat hebben we al eerder gehad. In Galle maar even kijken.
Op ruim 250 mijl ten oosten van Sri Lanka zien we al de eerste Sri Lankaanse vissersboot. Die komt met een behoorlijke snelheid recht op ons afvaren; toch altijd een beetje eng! Voor de zekerheid leg ik toch maar onze Pepperspray klaar. De mannen op de boot zwaaien heel vriendelijke en houden een grote fles omhoog. Natuurlijk zwaaien we enthousiast terug. Als we het goed begrijpen, willen ze arrack, zelf gestookte rum van het sap van de bloem van de palmboom, ruilen voor sigaretten. We hebben geen sigaretten en zijn niet geinteresseerd in de arrack, dus na een vriendelijke groet, keren ze om. Wij blij dat we rustig verder kunnen varen. Ook andere vissersbootjes komen nieuwsgierig kijken naar de Pélagie. Helaas vaart er een zo dicht langs dat het aas van onze hengel breekt.

Het contact met de schepen achter ons, de Morning Glory en de Banana, via de korte-Golfzender verloopt moeizaam. We horen ze af en toe in de verte maar niet echt duidelijk. Misschien is de afstand te groot nu wij een aantal dagen zo veel mijlen hebben gemaakt. Wel wisselen we e-mail berichtjes uit, ook prima.
Iedere dag hebben we contact met de Geramar, de Nederlandse boot vlakbij. We zien ze een aantal keren en praten ook via de marifoon. Nu zijn ze sneller vooruit, zij gaan direct door naar de Malediven. Misschien zien we ze daar, misschien ook niet. Dan is er in Zuid Afrika weer een kans.

Nog één nachtje slapen, dan zijn we in Sri Lanka.

----------
radio email processed by SailMail
for information see: http://www.sailmail.com