woensdag 31 augustus 2011

Kaieteur Waterval



Het vliegtuig naar de Kaieteur waterval moet om 10:30 vertrekken van Baganara, maar is natuurlijk veel te laat. 
Geen probleem, we babbelen gezellig met de Guyanese familie die dit weekend in het hotel logeert en die we bij eten de vorige avond al hebben leren kennen. Ze hebben een eigen rijstexport bedrijf, dit is hun familie-uitje, 3 generatie zijn aanwezig. De spelletjes van het hotel komen goed van pas. We hebben veel plezier met tafeltennis en pool-biljart; dominoo is geschikt voor jong en oud.
Om half 12 komt het vliegtuigje alsnog. Het is een prachtige vlucht over eindeloze oerwouden met maar een paar rivieren en een sporadische modderweg. Huizen, laat staan dorpen, zien we niet, wel grote plekken gele, kale rots. Later horen we dat dit sporen van grootschalige goudwinning zijn.
De waterval zelf is overrompelend groot en hoog. Het vliegtuig vliegt er eerst langs zodat iedereen dit fenomeen vanuit de lucht kan zien. Vervolgens gaan we aan de wandel en zien de waterval van een drietal andere plekken. Heel indrukwekkend deze bijna 300 meter hoge waterval. De zon tovert regenbogen op het opspattende schuim. Het uitzicht op het dal waardoor de rivier verder stroomt is ook subliem! Er zijn op deze zondag wel 5 vliegtuigjes met bezoekers. Het alternatief om hier te komen is een wandeltocht van een week!

We vliegen terug naar Baganara voor een late lunch. De overige passagiers zijn vakantiegangers uit Trinidad, die hier een lang weekend een vriendin opzoeken. Het tweede vliegtuigje heeft ook allemaal buitenlandse passagiers. We genieten de rest van de dag van de luxe van het resort. ’s Avonds komt een deel van het personeel en 2 Nederlandse gasten nog even de Pélagie bekijken, leuk! Maandag wandelen we nog op het terrein van Baganara en moeten dan naar Bartica voor inkopen en internet.
Dinsdag varen door naar het andere hotel wat hier ligt, Hurokabra. We regelen een tocht op een zijriviertje voor de volgende dag. We zijn benieuwd.
Waterhuishouding en beestjes
Het is hier behoorlijk warm, boven de 30 graden. Met een windje erbij gaat het prima in de schaduw, maar vaak is het bladstil. 
Wolken zijn dan heerlijk. Die komen meestal in de loop van de dag en ergens in de middag gaat het regenen, tenminste dat is iedere dag zo geweest sinds we hier zijn. We staan dan helemaal klaar om middels alle gootjes en druipplekken van de Pélagie regenwater op te vangen, als het hard genoeg regent vullen we het regenzeiltje aan met emmers, pannen en bakken. Zo lukt het ons langzamerhand onze watervoorraad weer op peil te brengen. Immers, als we naar Suriname gaan varen, moet het regenzeiltje echt naar binnen!. Vandaag hebben we bijna 90 liter water in de tanks kunnen bijvullen! We zijn wel zelf kletsnat geworden, maar ja je moet er iets voor over hebben.
Op zoet water zijn per definitie meer muggen en vliegen. Tot nu toe valt het hier erg mee. We zijn heel blij met de muskieten netten voor de ramen en ook onze deur. Toch kunnen we nog prima buiten zitten ook ’s avonds, vooral als het een beetje waait. Dan hebben we wel wat muggenspul nodig.
Hanneke en Nils

maandag 29 augustus 2011

Guyana ontdekken, de Mazaruni rivier op.

Woensdag ochtend ankeren we voor de steiger van Bernard, de Duitse zeiler. Zijn zeilboot ligt er en aan de steiger ligt zijn zelf gebouwde huis met een ruime bloemen- en groententuin. We worden allerhartelijkst ontvangen. Chamilla, zijn Guyanese vrouw, maakt echte koffie. Het is heel gezellig, we krijgen veel informatie, ook het adres van een gids die tochtjes op de rivier aanbiedt. We worden overladen met producten van hun tuin!
De grootste waterval van Guyana kan het beste per vliegtuig worden bezocht en het Baganara resort waar we voor anker liggen, heeft een eigen landingsbaan. We regelen dat we zondag opgehaald worden voor de vlieg-excursie naar de Kaietour Falls, die daarna toch al Baganara aandoet. Prima! We varen naar Bartica en vinden inderdaad de gids die Bernard ons beschreven heeft en organiseren een tocht voor vrijdag over de rivier met een wandeling door het oerwoud naar een waterval.

Het wordt een interessante tocht, de boot is oud maar de motor doet het prima en de gids vertelt veel. We zien veel overblijfselen van de Nederlandse tijd: het fort “Kijk over Al”, er zijn slechts wat ruines bewaard gebleven op dit eiland waar drie rivieren samen komen. Een oud droogdok is nog steeds in gebruik en een prachtig gevoegde kademuur, gebouwd door de Nederlanders, doet nog steeds dienst.
Het is interessant om de steengroeves in bedrijf te zien. Stevige kranen malen en sorteren. Er liggen grote steenhopen met verschillende kleuren en groottes. Deze worden met grote duwbakken de rivier afgevaren, we zien ze vanaf de Pélagie voorbij komen.
Op de rivier wordt goud gewonnen, riviergruis wordt naar bovengezogen. De deeltjes met goud zijn zwaarder en blijven achter op de zeef. Vaak vindt er ook nog chemische nabewerking plaats. De grotere installaties zijn 24 uur per dag in bedrijf; de was hangt er te drogen, zie de fotos links. Geen gemakkelijk leven met al dat lawaai en stof.

De rivier wordt smaller en ondieper; onze gids vaart er moeiteloos over heen. De uitzichten zijn schitterend, veel mangrove bossen en eilandjes.
In een baai stoppen we voor onze wandeling. Een mooi, goed aangelegd pad en een primitieve brug brengen ons naar een grote, bruine waterval; al het water is hier bruin. Nils en de gids gaan zwemmen, ik maak de foto’s. De grote blauwe vlinder, die we eerder zagen op Trinidad, komt langs, maar is te snel voor een foto. Het is weer genieten van de uitbundige natuur.
Terug bij de boot hangt er een donkere wolk boven Bartica. De gids geeft flink gas en we vliegen over het water terug. De regen die valt, snijdt in ons gezicht.
Het stuk skai in de boot komt goed van pas als bescherming. Terug bij de Pélagie blijkt dat ons regenscherm goed heeft gewerkt, er kunnen weer 10 liter in de watertank, zo blijven we bij.

Laat op de middag gaan we boodschappen doen in Bartica. Nu we onze verwachtingen hebben bijgesteld en de hitte van het midden van de dag vermijden, doet Bartica veel levendiger aan. Er zijn veel mensen op straat, veel kraampjes en stalletjes, en grote, stevige trucks, nodig om op de onverharde wegen in het binnenland toch vooruit te kunnen.
De rommel is er nog steeds zoals al die kabels voor het power station, waar electra wordt opgewekt; niemand schijnt zich er iets van aan te trekken, de kraampjes staan er gewoon naast. De slager heeft heerlijk vlees voor weinig geld en in het internet cafe mogen we het Ugrib programma voor de langere termijn windverwachting gewoon op de PC zetten. Kortom, we beginnen ons ook in Bartica thuis te voelen.

Op zaterdag wordt de “pork-knockersdag” gehouden, de dag van de mensen die gezouten varkensvlees eten, de mijners dus. Het blijkt een voorlichtingscampagne van de Guyanese overheid te zijn, om de mijnbouw, het zoeken naar goed en diamanten door kleine en middelgrote ondernemingen aan te moedigen. Best interessant, zeker na het tochtje over de rivier van de vorige dag. Maar wel warm, dus we gaan op tijd terug naar de Pélagie. Peltje hebben we bij hoogwater aangemeerd op een plek waar nu bij laagwater zomaar palen net onderwater te staan. Ja hoor, de borgpen van de schroef breekt en we zijn zonder voortstuwing op een stromende rivier! Gelukkig krijgen we direct een sleep van een watertaxi. We nodigen de mannen uit aan boord van de Pélagie. Ze zijn vol bewondering. Leuk weer even zo’n contact.
’s Middags gaan we anker op naar het Baganara resort voor een gezellig diner in het resort en de excursie naar de waterval de volgende dag.
groetjes,
Hanneke en Nils

donderdag 25 augustus 2011

De machtige Essequibo rivier op

De  Essequibo
In het Noorden van Zuid-Amerika liggen een aantal grote rivieren, de Amazone is de grootste, daarna de Orinoco, die uitmondt in Venezuela. De Essequibo is de derde grootste, deze heeft zijn monding in Guyana. Daar liggen we op zondag 21 augustus.
Bij het eerste ochtendlicht zijn we wakker om van de stroom méé te profiteren om naar Bartica te varen, waar we kunnen inklaren. Nils heeft alle waypoints, een specifieke GPS positie, waar we langs moeten, al in onze plotter gezet, zodat de route op ons scherm zichtbaar is. De echo-pilot, onze vooruit kijkende dieptemeter, geeft vertrouwen en komt goed van pas als Nils toch een keer een typefout heeft gemaakt en we te dicht bij een eilandje dreigen komen.

Het is een schitterende tocht. We zijn onder de indruk van de brede, bruine stroom, de andere oever is héél ver weg. Er staan majestueuze bomen en afwisselende huizen langs de oevers. Bijna alle huizen hebbe een steigertje met een bootje erbij. Bij het eerste ochtendlicht zien we de witte reigers van hun slaapboom naar de voedselgronden overvliegen, een half uur later gevolgd door kwetterende papagaaien, zoals altijd in paartjes. Het ochtendlicht tovert prachtige weerspiegelingen in het rivierwater. We komen langs het oude Fort eiland, met de ruïne van fort Zeelandia gebouwd door de Nederlanders; tot 1814 was Guyana onderdeel van de Nederlandse kolonie West Indië.
Nog veel Nederlandse namen herinneren aan die tijd, zoals Roed en Rust, de werf waar we voor anker lagen, het plaatsje New Amsterdam  en het fort "KijkOverAl". Veel vervoer gaat over water, de snelle watertaxi’s doen anderhalf uur over het traject dat ons ruim 5 uur kost.
 Mijnbouwcentrum Bartica
Net tegen hoogwater bereiken we Bartica, waar we voor anker gaan voor inklaren en boodschappen. Bartica is een klein mijnstadje, met maar een paar mooie gebouwen. De meeste gebouwtjes zien er vervallen en armoedig uit, er ligt overal afval, de koeien lopen over de vuilnis dat in een hoekje op straat ligt. Aan- en afvoer van passagiers en goederen gaat grotendeels via het water. De overdekte markt is deels boven het water gebouwd, waar scheepjes direct kunnen aanmeren, zie de foto. Ook is de startplaats van de watertaxi’s te zien, later horen dat er zelfs een bewaakte parkeerplek is voor kleine bijbootjes.
Met veel moeite doen we onze boodschappen. Een lokale Sim-kaart is niet te vinden, alleen in de hoofdstad Georgetown. Uiteindelijk vinden we een internet cafe. Er rijden wel bussen, maar we hebben geen idee waar naar toe. Een toeristen buro of een kaart van het land zijn er niet te vinden. Voor uitstapjes naar het binnenland moeten we bij de resorts zijn. Kortom het valt ons niet mee. Andere zeilschepen zien we ook niet. Morgen maar naar een van de resorts voor informatie.
Hartelijke ontvangst in het Baganara resort
De volgende ochtend varen we heel voorzichtig tussen een aantal ondieptes door naar het Baganara hotel. Onze elektronische kaart op de plotter heeft zover de rivier op geen details meer, maar onze vaarwijzer geeft voldoende informatie. Het resort is prachtig gelegen op de punt van een eiland met een breed strand, grasvelden en schitterende bloeiende struiken, zie de foto gemaakt vanaf onze ankerplek. Ook hier zijn we het enige zeiljacht. De manager ontvangt ons allerhartelijkst met een drankje van de zaak. We mogen gratis voor het eiland ankeren, WiFi gebruiken als het er is, bijna nooit, en wandelen op het eiland waar veel vogels zijn. Ze hebben een kaart van Guyana voor ons en een folder met georganiseerde uitstapjes naar het binnenland. We schrikken van de prijzen, alles gaat per vliegtuig. Wegen zijn er praktisch niet en verder over de rivier gaat alleen vrachtvaart. Ook de resorts in het binnenland zijn hartstikke duur. Nou ja, we zien wel. We gaan eerst maar eens praten met een zeilende Duitser die hier al jaren woont en misschien meer informatie heeft.
‘s Middags krijgen we een guided tour over het eiland en zien we veel vogels. De gids is enthousiast en vertelt veel. We leren steeds beter kijken en zien ook zelf met name de roofvogels boven in de bomen zitten, zie hiernaast de “laughing falcon”. Er zit een enorm kolonie zwaluwen in de bomen rond het resort, die regelmatig met zijn allen tegelijk opvliegen, een prachtig gezicht.

groetjes van Hanneke en Nils






woensdag 24 augustus 2011

Tegen wind en stroom naar Guyana

Hier een volgend berichtje voorlopig zonder fotos, het internet is te slecht.  
Na het vertrek van mijn zussen staan (Brits) Guyana en/of Suriname op het programma. Over Suriname hebben we heel enthousiaste verhalen gehoord, Guyana is echter dichter bij. Beiden zijn niet gemakkelijk te bereiken, de richting is ZuidOost, dus tegen de overheersende oostenwind in en ook stroom tegen.
De gribfiles vertellen ons dat we de komende 7 dagen wel naar Guyana kunnen, maar als we door willen naar Suriname zal de wind de laatste 2-3 dagen volledig tegen zijn. We besluiten dus donderdagochtend naar Guyana te vertrekken.
Het begin is lastig, het eerste stuk is tegen de wind en pal tegen de stroom in, beiden motoren moeten vol bij en we bonken lekker. Na een paar uur is de koers bezeild en wordt het comfortabel. De oversteek gaat prima, wel moet de motor regelmatig bij, er is weinig wind. De tweede middag zitten we allebei voorop de Pélagie te genieten, de zee is vlak en het is warm in de kuip met vrijwel geen wind.
Als we dichter bij de kust komen bepalen we onze strategie voor onbekende boten die op ons af zouden kunnen komen. We zijn de ervaringen in Trinidad nog niet vergeten! We besluiten dat de Pélagie zo hoog is, dat vissers niet zomaar aan boord kunnen stappen als we varen. Tenzij een overvaller een vuurwapen heeft, dan houdt alles op en moeten ze maar meenemen wat ze willen…… We troosten ons met de gedachte dat overvallen overal kunnen voorkomen. Maar ja op zee zijn wel erg weinig getuigen. In de loop van zaterdagmiddag komen we een groepje van zo’n 7 vissersboten tegen. De boten zien er redelijk haveloos uit, de vissers zijn druk bezig en beantwoorden onze armzwaai zo te zien heel vriendelijk. Er komt een boot op 50 m. langszij, iedereen zwaait… dan keert deze boot ineens om….. we staan al met angst en beven te kijken…. Het blijkt dat ze een sleepnet trekken en helemaal geen aandacht meer voor ons hebben. Je kunt jezelf ook bang maken.
In de nacht komt geen enkele boot dichtbij, wel zijn er spectaculaire bliksemflitsen aan de horizon die gelukkig niet dichterbij komen. De uitdaging is om in het licht en bij opkomend tij de rivier, de Essequibo op te varen. Laag water is rond 3 uur. Zaterdagmiddag halen we niet, dus wordt het zondag ochtend. Om kwart over 5 bij het allereerste licht varen we de rivier monding in. Er zijn helemaal geen andere schepen. Wel schemeren ineens een paar palen onverwachts voor ons, net zichtbaar in het ochtend licht. We zien ze maar net op tijd, dit zijn de pale’s waar de pilot al over schreef, semi- permanente netten. Dit keer varen we er niet in!
De stroom sleurt ons naar binnen waar de donkere wolken nog steeds hangen. Het begint dan ook vreselijk hard te waaien, tot 35 knopen wind met de korte steile golven die daarbij horen, waar we recht tegenin moeten. Dat lukt maar net met beide motoren vol aan, gelukkig helpt de stroom mee. We zien maar net genoeg door het regen gordijn heen! Spannend is het wel. Vlakvoor het hoogwater wordt en de stroom dus de andere kant zal opgaan, bereiken we de ankerplek. We leggen al onze 60 meter ketting uit ook al waait het niet meer zo hard als eerder die ochtend. Je weet maar nooit wanneer de wind weer terug komt.

We gaan eerst lekker bijslapen, de nacht was kort voor ons allebei. Morgen varen we verder de rivier op.

maandag 22 augustus 2011

Met volle maan terug naar Tobago

We blijven een nachtje in Clifton om alle snorkel-ervaringen te verwerken en Marja’s verslag op het web te zetten. Vrijdagochtend is de wind gunstig om aan de wind tegen de stroom in terug naar Tobago te zeilen. Na een pittig begin met hoge golven, wordt de zee iets rustiger en is de koers naar Tobago bezeild. Zoals altijd doet de stuurautomaat het werk en Marja is verbaasd dat we rustig buiten zitten te eten, terwijl de Pélagie de nacht in zeilt.
Het is volle maan; aan de ene kant gaat de zon onder, aan de andere kant wint de maan aan kracht, bijzonder! Heel de nacht blijft het zilveren maanlicht op het water ons verbazen. Het is hartstikke dapper hoe Marja haar angst de baas blijft. Het lukt haar zelfs lekker te gaan slapen. Om half 11 krijgen we een dikke bui, met de bijbehorende wind over ons heen. Ik roep Nils en binnen de kortste keren zijn we beiden doorweekt. Net als we besluiten verder te reven, neemt de wind weer af maar is wel gedraaid. Het grootzeil klappert zo dat we het laten zakken. Marja kijkt toe en voelt zich aan de elementen en de bemanning overgeleverd! Nils neemt de wacht over, de wind komt terug, de zeilen worden weer gehesen en de Pélagie zeilt verder onder het zilveren maanlicht.
Als ik om 02:30 de wacht van Nils overneem, schiet het al hard op. We dreigen toch in donker aan te komen! Ik maak Marja wakker voor het laatste stuk. Samen varen we net niet tegen de boei van het Bucco rif en krijgen op het laatst toch weer een stortbui over ons heen. We ankeren om 05:00 in het donker in Store Bay en na een glaasje wijn pakken we allemaal nog een paar uurtjes slaap. Het was me het nachtje wel! Ik verzeker Marja dat de meeste zeilnachten een stuk rustiger zijn!

We huren een auto om Tobago te bekijken, gelukkig lukt dat ook op zaterdag. Na de verplichte gang naar Immigratie en Customs, gaan we wandelen en vogels kijken bij het Arnos Vale hotel. De veranda ligt nu in de zon, het is er warm en er zijn minder vogels. De thee en sandwiches zijn heerlijk, onze lunch bestond alleen uit 2 bananen. We zijn moe en gaan lekker vroeg naar bed.
De volgende dag ben ik jarig. Marja en Nils zijn de hele dag door onvermoeibaar in het ten gehore brengen van Lang zal ze leven…… We liggen regelmatig in een deuk! Op mijn verzoek lopen we het Gibson pad in het noorden. Het is een prachtige tocht door het ongerepte oerwoud, dat hier sinds 1760 een natuurreservaat is. Er zijn veel vogels en Nils ziet zelfs een eekhoorn. Het pad gaat langs een riviertje met 2 watervalletjes.

De laatste steken we over middels een wankel bruggetje. Marja wil niet denken aan de half vermolmde planken en loopt er zingend overheen, nadat Nils, die zwaarder is, de sterkte van bouwsel heeft getest. Na anderhalf uur keren we voldaan om. De enige andere wandelaars die we zien op deze zondag zijn 3 groepjes witneuzen, 2 daarvan met gids; dit lijkt ons een beetje overbodig voor zo’n simpel, gemakkelijk begaanbaar pad. Maar dan zie je wel meer vogels en het schept natuurlijk wel werkgelegenheid.
De lokale bevolking zien we hier niet, die lijken meer te houden van feesten; in een naburig dorpje, Parlatuvier, is vandaag een festival. We gaan er kijken en vinden harde muziek en een prachtig podium, voor de activiteiten is het te vroeg. Wel kunnen we lekker lokaal eten op het strand, ter gelegenheid van mijn verjaardag is er krab!

We zitten lekker in de wind en uit de zon en de andere vroege bezoekers bewonderen. We rijden verder naar het noorden, langs de vissersplaatsje Charlotteville en genieten van het uitzicht bij Flagstaff Hill, eindelijk zonder wolken. Het is prachtig de Man of War Bay en de St Giles eilanden te zien liggen waar we in en aan beide zijden omheen gevaren zijn.
Vlak voor donker zijn we terug in Store Bay, met 2 jerry cans diesel om de tanks van de Pélagie te vullen. We hebben geen puf meer om nog naar de Steelband in Bucco te gaan luisteren, maar zoeken alle foto’s uit zodat Marja ze mee kan nemen.
Op maandag maken we nog een laatste gang naar Immigratie om Marja uit te laten schrijven als bemanningslid van de Pélagie. Gelukkig gaat het vlot, zodat we nog naar de Rainbow waterval kunnen. Het wordt een natte wandeling, het water komt van onderen, het pad is modderig en loopt deels dóór de rivier, en komt ook van boven. De hemelsluizen gaan flink open om Marja op haar laatste dag er toch nog aan te herinneren dat het hier regentijd is, al is er bijna geen bui gevallen. De lekkere banaantjes onderweg zijn ook een hoogtepunt.
Bij het inchecken blijkt Marja’s vlucht ruim 5 uur vertraging te hebben, dus we gaan terug naar de Pélagie voor een middagje lezen en zwemmen. Om 21:00 uur gaat Marja door de security, wij zien vanaf de Pelagie het grote Condor vliegtuig aankomen om 22:00 uur en een uurtje later weer vertrekken.. Gelukkig is een andere aansluitende vlucht van Frankfurt naar Schiphol en wordt Marja door Peter opgewacht zodat ze weer in haar eigen bed kan slapen.
We hebben genoten van de 2 keer 2 weken met mijn zussen Het is altijd boeiend om intensief twee weken met elkaar op te trekken en elkaar zo beter te leren kennen. Het kwam ons prima uit dat we met Liesbeth heel andere leuke dingen hebben gedaan dan met Marja. Nu genieten we er weer van om de Pélagie voor onszelf te hebben en even lekker niets te doen!

Onderhoud en reparaties
Naast de leuke uitstapjes met mijn zussen, moet de Pélagie ook gewoon onderhouden worden.We hebben nog altijd zeewater in de BB motorruimte na het varen. De kit van de motoruitlaat is niet meer zo goed en er lopen roeststrepen aan de binnenkant. Frits geeft advies en we besteden een ochtend om de kit te vervangen. Het is niet zo gemakkelijk de oude kt te verwijderen van uit de bijboot, dat wiebelt behoorlijk. We vergeten ook de buitenkant af te plakken dus het ziet er niet zo netjes uit. Maar een paar uur later is alles wel dicht. Helaas komt er we nog steeds zeewater in na een zeiltocht; we zoeken verder.
Het heldere water van de Grenadines is prachtig voor vissen, maar we zien ook duidelijk dat onze zink anode in de SB motor helemaal los zit. De anodes waren net in Trinidad vervangen….. Frits komt kijken, nee hiermee kunnen we eigenlijk niet verder. Het is rustig water, dus Frits, Nils en Jos, Frits’ zoon gaan meteen aan de slag. Frits heeft binnen een paar minuten de propeller eraf, maar de schroeven waarmee de anode vast zat zijn weg! Gelukkig hebben we bij de vervanging in Trinidad de oude schroeven bewaard. Het schroefgat blijkt beschadigd en als er een schroef valt zijn de vissen er direct bij: één hap, weg schroef. Na veel prutsen, inderdaad alles onder water, lukt het Frits en Jos het schroefgat weer vrij te maken. Een andere schroef wordt op de juiste lengte gemaakt, onder water wordt kit aangebracht en een paar uur later zit alles weer op zijn plaats en de anode weer vast. Fantastisch, zulke hulp; we kunnen toch naar naar Guyana en/of Suriname!
Onze korte golf radio doet het ook nog niet, we kunnen wel met de buren praten, de Wereldomroep ontvangen maar geen weerberichten ophalen en E-mailtjes versturen. Dat vraagt dus nog verdere aandacht. Zo blijven we bezig.
groetjes van Hanneke en Nils

vrijdag 12 augustus 2011

Op de scheidslijn van boven en onder water door Marja

Hanneke's zus, Marja, komt 2 weken met ons meevaren. Dit is haar reisverslag met veel plezier geschreven.
Maandag 01-08-2011 Na een leuke paardendag met vrienden, een etentje met Peter en een nacht slapen bij Van der Valk, begint  een lange reis naar de Cariben.  Omdat Tineke er heeft gewoond en Christa er de helft van de tijd woont, zijn de Cariben me wel een beetje bekend, maar Tobago is Curaçao niet.  Met een kleine vrees om uit de lucht te vallen,  reis  ik voorspoedig via Frankfurt naar Tobago, Scarborough. Mijn horloge staat sinds de Oceaan op de tijd van Tobago, zodat ik al wat kan wennen. Ik slaap een beetje en kom redelijk wakker aan. Ik zie Liesbeth, die van Hanneke naar huis vertrekt, niet. Het gezamenlijke kopje koffie komt er helaas niet van. Het  vraagt geduld voordat alle stappen volgens de regels van de douane  gezet zijn. Een ander land met andere mores is een oefening in geduld.
Buiten de poort word ik blij ontvangen door Hanneke en Nils.  Het gaat allemaal wat langs me heen, verreisd als ik ben. Te warm gekleed gaan we op weg naar het kleine bootje om naar de Pélagie te varen. Het klimaat, de stad en de mensen doen me denken aan Zambia, misschien omdat dit mijn eigen referentiekader is. Later lees ik dat 75% van de mensen in Tobago een Afrikaanse achtergrond heeft.  De wasserette vlak bij de baai, waar Hanneke en Nils hun was ophalen,  kan zo uit een roman komen. Het lukt me tot 8 uur wakker te blijven en val dan als een blok in slaap.
Dinsdag 02-08-2011  Met de laatste hoofdstukken van de Millennium-trilogie en het inklaren als bemanningslid op de Pélagie met Nils als kapitein, gaat deze dag voorbij. Ik heb tijd nodig om aan te komen, zelfs zwemmen zit er nog niet in. De bureaucratische manier waarop het in- en uitklaren in zijn werk gaat maakt indruk op me. Het reizen in de stad is leuk, iedereen wil je meenemen tegen een kleine vergoeding, tenzij je een echte taxi prefereert.  Hanneke hoort via Reinhilde, van de Carnavalstijd  in Grenada; morgen de eerste zeildag. 
Woensdag 03-08 2011 Heel vroeg , half zes, varen we uit; de route is lang, ongeveer van Zeeland naar Engeland. De wind waait minder dan voorspeld. De hele dag rekenen we uit of we net vóór of ín het donker aankomen. Prachtig vind ik het; de golven, de wind, de ervaring. De golven kleuren door de zon soms filigraan zilver, we zien een schildpad langs drijven, terwijl die even een grote drijvende kleurige plastic zak leek. De Caribische zee is glashelder.
Hanneke en Nils hebben me bezworen niet buiten de kuip te komen, omdat overboord vallen gelijk staat aan sterven, ook al heb je een zwemvest aan.  Halverwege breekt een harpje van de halve winder af en Hanneke en Nils vervangen het zeil  zonder zwemvest.  Ik sta doodangsten uit als ik mijn fantasie de vrije loop laat. De werkelijkheid is vriendelijker. We  komen net voor het donker, met steun  van  de motor aan in een prachtige baai. Er liggen veel grote zeilschepen, waaronder opvallend veel  catamarans. Grenada  is een verrassend groen eiland.
Donderdag 04-08 -2011 Er staan vandaag twee zaken op het programma, wandelen in het tropische regenwoud en de “Queen show”van het carnaval bezoeken, terwijl alles er om heen ook al een mooie dagbesteding blijkt. Zwemmen, op de markt fruit kopen, het reilen en zeilen van het (openbaar) vervoer onderzoeken en de toeschouwers bij de Queen show bestuderen.  We vragen de weg en komen met een taxichauffeur in gesprek. Hij wil ons graag halen en brengen naar de queenshow. Ook weer geregeld.
Om de wandeling in het tropische woud op Grenada te maken, gaan we met lijn 1 en 6. Het is een prachtig natuurpark met bergen tot 800 meter hoog, die voortdurend in nevelen  gehuld zijn en een lavameer. Het is een fikse wandeling, langs tropische planten, varens, schijnbananen, die prachtige rode  bloemen dragen, palmbomen en  allerlei Nederlandse kamer- en balkonplanten. De orkaan Iwan heeft hier vijf jaar geleden veel grote bomen ontworteld.  Alles is weer begroeid en sommige bomen zijn toch weer aan het uitlopen. Behalve mooi is het ook een sport om niet te vallen.
De paden zijn glad en dat stijgt noch daalt gemakkelijk. Dat het af en toe regent, maakt het nog sportiever. Vlak bij het lavameer zie ik een grote dier wegschieten. Ik ben vergeten te kijken wat het kon zijn, het had een lange witte staart, het was vast geen aap. Die wonen trouwens wel in dit natuurpark. Het is geen hoogseizoen, dus  ze worden niet bijgevoerd en ze laten zich niet met toeteren noch apengeluiden lokken.
Hanneke en ik bestuderen met veel interesse de manier waarop het in de bus is geregeld. Het loopt gesmeerd zonder dienstrooster en bureaucratie. De bus  is een grote auto, met vijf  rijen, waardoor 18 passagiers mee kunnen. Soms staan de passagiers aan de kant van de weg, soms wordt naar potentiële kandidaten rondgekeken en even extra omgereden, b.v. via een winkelcentra. Er is een bijrijder, die zorgt voor de plaatsverdeling en voor het in- en uitstappen. Als je op het blik klopt betekent dat je er uit wilt. Als je naar een speciale plaats gebracht wilt worden, geen probleem, je betaalt iets extra’s.  De bussen rijden af en aan. Bij iedere busrit ontdekken we een nieuw facet. 
We gaan, voor ons onderzoekJ,  in de avond met de taxi naar de Queenshow. Het is de eerste avond van het carnaval van Grenada. Alle eilanden vieren om de beurt carnaval, zodat ze bij elkaar op bezoek kunnen komen. En dat gebeurt massaal; er is geen auto meer te huren en het lijkt alsof er een feestelijke stemming hangt.  We denken dat we er vroeg bij moeten zijn om een goede plaats te bemachtigen.  Dit pakt anders uit. Langzaam druppelen de toeschouwers binnen.  Het zijn meest vrouwen die er zelf prachtig uitzien. De taxichauffeur had al gezegd dat de Queenshow nieuw leven in geblazen  is. We gaan snappen wat hij bedoelt, het leeft nog niet echt in Grenada.  Het blijkt een soort Miss carnavalsverkiezing te zijn, waarbij uit ieder district (7) van Grenada een Miss meedingt.  Bijzonder is de opening van deze Missverkiezing, het volkslied wordt gespeeld en ieder wordt verzocht op de staan, wat met trots en ernst gebeurt. Iedere Miss moet haar talent voor het voetlicht brengen; dansen, cabaret, een  lied tegen huiselijk geweld en een sketch over een marktvrouw. Vóór de badpakkenscène gaan we naar huis.  
Hanneke en Nils kunnen gelukkig goed de Pélagie tussen de ongeveer 30 andere boten, die voor anker liggen, terug vinden.  Ik verheug me op de nootmuskaatfabriek en als het even kan de cacaoplantage. Grenada is namelijk hét specerijeneiland.

Vrijdag 05-08 2011 De “nutmeg” verwerkingsfabriek in Gouyave is een coöperatie. De nootmuskaatnoten drogen daar 2 en de foelie  4 maanden. De foelie is het omhulsel van de noot, vergelijkbaar met de walnoot.  Ook hier heeft orkaan Iwan veel nootmuskaatbomen ontworteld. Het duurt 7 jaar voordat een nootmuskaatboom vrucht draagt. Gelukkig neemt de totale oogst van de coöperatie weer toe.  Het drogen en verwerken wordt handmatig gedaan, we vinden het mooi om te zien. Het doet Hanneke en mij denken aan het  aardappels-sorteren van vroeger.
We maken veel foto’s, kopen eerste klas nootmuskaatnoten  en nootmuskaatsiroop. We eten heerlijke vis uit de zee om daarna met lijn 6 naar de ‘Seven Sisters’ waterval te gaan, ook een natuurpark en een heerlijke wandeling. 
Eerst door een klein landbouwgebied van een enthousiaste boer, die ons zijn gewassen showt;  zijn nootmuskaatboom, bananen, papaja, bonen en  moestuin met groenten. Daarna het oerwoud in met tot slot de waterval, waar we gaan zwemmen.
Al foto’s makend, een portret van Hanneke en Nils, verdwijnt mijn fototoestel in het kleine meertje waar de tweede zuster haar water laat vallen. Het toestel zinkt niet, wordt gered en liefdevol gedroogd, wat helaas geen vruchten afwerpt.  De foto’s zijn gelukkig wel bewaard gebleven.
Opnieuw duurt ons het wachten op de bus wat lang en we krijgen, jippie, een lift. De bestuurder rijdt zo hard, dat hij kandidaat is voor “Blik op de weg”.  We vinden het onverantwoord om in de auto te blijven en vragen de chauffeur te stoppen.  Opgelucht over onze eigen doortastendheid en hem met vraagtekens achterlatend, stappen we in lijn 6, om via lijn 1 thuis te komen.  
Zaterdag 06-08-2011;  Vanuit Prickly Bay in Grenada gaan we zeezeilend met veel wind op weg naar Sandy Island. Spannend zoveel wind om en zoveel kracht op de boot.  Ik moet me overgeven. Gek genoeg kun je de boot vergelijken met het zadel en de zee met een paard. Ik oefen in het meebewegen met de boot.  De betekenis van het ‘berijden van de golven’ krijgt voor mij een nieuwe dimensie, zo ook ‘als een bootje dobberen’ op de oceaan. Gelukkig komen we ruim voor het donker aan, moe van de overtocht.  Morgen gaan we snorkelen.
Zondag 07-08-2011 Voor Sandy Island snorkelen we twee keer en zien veel vissen, waaronder drie barracuda’s. Dat is een roofvis en dat  zie je er ook wel aan af, zo statig. We zien prachtige riffen, zeeanemonen, zee-egels en allerlei fel gekleurde vissen. Een hele nieuwe wereld gaat voor me open, ik kan er geen genoeg van krijgen. Mijn verbrande bovenbenen geven andere signalen af.  Iwan heeft ook Sandy Island van aangezicht veranderd. 
Na de lunch motoren we naar het chique resort op PSV (Petit St. Vincent). We onderzoeken of we er kunnen eten. Te chique, dat is niet erg, wel te duur. Hanneke en ik bestellen een local biertje en worden zomaar uitgenodigd om de ligging en inrichting van de huisjes te bekijken. Er wordt ons uitgelegd hoe je als bezoeker in de watten wordt gelegd. De uitzichten zijn prachtig. De zee is mooi en als ze nog een locatie nodig hebben voor een Bounty-eiland, weet ik er wel een.
Maandag 08-08-2011;  We gaan samen snorkelen en zien een afgestorven rif, misschien ook wel door Iwan. We zien een stuk koraal wat weer tot leven komt, een prachtige school vissen zwemt er om heen. Ook zien we een kleine koraalcactus.  We varen met prachtige uitzichten terug naar Hillsborough, om uit te klaren. Daarna snel door naar Clifton, op het eiland  Union om er voor 4 uur in te klaren. Na al deze bureaucratie gaan we luxe uit eten, ik eet met smaak een barracuda. Morgen staat Tobaga Cays op het progamma; een natuurgebied  waar het erg mooi snorkelen is.

Dinsdag 09-08 2011, woensdag 10 en donderdag 11-08 2011; We komen aan, gaan snorkelen en blijven dat tot donderdagmorgen doen. Het water is turquase blauw en heel helder.  We beginnen bij het ‘schildpadden-wei’.  Als we uit de boot het water in gaan, is er onder de boot een school vissen verborgen van wel 6 meter hoog. We weten niet wat we zien! De school vult de gehele ruimte onder de boot en dat doen ze ook onder de catamaran van de buren. Wat een begin! Je kunt er door heen zwemmen, de vissen laten je door om zich daarna weer aaneen te sluiten, indrukwekkend. Jammer Saskia, dat we geen onderwatercamera bij ons hebben. Voordat we bij de schildpaddenwei aankomen, spotten we ook nog een rog, die zich in het zand aan het ingraven is. We snorkelen verder en worden verrast door de grote aantallen grazende schildpadden.  
Later verleggen we de boot, omdat Nils samen met Frits een probleem aan de Pélagie moet oplossen.
We bekijken een rif en zien massa’s vissen, hier links de kleurrijke papagaai vis. Later ontmoet ik een grote haaiachtige; misschien een rifhaai. Ik schrik zo dat ik naar de boot terugzwem, ook al weet ik bijna zeker dat deze grote vis niet jaagt op mensen. Hij zwemt daar met andere vissen als zijn hofhouding.
Tobago Cays is een hoefijzer-vormig rif, waar je slechts op een paar plaatsen doorheen kan snorkelen, om het rif van de zeekant te zien.  Dat kan goed, want de stroming drijft je terug naar de Cays. We zien in de doorgang een verpleegstershaai onder een rots liggen. Spannend om de zee op te zwemmen, ik zwem meteen uit mijn comfortzone. Maar het loont de moeite, we zien het rif heel diep naar beneden gaan en er zwemt ontzettend veel vis. Het lijkt wel een vissenstad en dan vooral de muur van die stad met een drukte van belang. Het is er opnieuw bijzonder met kleine en grote vissen, met mooie stukken koraal en met drie adelaarsroggen die statig door het zeewater zwemmen.
In de middag gaan we naar een koraal waar het stikt van de kleine jonge vissen, een school die als een levend gordijn door het water zwemt, vooral als de zon er op schijnt. Later zien we een grote school vissen, misschien wel die van onder onze boot, bejaagd worden door een groep van 10 kleine tonijnen. We zien ze geen vis verschalken, het lijkt moeilijk  om iets te vangen.  Indrukwekkend om deze jacht van boven te aanschouwen.

Donderdagmorgen willen we weer door het rif de zee op, maar de stroom staat anders, het lijkt of we door de doorgang gezogen worden. Hanneke zwemt oog in oog met een hele grote Barracuda, die haar ook even een rilling bezorgt, zie foto links. Het lijkt op zee niet helemaal pluis, we zwemmen met moeite terug en blijven aan de binnenkant van het rif, waar het opnieuw moois is met zowel oude, bekende als nieuwe vissen.
We nemen afscheid van Reinhilde en Frits en van het snorkelen. We varen naar Clifton en daarna in 24 uur naar Tobago. Fijn om de zonsonder- en opgang op zee mee te maken, misschien zie ik wel een dolfijn!
Bijzonder om zo twee weken het leven op de Pélagie met Hanneke en Nils te mogen delen. Het is een geweldige ervaring geweest. Dank jullie wel.
Groetjes van Marja, Hanneke en Nils

Naar Bucco voor de Geitenraces!

Op zaterdag zeilen we weg uit Anse Bateau. In de nacht heeft het stevig gewaaid, dus we hebben lekker liggen rollen.
De wind lijkt minder, maar de zee is nog behoorlijk ruw. De Caribische stroom slaat tegen de NO kust van Tobago; dit geeft een woelig zeetje. We worden maar nét niet zeeziek, ook Liesbeth houdt zich goed. Als we eenmaal langs de St Giles eilanden zijn en de wind meer achter krijgen, wordt het een prachtige zeiltocht.
Hier zijn rijke visgronden; die trekken veel vissers met grote hengels en een groot aantal vogels. We zien de prachtige “tropic birds” ook zweven, zie foto links boven  (kopie uit de vogelgids). Mooi! En dan komen zomaar de dolfijnen langs en zwemmen wel een half uur met ons mee. We zitten op de stoeltjes voorop de Pélagie te genieten van hun capriolen, fantastisch!  In de Parlatuvier baai loopt de waterkraan nog steeds en is het plekje aan de steiger zowaar vrij. Na ruim een uur zijn onze watertanks weer vol, een goed gevoel. We gaan voor anker in de volgende baai, Englishman Bay, zodat Liesbeth souvenirs kan kopen in het leuke stalletje. We hebben zelfs nog tijd om te snorkelen boven het prachtige rif. Het zicht is goed, er zijn veel verschillende soorten vis, maar geen grote aantallen zoals op de meeste plaatsen hier. Er zijn wel sierlijke waaier koralen in vele vormen en kleuren.
Zondag  vertrekken we al vroeg naar Bucco, helaas op de motor want er is echt geen wind. Er zijn wel weer dolfijnen, wel 12 stuks komen spelen met onze voorpunten. Het is weer genieten geblazen. We hebben net achter het rif ons anker uitgegooid, als Reinhilde belt. Zij en Frits staan al op de kade. Er heerst een gezellige sfeer, vandaag worden in Bucco in het kader van het Heritage Festival een drum festival en geiten races gehouden. Bij het eerste kunnen we ons iets voorstellen, maar geitenraces hebben we nog nooit gezien.
In Bucco worden deze races al 40 jaar gehouden, horen we van een aardige geiten eigenaar; eerst gewoon op straat, toen op het strand, later op het voetbalveld, maar sinds kort op deze nieuwe, prachtige 150 m. lange geiten-drafbaan, met tribunes en zelfs een heuse paddock! De race start met een parade van alle geiten. Nou ja, het zijn allemaal uit de kluiten gewassen bokken, ze worden er speciaal voor gefokt. Dan lopen dieren en jockeys naar de starthokjes. De jockeys zitten niet op de geiten maar lopen er achteraan en moeten de geiten in een zo kort en efficiënt mogelijke baan naar de finish “begeleiden”. In de praktijk betekent dat zo hard mogelijk hollen en niet in botsing komen met de andere geiten. De meest succesvolle jockey doet alle 8 keer mee en loopt dus wat af! Hij wordt tussendoor zelfs gemasseerd, gewoon op het gras tijdens de geiten parade. Hij wint wel 6 keer en wordt de overige 2 races 2-de! Volgens mijn zegsman kun je alleen de race winnen met zowel een snelle geit als met een snelle “jockey”.

Tussen de races speelt een steelband en is er zelfs een krab-race, zie de foto links. De krabben zijn gewoon gevangen, lijkt het en het is een kwestie van geluk hoe het loopt vertelt onze  buurvrouw op de tribune. Het is hilarisch, 9 mannen met een krab aan een touwtje en een stokje om het beest te porren. Toevallig rent een van de krabben de goede kant op en is in 10 seconden bij de finish die maar 5 meter verder is. Een volgende krab krijgt de finish lijn tussen een van zijn scharen: weg finish lijn.





Het drummers zijn er al voor de races en houden een klein klasje. Je mag oefenen op een trommel. Als er weinig animo van de lokale bevolking blijkt te zijn, zijn Reinhilde en ik, Hanneke, daar wel voor in. We genieten intens van een kwartiertje samen trommel muziek maken; hartstikke leuk.


Het drumfestival is fantastisch, naast prachtige, intense trommel muziek wordt er enthousiast gezongen en gedanst in schitterend kostuums. Het is al avond, dus de foto’s zijn ‘s middags gemaakt bij daglicht. Liesbeth gaat samen met de dansers op de fots, zie hier links. Alle deelnemers zijn duidelijk trots op hun Afrikaanse afkomst. Wat een belevenis en bijzonder om mee te maken.
Maandag ochtend varen we naar Store Bay voor de wisseldag. Wassen, opruimen en schoonmaken, want we brengen Liesbeth weg en halen Marja, mijn jongere zus op. We staan met 3 Nederlandse stellen te wachten op bezoek dat arriveert met de Condor vlucht. Grappig en gezellig.

Groetjes,  Liesbeth, Hanneke en Nils