donderdag 27 november 2014

Langs de Maleisische westkust naar Pangkor



De drukke haven van Klang vlak voor KL
Het zijn weer een drietal gemakkelijke dagtochtjes  langs de Maleisische westkust naar Pangkor. 's Ochtends is er een beetje landwind, het land is kouder als de zee, in de middag komt er wind van zee als de zon het land opwarmt. We hebben geluk het grootste deel van de dag is de stroom mee. Omdat het vrijwel nieuwe maan is, is de stroom pittig twee tot tweeënhalve knoop. Die wil je dus niet tegen hebben!
Enorm grote visboerderijen waar hard wordt gewerkt
In de middag van de eerste zeildag trekken donkere wolken over ons heen. Er valt geen regen uit, maar de wind trekt aan tot 20 knopen. We zeilen scherp aan de wind en vliegen door het water met wel acht knopen! Over de grond halen we zelfs 10 knopen met de twee knopen stroom mee, dat schiet op. Die avond ankeren we heerlijk beschut tussen een aantal eilanden, een groot aantal enorme visboerderijen maakt ook gebruik van deze beschutting. Dolfijnen zwemmen om de Pélagie, visarenden cirkelen rondjes boven het water, de zon gaat schitterend onder, wat een mooie ankerplek.
Prachtige zonsondergang
De tweede dag halen we de beschutting van de rivier niet, we varen naar de kant om daar ons anker uitgooien. We blijven zo'n 200 m van de visnetten vandaan en denken dat dat genoeg is. Na een half uurtje komen woedende vissers naar de Pélagie toe, hun enorme drijfnetten  drijven ook met de stroom mee en kunnen niet onder het anker van de Pélagie door! Een visser komt aan boord en snijdt het net door. We maken onze excuses, alhoewel ze geen woord Engels spreken. Een briefje van 50 Ringit, 13 euro, helpt beter. We gaan anker op en varen ruim een half uur om de netten heen, zo groot zijn deze drijfnetten! Uiteindelijk gooien we ons anker uit ver van alle netten en veel verder van de kant. Het slaapt wat onrustig, gelukkig is er weinig wind die nacht.
Veel vissersboten onderweg; deze trekken lange netten; daar moet je niet in verstrikt raken
Ook de derde dag kunnen we zowaar een paar uurtjes zeilen op de zeewind, de rest van de tijd moet de motor bij. Nu liggen we heerlijk voor anker tussen twee eilandjes in een prachtige baai tegenover een luxe resort met huisjes op palen boven het water, zoals we die voor het laatst in Frans Polynesië zagen. We zijn blijkbaar weer in de rijke wereld. Vanmiddag varen we naar de Marina hier om de hoek.
Ook de kleine eilandjes worden gebruikt voor vuurtorens en wonen op palen
Deze rustige dagen op zee hebben we goed besteed, Nils heeft de fotoboeken van Indonesië afgemaakt en ik ben behoorlijk opgeschoten met die van de Pacific. Nu nog goed internet vinden om ze te kunnen versturen.

zondag 23 november 2014

Motoronderhoud is nog niet zo gemakkelijk


Op veel plaatsen langs de Maleysische kust wordt aan landwinning gedaan

Wat een weelde weer in een Marina te liggen. We kunnen allebei onafhankelijk van elkaar van de Pélagie afstappen en onze eigen dingen doen. Het zwembad is heerlijk, we liggen er nog dezelfde middag in. Nils wat langer als ik; prima, ik kan zelf naar de Pélagie.
De Admiral Marina ligt ongeveer 17 km ten zuiden van Port Dickson bij een resort. Verder is er helemaal niets, de winkels zijn een kwartier lopen. Alleen in Port Dickson zelf is een bedrijf wat service levert aan boten. Gelukkig heeft de Marina het telefoonnummer. Ik bel meteen, er zal iemand langskomen. Ook de Rebak Marina, waar we straks het water uitgaan en werk willen laten doen, ligt op een eiland, waar niet veel bedrijven zijn om je te helpen met onderhoud. Vandaar dat we nu vast een aantal dingen willen laten doen.
's Middags is er een teambuildingactiviteit, georganiseerd door de Sail Maleisië Rally. Oefeningen en spelletjes, goed voor de lichaamsbeweging. Ik kijk toe van de kant, mijn voeten hebben nog steeds rust nodig. Nils houdt de eer hoog en wint met zijn team de eerste prijs: een heel groot glas bier, wat ze met z'n allen leegdrinken.
Lang toekijken van de kant is niets voor mij, dus ik ben al weer snel op de Pélagie. Dat komt goed uit want Dhr Lau komt inderdaad langs. Ja, hij kan het motortje van Peltje een onderhoudsbeurt geven, nodig na het zoutwaterbad een tijdje geleden en misschien heeft hij oliefilters.
Nils schiet raak!
Door Negeri Sembilan
De volgende dag, woensdag 19 november, gaan we met de bus de omgeving bekijken. De organisatie neemt ons mee naar een voorbeelddorpje, waar we mogen boogschieten en wat dieren te zien zijn, niet heel spannend.
Eten van de grond, lekker maar niet zo gemakkelijk
De lunch wordt geserveerd op de grond, zoals gebruikelijk voor lokale mensen. Het eten is lekker, niet bijzonder, maar toch voor mij wel wat scherp.
Het oude paleis van de Sultan van Negeri Sembilan
De volgende stop is bij het oude koninklijke paleis, helemaal van hout gebouwd, vroeger zonder spijkers! Nu wordt het gerestaureerd, we kunnen er dus niet naar binnen. We horen hamergeklop, de restauratie gaat blijkbaar wel met spijkers. De laatste stop is bij het legermuseum. Twee uur rondwandelen vindt iedereen te veel, na een uur gaan we huiswaarts. Ik babbel ondertussen op een bankje met een lerares, haar klas doet een uitje.
Nee, dit is niet ons meest geslaagde tripje, integendeel. Gelukkig zijn we op tijd thuis want Mr. Lau brengt het motortje terug en neemt zowaar zes nieuwe oliefilters mee met het zelfde nummer als we van een collega zeiler hebben gekregen. Ze zijn heel goedkoop, maar vier euro!

Naar Kuala Lumpur
De volgende dag staat de bus klaar om ons naar Kuala Lumpur te brengen. Bij het nieuw gebouwde Koninklijke Paleis stoppen we om de hekken, de wacht te paard en het gebouw uit de verte te bekijken. 
Het koninklijk paleis uit 2004
Maleisië is een federatie van een negental staten waarvan er 7 een Sultan hebben. Natuurlijk kan een president niet boven een adellijke sultan staan! Bij de onafhankelijkheid werd een unieke oplossing bedacht: bij toerbeurt zijn de sultans vijf jaar koning. 
Een reuzen Boeddha voor de trap vd Batu Cave
Voor officiële ontvangsten is dit 200 miljoen euro kostende paleis in 2004 gebouwd. Het lijkt verschrikkelijk groot van een afstand; 200 miljoen is niet eens zo veel als je bedenkt dat de restauratie van Huis Den Bosch 47 miljoen kost.
De "Batu Caves" iets ten noorden van KL zijn interessant, zowel vanwege de Hindoe heiligdommen in de enorme druipsteen grot, als de vele aapjes die langs de trappen dartelen en alle plasticzakjes inspecteren en zowaar af en toe een broodje vinden.
Bij de batik zaak krijgen we een demonstratie "met de hand beschilderen van witte zijde". De kleuren vloeien prachtig in elkaar over, net zoiets als aquarel. Hier stopt de aangebrachte lijn van was de verf, zodat bloemen en vlinders duidelijk herkenbaar blijven.
 
Handgeschilderde batik
Bijna laat ik me verleiden tot het kopen van zo'n prachtige sjaal, maar we hebben al zoveel spullen op de Pélagie... Andere zeilers kopen gelukkig wel wat, zodat de gids ook weer zijn commissie krijgt, neem ik aan.
Voor de Petronas Torens
In Maleisië wordt veel tin gewonnen. We nemen een kijkje in een tin bewerkingsfabriek waar prachtige tinnen gebruiksvoorwerpen worden gemaakt. Ik zie niet zoveel, want ik ga in het (dure) restaurantje lekker zitten lezen, goed voor de rust van mijn voetjes.
Eindelijk rijden we rond half drie het centrum van KL binnen. De Petronas Torens zijn indrukwekkend met hun hoogte van  452 meter, ook na 18 jaar glanst het roestvrij staal nog als nieuw. Hier is het Nationale oliebedrijf gevestigd, inderdaad Petronas genaamd. We eten eindelijk een hapje als lunch en Nils loopt rond in de vijf verdiepingen hoge, immens grote Shopping Mall.
Helaas stoppen we op het onafhankelijkheidsplein met zijn mooie historische gebouwen maar heel eventjes. Wel is er nog ruim een uur in een ander winkelcentrum, voor we weer naar de Marina terugrijden. 
De oude Engelse administratie gebouwen naast het oude criketveld
Een interessante dag, maar ik had graag ook andere dingen van KL gezien zoals het islamitisch museum, of Chinatown. Sommige zeilers blijven een extra nachtje in KL, maar nu ik zo slecht kan lopen is dat voor ons niet echt een optie.

Motoronderhoud is nog niet zo gemakkelijk
Vrijdag moeten we nodig aan de gang met de motoren. Eerst maar een nieuw oliefilter er in zetten. Zoals altijd is het wegpompen van de oude olie een smerig karweitje, ons pompje is eigenlijk te klein en de slangen schieten regelmatig los. Maar het lukt en het nieuwe filter zit er al snel in. Olie weer bijvullen en proberen maar. We kijken extra goed, want eigenlijk vinden we deze nieuwe filters wel erg goedkoop. Ik kijk zo goed, dat er inderdaad olie lekt. Drie rondes later, olie er uit, ander filter erin, olie erbij gieten en weer de motor starten en toch weer olielekkage constateren, kom ik er eindelijk achter dat de olie niet uit het filter lekt, maar uit het olie-opzuig-gaatje. Het dopje had ik er nog niet opgedaan!
Bij het heerlijke afscheidsdiner
Tegen die tijd protesteren mijn voeten en mijn ellebogen. Eerst maar even niets. Arnold en Coby van de Drifter komen een biertje drinken. Samen met Arnold kijk ik nog eens goed naar de motor. Het oliereservoir zit onder het filter, om een filter te vervangen hoef je dus niet eerst alle olie er uit te halen. Dat maakt het leven een stuk gemakkelijker.
Zaterdag is het snel gepiept: even het filter verwisselen, olie aanvullen, dorpje op het olie-opzuig-gaatje, de motor starten en... er is geen lekkage.
Nu het zo lekker gaat hebben we ook nog wel energie om de brandstoffilters te verwisselen. Er afhalen is geen probleem. Het huis van het vóór-filter is bijna kapot; gelukkig hebben we een reserve.
Het lukt Nils niet om het nieuwe huis te monteren, de schroef lijkt wel te kort. Na een uur van alles geprobeerd te hebben, gaat Nils het teneinde raad maar zonder O-ring proberen. Ja, dan lukt het binnen 5 minuten, maar gaat het filter dan niet lekken? Als de motor draait, lekt er helemaal niets! En pas dan begrijpen we het: de oude oorring zat nog in het bovenste deel van het filter-huis, wat niet is vervangen.
Motoronderhoud is nog niet zo gemakkelijk voor 2 kantoor klerkjes; alles wat je niet weet, doe je eerst een keer fout. Maar al doende leert men, hopelijk gaat het volgende keer beter.

Heerlijk eten
Zondag doen we onze laatste klus: de hele boot schrobben. Hier hebben we water uit de kraan, zodat we al het aangekoekte vuil en vooral de mee-geregende oliedruppels van de raffinaderij van Singapore te lijf kunnen gaan. Na drie uur hard werken ziet de Pélagie buiten van boven een stuk beter uit. Het onderwaterschip zal ook wel aandacht nodig hebben, dat doen we als we op een ankerplek liggen met helderder water.
Bij het diner wordt gedanst
We zijn net terug van ons officiële afscheidsdiner hier in de Admirals Marina. Het eten was heerlijk,vooral ook het uitgebreide toetjes buffet. Er werd zelfs voor ons gedanst. Namens alle zeilers mocht ik iedereen bedanken.
Morgen vertrekken we voor de 150 mijl naar de volgende Rally stop, de marina in Pangkor. Omdat we hier 's nachts niet willen doorvaren, zullen we er drie of vier dagen over doen.

dinsdag 18 november 2014

Nederlandse grafstenen in Malakka



Een front bij zonsopgang in de straat van Singapore

Met het busje van de marina gaan we op donderdag 14 november naar een groot winkelcentrum. We kijken onze ogen uit, hier is net als in Singapore alles te koop, kaas, kipfilet, yoghurt; we laden ons karretje vol. We vinden zelfs een broodmes, zodat we ons zelfgebakken brood beter kunnen snijden.
‘s Middags doen we nog een laatste was, surfen we heerlijk op het internet van het café en genieten van een lekkere maaltijd op de kant. Vrijdagochtend vertrekken we met het eerste licht om zes uur, samen met de Relax en de Felucca. We varen langs de drukke scheepvaartroute naar het noordwesten. Nee, zeilen is er niet bij, er is bijna geen wind en wat er is, is tegen. Alleen de fok helpt een heel klein beetje. Gelukkig hebben we gedurende de hele ochtend stroom mee; als in het begin van de middag de stroom een knoop tegenstaat,  zijn we bij onze ankerplek, achter een eilandje.
Helemaal beschut liggen we niet, als het tij wisselt midden in de nacht liggen we een uurtje te schommelen.
De volgende ochtend vertrekken we weer om zes uur om de stroom zoveel mogelijk mee te hebben. ’s Nacht varen doen we hier niet, er zijn te veel onverlichte bootjes en netten. Die nacht liggen we een stuk rustiger achter een punt van het vasteland.
De Pélagie voor anker bij Malakka; rechts de landwinning
Ook de derde dag vertrekken we vroeg en motorzeilen stevig door, want we willen in het begin van de middag bij Malakka voor anker gaan. Er is wel een marina , maar die heeft zo weinig beschutting tegen de windstoten die hier in een regenbui normaal voorkomen, dat die gevaarlijk is: de masten van zeilboten kunnen elkaar raken. Het is een beetje spannend, kunnen we tot vlak voor de stad komen? Met Peltje willen we geen mijlen moeten varen om de stad te kunnen gaan zien. Het gaat prima, op 3 m diepte is de stad nog maar een halve mijl weg. Bovendien dempt de modder de golven en liggen we in een beschutting van nieuwe landaanwinning; prima dus.
Het gerestaureerde Nederlandse waterrad in de rivier van Malakka
Met Peltje varen we de rivier op, waar nu een grote snelweg overheen loopt. We vinden een oude, niet gebruikte steiger, waar we Peltje goed kunnen aanmeren. Dan is het nog maar een kwartiertje open naar de stad. 
Malakka was in de 13e en 14e eeuw al het centrum van de handel tussen China, de Arabieren en Afrika. De passaatwinden veranderen hier twee keer per jaar van richting. Malakka was de tussenstop; als de jonken uit China alweer terug gingen met hun passaatwind, kwamen de schepen uit Arabië en Afrika een paar weken later aan.
Een straatje een China Town
In de 16-de eeuw werd Malakka veroverd door Portugal, 130 jaar later door de Nederlanders. Daarna ging het achteruit, want de Nederlanders hieven veel belasting: zij stimuleerden schepen naar Batavia te komen, hun centrum voor de specerijenhandel. Tot overmaat van ramp verzandde de Malakka rivier, vandaar dat het oude centrum grotendeels bewaard is gebleven. Het staat nu op de wereld-erfgoedlijst van Unesco.
Eten op straat, gezellig en lekker!
Met deze informatie uit de Lonely Planet in ons achterhoofd, valt Malakka wat tegen. Ik heb dan toch al gauw een soort stadje als bijvoorbeeld Hoorn in gedachten. Maar dat is natuurlijk geen vergelijk, ze zijn hier nog maar net begonnen met het restaureren; heel veel gevels zien er gewoon slecht uit. Er zijn wel een paar aardige gebouwen zoals het stadhuis uit de Nederlandse tijd, dat nu dicht is vanwege restauratie. Het oude waterrad en een deel van het oude fort zijn ook mooi opgeknapt.  Een Portugees oorlogsschip is nagebouwd en als maritiem museum ingericht, leuk. Vooral de modellen van oude lokale schepen zijn leuk om te zien.
Samen met Ian en Ty van de Felucca drinken we gezellig een biertje en wandelen over de zondagse "Food Markt". De Jonkerstraat is ineens volgebouwd met openlucht keukentjes met kleine tafeltjes en krukjes waar je op kunt zitten. 
Met een fel gekleurde riksja met flikkerende lampjes terug naar Peltje
Er lopen allerlei mensen rond en ook wij proeven kleine hapjes bij wijze van avondmaaltijd, erg leuk en gezellig. Mijn voeten doen pijn van het lopen, dus gaan we met een fietstaxi terug naar Peltje. Deze riksja's zijn echt voor toeristen, ze hebben felle kleuren en nu in het donker flikkeren de lichtjes.
De volgende ochtend halen we de fietsjes tevoorschijn, met hielspoor is fietsen gemakkelijker dan lopen. Het doet me denken aan vier jaar geleden in de Canarische eilanden, waar ik ook last had van hielspoor en fietsen een oplossing was.
Met de fietsjes in Peltje naar de stad
Gelukkig zien de fietsjes na een jaar in de voorpunt van de Pélagie er nog goed uit. Nils hoeft alleen de banden op te pompen en wat onderdelen te smeren. Wij en de fietsjes passen net in Peltje en om half tien zijn we er klaar voor, we gaan het fietspad langs de rivier uitproberen. Dat is hartstikke leuk, we rijden langs kleine restaurantjes, winkeltjes, tuinen en prachtig beschilderde huizen. Overal langs het pad staan potten met kleurige bloemen. 
Het wandel/fietspad langs de rivier
Nu op maandagochtend is het heerlijk rustig op dit wandel/fietspad en het is natuurlijk lekker vlak! Het gaat niet altijd goed, soms is het gewoon afgesloten en moeten we een ommetje maken over de straat. Wat verder van het centrum zijn grote flatgebouwen in aanbouw. De auto is hier blijkbaar belangrijk: de onderste verdiepingen zijn een parkeergarage. Ook is er een klein pretpark, volgens de borden door de overheid gebouwd. Geen succes: de monorail staat er zielig en verroest bij.
Aan de warme en koude koffie
Na een heerlijk kopje koffie bekijken we een gerestaureerde winkel uit de 18e eeuw. Helaas is die niet ingericht maar toch leuk om de indeling van een oud huis te zien. Er is een gedeelde waterput met de buren op het kleine binnenplaatsje.
Met Ian en Ty hebben we afgesproken om de "River Cruise" te doen. Deze volgt de rivier waar we al eerder hebben gefietst, toch nog leuk. We eten lekker en goedkoop, 2 tot 3 euro pp, in een van de restaurantjes langs de rivier. Die middag bekijken we de oude vestingwerken en de ruine van de kerk boven op de heuvel. Hier staan manshoge grafstenen met Nederlandse tekst; de geschiedenis is tastbaar. 
Een Chinese tempel uit 1852; nog altijd volop in gebruik
We fietsen heerlijk door het stadje langs tempels, moskeeën en door China Town. In de oude wijk uit de twintiger jaren, Morton, nemen we een kijkje in een open gesteld huis, Villa Sermosa.
Villa Sermosa van buiten en een prachtig gedekte tafel binnen
Alleen de jongste dochter woont er nog, in haar eentje in de keuken; de rest van de huisinrichting is nog van voor de tweede wereld oorlog.
's-Avonds eten we erg lekker en weer heel goedkoop in een Food Court: allemaal kleine keukens waar je voor een paar euro een maaltijd bestelt die ter plekke wordt klaargemaakt. Samen met andere inwoners eten we gezellig onder de straatlantaarn, tafels en stoelen staan op de stoep, leuk!
Ook in het donker lukt het de fietsjes in Peltje te krijgen en heelhuids op de Pélagie aan te komen. 

De volgende ochtend varen we verder naar het Noorden. Langs de kust liggen raffinaderijen en grote steigers waar zeeschepen stookolie kunnen laden. We verbazen ons over de vele grote flatgebouwen die we langs de kust zien!
Nu motorzeilen we heerlijk rustig naar de Admiral Marina bij Port Dickson, de volgende stop in de Maleisië Rally. Hier willen we wat klussen doen aan de Pélagie, dus liggen we voor het eerst sinds juni dit jaar weer eens in een marina. Deze heeft een heerlijk zwembad; daar gaan we straks lekker induiken!