maandag 25 mei 2015

Langs de kust naar het Zuiden

Carnaval in Nosy Be
Optocht achter een auto met muziek
Op woensdag 20 mei begint het muziekfestival in Nosy Be met een grote optocht 's middags om drie uur door de hoofdstraat, carnaval noemen de lokale mensen het. We gaan eten bij een lekker restaurantje met terras aan de hoofdstraat. Langzamerhand verzamelen zich de toeschouwers, sommigen met leuke hoedjes op en iedereen in zijn beste kleren. De optocht blijkt te bestaan uit plaatselijke verenigingen, bedrijven en scholen die achter een auto met muziek een dansje uitvoeren en soms stunts uithalen als op hun handen lopen of een radslag maken. 
De aankleding van de groepen is eenvoudig: papierenrokjes, simpele T-shirts, soms zijn de gezichten beschilderd. Iedereen heeft veel plezier en de toeschouwers vermaken zich prima, net als wij.
De toeschouwers vermaken zich prima!
De optocht gaat nog door de rest van het stadje, maar wij houden het voor gezien. Vanaf de Pélagie horen we de toespraken in het Frans en de muziek klinkt nog tot negen uur 's avonds, iedereen moet de volgende dag weer vroeg aan het werk.
Wij ook, want het wieltje van Peltje heeft het weer begeven! Daar balen we van, maar er zit niets anders op dan nog een keer terug te gaan en vragen of ze het nóg steviger kunnen repareren. 
De reparatie werksplaats buiten én binnen
De jongens zeggen ja en beloven ook de steunen van onze ventilator te repareren en de houder van het anker te lassen. Om half twaalf zou alles klaar zijn! Wij doen ondertussen boodschappen, ik ga eindelijk naar de kapper en om half twaalf is inderdaad alles klaar! We betalen zes euro en geven nog twee euro fooi. Dat hebben ze verdiend voor de snelle service. Nu een paar dagen later houdt het wieltje van Peltje nog steeds, hoera.

In Russian Bay
In Russian Bay
Het muziekfestival houden we verder voor gezien en nog die middag vertrekken we naar een prachtige baai ten westen van Nosy Be. Helaas is er geen wind, de motor moet bij. De elektra kunnen we eigenlijk wel goed gebruiken, het is duidelijk merkbaar dat we verder van de evenaar af zitten en dat het hier nu winter is. De zon staat beduidend lager aan de horizon, dus minder opbrengst van onze zonnepanelen. De temperatuur is prima, niet meer zo warm als in Sri Lanka. Meestal is er een verkoelend windje en 's nachts slapen we weer onder een laken, lekker.
Vracht zeilschip
Aan het eind van de middag valt ons anker in een prachtige baai, tegenover een klein dorpje naast een ander zeilschip. Het dorpje heeft geen elektriciteit, de enige twee lichtjes na zessen zijn die van de beide zeilschepen.
De volgende ochtend gaan we langs bij onze buren op het andere zeilschip, Nathalie en Bertrand; wat zouden we hier kunnen doen? Zij gaan 's middags op pad om vrienden op te zoeken, we kunnen wel mee lopen. Het dorp bestaat uit een aantal huisjes van simpel hout en met daken van palm bladeren. De kinderen lopen rond in oude kapotte kleren. Hier hebben ze echt helemaal niets. Clarissa laat haar nieuwe zonnepaneeltje zien. De accu en het controlepaneel zitten samen in een klein zwart doosje. Nu heeft ze, als enige in het dorp 's avonds licht met drie led lampjes.
Wandelen
Het is een mooie wandeling langs de berg met schitterende uitzichten. De vrienden bouwen een motorboot, hier in het midden van niets, dus alles zelf doen. Er staat wel een generator. Hij is een ook een zeiler en we kletsen leuk.
De volgende ochtend wandelen we over de berg de andere kant op ook met mooie uitzichten en praten met Andre. Hij is Oostenrijker en heeft een klein winkeltje hier in dit dorpje. Er is helemaal niets, maar voor hem is dat prima. 's
Rijst "dorsen"
Middags komen Nathalie en Bertrand bij ons een drankje halen. "Dit dorpje is alleen een vissersdorp, de gezinnen komen hier alleen in de droge tijd om te vissen hun eigenlijke huis is verderop, waar ze in de natte tijd rijst verbouwen". De vis wordt gedroogd en in Nosy Be verkocht.


Baramahamay rivier
Zondag, eerste pinksterdag, vertrekken we naar de monding van de Baramahamay rivier. Onderweg vangen we een grote makreel. Fijn, daar kunnen we zeker 8 keer van eten. De rivier is prachtig met uitzicht op bergen en mangrove's. Met Peltje varen we naar de kant waar we andere toeristen tegen het lijf lopen, ook Nederlanders! Zij zijn hier een nachtje met een privé boottocht en gaan morgen weer terug naar Nosy Be. Op dit strand worden twee grote houten boten gebouwd. We krijgen een korte rondleiding, ze doen er wel twee jaar over om zo'n grote boot te bouwen. Natuurlijk gaat alles met de hand, elektriciteit is er niet.
Rijst stampen tot rijstmeel
De volgende ochtend nemen we een kijkje in het dorpje op de andere oever. Ook hier simpele huisjes van hout met daken van palmbladeren. Het schoolhoofd komt ons tegemoet en begroet ons in prima Frans. Hij geeft ons een rondleiding door het dorpje waar 120 mensen wonen. 
School, nu geen les
Er is ook een school van twee klassen, helemaal zelf gebouwd, de schoolbanken zijn zelf getimmerd. Toeristen hebben het golfplaten dak en de bibliotheek betaald. Er zijn best veel boeken, wel twee kasten vol die komen straks in de bibliotheek, een gebouwtje van steen waar nog aan wordt gewerkt. Ook wij doen een kleine donatie. Nu maar hopen dat die niet in de zakken van het schoolhoofd verdwijnt.
Kraan in het dorp, betaald door toeristen
Het dorpje heeft een waterleiding van water van de berg, nu zijn een drietal kranen en wasplaatsen waar druk gebruik van wordt gemaakt. Op de berg is een klein dammetje aangelegd vanwaar rubberen slangen een bassin vullen. "Betaald door toeristen" vertelt het schoolhoofd. Vlak buiten het dorp is nog een waterbassin. Hier wordt extra water bewaard voor de droge tijd. Een zonnepaneel drijft een pomp aan die ervoor zorgt dat het water in het hoger gelegen eerste bassin komt. Ook allemaal betaald door toeristen.
Wandelen langs geërodeerde hellingen
Wij wandelen verder het land in, langs mangroves, maniokveldjes en de zeboes die hier gewoon los lopen. 's Middags gaan we anker op een eilandje verder naar het zuiden.
Hier is nergens telefoon ontvangst en dus ook geen internet. De foto's komen later.
----------
radio email processed by SailMail
for information see: http://www.sailmail.com

woensdag 20 mei 2015

Heilige makies in Nosy Komba



Nosy Be vanaf de top van Nosy Komba

Klussen

Weer terug op de Pélagie kijken we allereerst naar de achterwieltjes van Peltje. In het rechterwieltje zit een grote scheur in de plastic as en de band is lek! Sergio had gezegd dat hij naar de reparatie zou kijken terwijl we weg waren, maar er is natuurlijk niets gebeurd. Allereerst moet de band er af, nog best een klus wat uiteindelijk lukt met hulp van een aantal mannen aan de kant. Jimmy zegt dat hij wel een adresje weet waar ze de as kunnen repareren met kit. Inderdaad, een halve dag later ziet de as er weer stevig uit. Nils plakt de binnenband maar kan hem er niet goed op krijgen. Ook hiervoor weet Jimmy een adresje. Zodra de band is opgepompt, klapt de as weer uit elkaar, niet stevig genoeg. Deze mannen weten een andere oplossing: de as moet met fiberglas versterkt worden. Weer een dag later is dat ook opgelost en zit de band weer op en..... alles houdt. Ondertussen is ook de was gedaan en de website bijgewerkt, dus besluiten we naar het buureiland, Nosy Komba te vertrekken.



Heilige makies.

Hoewel Madagaskar deels een christelijk land is, zijn animistische tradities en voorouders heel belangrijk. Er zijn sterke lokale gebodenen en verboden, "fady". Op Nosy Komba zijn traditioneel de makies "heilig". Er werd en wordt niet op ze gejaagd, integendeel de lokale bewoners voeren ze soms. Het gevolg is dat de makies er totaal niet bang zijn voor mensen, integendeel ze verwachten een banaan te krijgen. Dit is in de laatste jaren uitgegroeid tot een ware toeristenattractie. Nou ja, voor Madagaskar dan; de aantallen toeristen zijn hier niet zo groot. Het dorp speelt hier op in door ook allerlei handwerk te verkopen; ondertussen is er een resort en zijn er restaurantjes.

De makies zijn totaal niet bang en vooral geintereseerd in bananen
Maandagmiddag 18 mei varen we in een uurtje naar de baai voor Nosy Komba. De volgende ochtend om acht uur landen we op het strand bij het dorpje. We hebben al meteen veel plezier van de gerepareerde wieltjes, Peltje moet wel 30 m het strand op. Al snel vindt een gids ons, voor het lemuren park moeten we hier linksaf en kaartjes kopen. Eén euro 50 per persoon is geen probleem. De gids neemt meteen een aantal bananen mee en ook wij hebben er wat in onze rugzak. 200 m buiten het dorp wachten de markies al op ons, aangetrokken door het roepen van onze gids. We krijgen een banaan in onze handen geduwd en ploeps, daar zitten de eerste makies al op onze schouders. Ik schrik ervan, maar Nils vindt het heel leuk. De makies proberen met alle macht de bananen uit onze hand te trekken. Ze eten de hele banaan met schil en al.

Het is een heel bijzonder gezicht en een heel bijzonder gevoel die half-apen zo vlak bij je. Ik vind het toch een beetje eng, het zijn tenslotte wilde beesten, maar de gids verzekert me dat het geen enkel probleem is. Het is wel genieten geblazen.

De gids neemt ons mee naar de andere dieren die hij hier ook heeft verzameld: slangen en drie soorten schildpadden. Ja en dan moeten we afrekenen, altijd ingewikkeld. Ik had van tevoren gevraagd hoeveel en als antwoord gekregen: "Zie maar". Nu blijkt 10.000 Ariary, drieënhalve euro, niet genoeg hij wil 20.000 hebben; nou ja het was heel leuk dus geen probleem.

Zelf lopen we nog een eind omhoog naar het mooie uitzicht op de baai van Nosy Be. We komen langs allerlei fruitbomen en langs de waterleiding, dat is hier goed geregeld. 
Wel 2 keer zien we een grote wurgslang op het pad. Gelukkig gaat hij, als hij ons hoort, er snel vandoor.

De kinderen spelen vrolijk op de grond
Terug in het dorp komen we langs een klein, gezellig restaurantje. "Als je hier wilt eten moet je eerst bestellen", zegt de eigenares. Dat doen we voor over een uurtje. Eerst drinken we even wat en dan lopen we nog even rond. Aan onze maaltijd wordt al gewerkt: de man snijdt de groenten onder een afdakje, de vrouw is druk bezig in de keuken, de houtvuurtjes branden al. De kindertjes spelen en zingen op de grond op het zand.

Aan ons eten wordt gewerkt
We lopen langs alle winkeltjes, kijken nog naar een handgemaakte tafelkleed maar vinden niet de juiste maat. Bij de school spelen heel veel kinderen, de jongens voetballen op het strand, de meisjes elastieken net zoals wij vroeger deden: een lang elastiek wordt steeds hoger gehouden, eerst om de enkels, dan om de knieën en uiteindelijk om je middel. De ander moet er in en er opspringen volgens bepaalde regels. Ineens rent iedereen naar de kraan voor nog een slokje water. De jongens spoelen het zand van hun benen. Iedereen gaat in de rij staan voor de school, blijkbaar is het speelkwartier afgelopen.

In de rij na het speelkwartier
De vriendelijke onderwijzer vraagt in het Frans of we even binnen willen kijken, ja natuurlijk! Achter de kinderen aan lopen we naar binnen het kleine leslokaal in. Het is ongelooflijk maar in dit lokaal staan 20 banken waar de kinderen met z'n drieën aanzitten, met 60 kinderen hartstikke vol dus. 
60 kinderen in de klas!
We stellen ons voor met onze namen en samen met de kinderen tellen we in het Engels tot 30.  Daarna nemen we afscheid, jammer genoeg hebben we geen schriften of pennen voor de school.

Het eten in het restaurantje is heerlijk!. Zo hebben we toch wat geld in de lokale economie achtergelaten. Vandaag woensdag 20 mei begint het festival in Nosy Be met een optocht. Die willen we graag zien, dus straks varen we weer terug.

Foto's
Er staan nu foto's bij de berichten uit Chagos en de oversteek naar Madagaskar, dus kijk nog even terug!

maandag 18 mei 2015

Vier dagen in het binnenland van Madagaskar

Moeras landschap onderweg naar het noorden
Sergio laat een aanbeveling zien van een andere zeiler die erg enthousiast was over een tochtje dat Sergio via een familielid heeft georganiseerd naar het binnenland. Zo iets willen wij ook wel! Dit gaat via "Ali" die alleen vrijwel onverstaanbaar Frans spreekt. Sergio vertaalt. Uiteindelijk besluiten we woensdag voor vier dagen naar de twee Nationale parken in het noorden van Madagaskar te gaan. Het is niet goedkoop, ruim € 100 per dag voor de 4-wheel drive met chauffeur, maar die spreekt wel Engels verzekert Ali ons meerdere malen. Gelukkig blijkt de pinautomaat nu twee keer zoveel uit te betalen; na vijf keer pinnen hebben we genoeg om het tochtje en de hotels onderweg te kunnen betalen.
Dinsdagmiddag komen de zeilers van de andere twee zeilboten in de baai bij ons een drankje halen. Zij varen hier al jaren rond en zijn erg enthousiast over dit zeil-gebied. Er zijn nog zo weinig andere boten en toeristen en de natuur is prachtig met mooie ankerplekken. Jean Pierre heeft zelfs een "pilot" geschreven die we van hem mogen kopiëren voor € 10. Een prachtig document, helaas in het Frans, maar zelfs voor mij met wat moeite leesbaar.
Woensdagochtend staan we om zeven uur op de steiger. Sergio staat er al en neemt Peltje van ons over. Hij zal de komende dagen op de Pélagie passen en er ook 's nachts slapen. De speedboot naar het vasteland moet om half acht vertrekken. We zijn verbaasd dat inderdaad om precies half acht de boot vol zit met 16 passagiers en de motor gestart gaat worden. Dat lukt nog niet zo goed, pas na 30 keer proberen gaat de motor aan. Een zucht van opluchting gaat door de boot. Na een half uurtje stappen we uit bij de simpele steiger van Ankify. Een vijftal bootjes en 20 houten huisjes schots en scheef markeren de plek waar alles van en naar Nosy Be gaat. Er staat een prachtige grote witte 4-wheel drive. Die is inderdaad voor ons! Ali is meegekomen en stelt ons voor aan de chauffeur Sebastiaan. Helaas, hij spreekt alleen Frans! Nou ja, een goede oefening voor mijn Frans!
Panter Kameleon
Na 20 minuten trapt Sebastiaan stevig op de rem: een kameleon is net de weg overgestoken! Het blijkt een prachtig fel-gekleurde panter kameleon te zijn. Hij stapt rustig weg door het gras, schitterend om te zien!.
Ons eerste doel voor vandaag is het Ankarana nationale park, 180 km naar het noorden. Het eerste stuk van de weg is redelijk, maar er zijn ook stukken met vreselijke gaten en plekken waar de auto's naast de weg rijden omdat het asfalt grotendeels verdwenen is. Gelukkig is het nu het droge seizoen, dus ligt er geen modder! Vooral als er huisjes langs de weg staan en deze dus intensiever wordt gebruikt, is er van het asfalt soms weinig meer over.
Winkeltjes en hutjes langs de weg
Het landschap varieert sterk, in de buurt van Ankify is er veel bos en groen, later zijn er meer savanne-achtige stukken met veel gras. Oude niet zo hoge kraters zijn duidelijk zichtbaar. De weg gaat vaak over water, kleine stroompjes maar ook grote brede rivieren, soms een moeras. Waar veel water is zijn fel groene rijstvelden waar hard wordt gewerkt.
Oude peugeot, omgebouwd tot busje, de achterste man past alleen op de rand
Alles en iedereen gaat over deze enige weg naar het noorden. Taxibusjes zitten propvol met mensen, de bagage hoog op het dak gestapeld.  Mensen lopen hele einden langs de weg, vrouwen met manden op hun hoofd, tieners in schooluniformen op weg naar hun college, mannen op weg naar…..? 
Zeboe drijven is mannen of jongens werk
De lokale runderen, zeboe's genaamd, sjokken gehoorzaam achter hun eigenaren aan, iedere zeboe met een lang touw door de neus. De zeboe's zijn belangrijk voor de economie hier: niet alleen leveren ze vlees en melk, waar kaas van wordt gemaakt, ook trekken ze karren en ploegen. 
Madagaskar is een erg arm land, hier is de fiets een belangrijk vervoermiddel, niet alleen voor personen, maar ook voor allerhande vracht, zoals 12 levende kippen! Wat in Indonesië en Maleisië per brommer ging, lijkt hier per fiets te gaan.
Naar de markt, de kippen leven nog anders bederven ze natuurlijk
Langs de hele route zien we kleinere en grotere verzamelingen van simpele houten hutten met een dak van palmbladeren. Ertussen is meestal alleen zand, de bewoners zitten in de schaduw van bomen of hun eigen dak gewoon op de grond, er zijn zelfs geen matten om op te zitten!. Soms zijn er simpele houten bankjes of krukken. Vaak wordt er wat verkocht, langs de weg heb je misschien wel klanten.
Volgens Sebastiaan gaan de kinderen naar school, maar de heldere grote schoolgebouwen die we in bijvoorbeeld Indonesië in alle dorpen zagen, zien we hier nauwelijks.
Alleen in het dorp of stadje Ambilibe na ruim 120 km zien we weer stenen huizen. De markt is erg druk, rommelig en vies. Er wordt ook qat verkocht, later zien we ook mensen dit spul kauwen.
Net voor de middag komen we aan bij het bungalowpark naast de ingang van het Ankarana nationale park. Bungalow park is een groot woord voor een verzameling huisjes en hutjes, zonder waterleiding en zonder elektriciteit; dat heb je hier in het binnenland niet. Onze kamer is prima met een eigen douche en toilet. Het eten is eenvoudig maar lekker in het overdekte "restaurant"; een simpele plek met tafels en stoelen en een dak van palmbladeren. Hier ontmoeten we onze park-gids Apolinaire, die uitstekend Engels spreekt, wat een weelde.
Na de lunch maken we een vier uur lange wandeling in het park. Onze gids vertelt veel over de bomen en planten in het regenwoud, zoals de indrukkende boababs. en na een half uur zien we een hele groep makies, aap-achtigen, lemuren in het Engels, die alleen op Madagaskar voorkomen. Ze zijn schattig, met hun grote rode ogen kijken ze ons aan.
Makies kijken je aan
We dalen af naar een enorme druipsteengrot, waar veel vleermuizen tegen het plafond hangen. De druipsteen-formaties zijn prachtig en weinig bezocht, alleen een paar maanden per jaar in het droge seizoen is de grot toegankelijk. Gelukkig hebben we een prima zaklantaarn, elektrische lampen zijn hier natuurlijk niet. Op de terugweg zien we de makies van heel dichtbij, prachtig.
Klimmen en klauteren in de grot
Moe en voldaan staan we aan het eind van de middag onder de douche. Onze verbazing is groot als we Nederlandse buren blijken te hebben, die met een gehuurde auto drie weken door Madagaskar trekken, gezellig kletsen dus! Na een lekkere, simpele maaltijd met zeboe-kebab liggen we vroeg in bed.

Eindeloze kalksteen velden met scherpe punten, Tsingy
Om zeven uur de volgende ochtend vertrekken we weer naar het park voor een lange wandeling naar de karakteristieke "Tsingy", kalksteenformaties met hele scherpe punten.  Bij een grote kloof is een hangbrug gebouwd waar we een prachtig uitzicht hebben over de omgeving. Apolinaire geeft interessante informatie over het landschap en vogels en vindt voor ons weer een groep makies. Weer genieten dus.
Na de lunch vertrekken we naar Diego Garcia, de diepzeehaven in het noorden waar de Fransen hun garnizoen hadden. Apolinaire gaat met ons mee. Onderweg vertelt hij dat hij een officiële gids is voor alle parken in het noorden van Madagaskar. Het is geen volledige baan, er zijn teveel gidsen. Hij woont in Ambilobe, waar hij een eigen Engelse school heeft opgezet. Nu hij een nacht weg is met ons, neemt zijn assistente de zaken waar. Hij vertelt dat hij nog niet getrouwd is: hij heeft nog geen zeboe kunnen kopen voor de familie van zijn bruid. Jonge mensen kunnen zelf hun partner kiezen, alleen in het meer traditionele hoogland maken de ouders vaak nog een keuze. Een bruiloft kost veel geld, er wordt vaak drie keer getrouwd: één keer voor de wet, één keer voor de traditionele voorouders, en mogelijk nog een keer in de kerk. Al die keren moet er natuurlijk een feest worden aangericht. En dan moet er een huis zijn met inrichting. Apolinaire wil twee kinderen en voldoende geld om ze naar een privé school te sturen.
In Diego geeft Apolinaire ons een rondleiding door de stad. De oude koloniale gebouwen zijn interessant, maar vooral vergane glorie, met de nadruk op vergaan. Er is een grote visfabriek, dus in ieder geval iets van werkgelegenheid. We worden afgezet bij een redelijk hotel in het centrum, eten een lekkere maaltijd om de hoek en liggen weer vroeg in bed, voldaan met alle indrukken van deze tweede dag.
Ook vrijdag staat Sebastiaan met  Apolinaire om zeven uur klaar om ons naar het Mont d'Ambre nationale park te brengen. Dit ligt iets hoger en heeft een aangenaam, wat koeler klimaat, vandaar dat de Fransen hier hun voornaamste huizen bouwden en gewassen teelden. De weg is prima en zoals altijd is er veel te zien.
Een hele kleine kameleon, onze kleinste was maar half zo groot
Mont d'Ambre is koeler en vochtiger, dus andere vegetatie zoals veel varens en varen bomen. Onze gids vindt een groot aantal kameleons voor ons, hele kleintjes en ook grotere. Nils geniet er erg van: “Kameleons zijn bijzondere beesten, de meeste soorten komen hier in Madagascar voor. Ze variëren in grootte van ongeveer 45cm, zoals de panter kameleon, die we op de weg zagen tot hele kleine. De kleinste is net ontdekt (2012): 1,2-1,5 cm groot. Wij mochten de vroeger kleinste op onze hand vasthouden, tot 2cm groot, verbazingwekkend dat echt alles er op en er aan zit! Ze hebben niet alleen schutkleuren, maar vaak ook uitstulpingen ter camouflage, leuk om te zien.”
Verder zien we in het park een aantal watervallen, een mooi meer en zijn er prachtige uitzichten.
Lunch met Sebastian, links, en Apolinaire, naast Nils
We lunchen erg lekker en gezellig bij een klein restaurant, waarvan de eigenaren familie zijn van Apolinaire. Hier nemen we afscheid van Apolinaire, Sebastiaan rijdt ons terug naar ons hotel, de volgende ochtend moeten we al om half zes vertrekken voor de terugweg. Die middag slenteren door het stadje en genieten van het internet van het hotel.
We staan in het donker op, maar eenmaal in de auto blijkt het leven in de stad al volop op gang. Bij de bakker stoppen we voor verse broodjes, de fiets–bezorger is al onderweg met een grote mand verse baguettes achterop en langs de weg is het een drukte van belang. We stoppen voor koffie bij een marktje in een dorpje, leuk!
Koffie stalletjes lans de kant van de weg
Zaterdagmiddag om twaalf uur staan we weer in Ankify, zo vroeg omdat het later in de middag lastig is om over te steken naar Nosy Be, zegt Sebastiaan. Wij vinden dat overdreven, de echte reden is waarschijnlijk dat Sebastiaan nog diezelfde middag terug moet naar Diego waar hij en de auto vandaan komen. Nou ja, we hebben vier prachtige, indrukwekkende, interessante dagen gehad!
Bij terugkomst ligt de Pélagie er prima bij, altijd weer heel fijn! Nu eerst maar eens alle indrukken verwerken, onze spieren wat rust geven en een beetje bijslapen.

dinsdag 12 mei 2015

Rond Cape d’ Ambre, nu in Nosy Be



Bij de noordpunt van Madagaskar, Cape d'Ambre, komen meerdere stromen uit verschillende richtingen bij elkaar. Het kan er ook vreselijk hard waaien, want de Zuid-Oostpassaat moet afbuigen rond de hoge bergen van Madagaskar en kan pas bij de noordpunt weer volop verder waaien. De bijbel van de wereld-zeilers van Jimmy Cornell noemt dit gebied een "heksenketel"; al die verschillende stromingen zorgen voor een bijzonder warrige zee nog verder versterkt door de harde wind. Jimmy Cornell raadt dan ook aan om deze kaap op ruim 30 mijl afstand te passeren.
Wind en golven op de Indische Oceaan
24 Uur voor we de bij de kaap komen is de wind toegenomen tot ruim 25 knopen, windkracht zeven. De Pélagie doet het prima: er zitten riffen in het grootzeil en de fok en de stuurautomaat houdt prima koers. De bemanning hoeft niets te doen, die moet zich alleen goed vasthouden om niet om te vallen als de Pélagie hotze de klots over de golven stuitert. Alles went en 's nachts slapen we (met oordopjes) allebei prima ondanks de vele bewegingen, het gekraak en de roffels van de golven tegen de buitenkant van de Pélagie; in onze slaapkamer zit er maar een dun wandje tussen ons en de onstuimige zee.
We gaan wel hard 7-8 knopen, het lijkt erop dat we de kaap in het daglicht kunnen ronden, zodat we kunnen zien hoe onstuimig de zee echt is. Een paar uur voor we op de hoogte van Cape d'Ambre zijn neemt de wind wat af, de zee lijkt zelfs wat rustiger te worden. We besluiten wat dichter langs de kaap te varen zodat het straks makkelijker wordt om tegen de wind in naar het zuiden te gaan.
Het loopt allemaal prima, de "heksenketel" hebben we eigenlijk niet gezien. De wind draait voldoende zodat we gemakkelijk naar het zuiden kunnen varen. Alleen de stroom blijft sterk die zet ons behoorlijk naar het westen. De Pélagie racet dapper door, nog steeds gaan we acht mijl door het water en zeven mijl over de grond.
Het zeil is gemaakt van oude zakken!
De volgende ochtend zien we eindelijk Madagaskar in de verte liggen. De zee wordt kalm en later in de middag moet zelfs de motor bij. Overal zien we witte stippen: de zeilen van de traditionele vrachtschepen en de kleine zeiltjes van de boomstamkano's. Die laatsten lijken gemaakt van zakken waarin meel, rijst of misschien cement vervoerd is. Om half vier 's middags valt ons anker in de baai van Hells Ville.  Nog dezelfde middag komt Sergio langs en biedt zijn diensten aan om ons te helpen met het inklaren, in het Engels, prima. Na een heerlijk glaasje wijn liggen we met donker in bed.
Vrachtschip met zeil
De volgende ochtend krijgen we bezoek van een traditionele outrigger kano. Of we een oude lijn willen ruilen tegen fruit. We hebben nog best veel oude stukken touw, dat kunnen ze hier vast goed gebruiken. Met veel plezier wordt het fruit over gegooid en is onze zeiler blij met een lang stuk stevig touw.
We ruilen een oude fokkeschoot voor vers fruit
Vandaag, maandag 11 mei, hebben we met de goede hulp van Sergio het halve stadje rondgelopen om alle papierwerk af te ronden, op de juiste plaats te betalen en stempels in ons paspoort te krijgen. Sergio helpt ons om iedereen te verstaan, Madagaskaans kennen we natuurlijk niet, vrijwel niemand spreekt Engels, alleen sommige mensen spreken Frans.
Op Noonsite waren er berichten van corrupte politieagenten, maar dat lijkt verleden tijd. Overal hangen nu duidelijke papieren wat we moeten betalen en we krijgen overal netjes een betaalbewijs met het bedrag erop. Madagaskar is niet zo goedkoop: € 30 per persoon voor het visum, € 20 voor de douane, € 45 voor de Cruising Permit en € 10 administratiekosten. Nou ja, in Galle hebben we ongeveer € 200 betaald, voor  Chagos ongeveer € 300 dus het valt nog wel mee.
Eindelijk weer restaurantjes, heerlijk!
Geld uit de muur halen is hier nog niet zo gemakkelijk, onze bankpassen werken niet, alleen met een creditcard kunnen we geld halen maar niet meer dan € 65 per keer. Morgen toch maar eens uit uitzoeken of dat gemakkelijker kan, we willen een tochtje naar het binnenland boeken en hebben dus wat meer geld nodig.
We zijn in een andere wereld, de kleine houten politiepost aan de haven wordt bemand door wel 10 politieagenten, die geen van allen iets te doen lijken te hebben. Op deze maandag ochtend hangen veel mensen rond op de straatjes rond de haven. Als er een uurtje later een vrachtboot binnenkomt zijn wel 20 mensen bezig die met de hand te lossen. Werkeloosheid is hier vast een groot probleem.