donderdag 31 oktober 2013

Het waddengevoel bij Fraser eiland

 
Zandbanken met pelikanen vóór Fraser eiland
Vrijdag heeft Dillon van de Orion een uitstapje naar de rumfabriek in Bundaberg georganiseerd. Hier wordt veel suikerriet verbouwd en uit de melasse, het afvalproduct van de suikerverwerking, wordt rum gemaakt. De fabriek dateert al uit 1880, héél oud, zeker voor Australische begrippen.
De rondleiding is aardig, het leukste zijn de 2 glaasjes rum en rum-likeur die we aan het eind mogen proeven. Best lekker, maar hier kost een fles rum 30 dollar; in Panama betaalden we maar 8 dollar per fles, dus we laten dit even passeren. 
We gaan ook nog naar een frisdrank „brouwerij“ daar wordt op een ludieke kinderlijke manier de produktie van o.a. gember“bier“ uitgelegd. Ook hier mogen we proeven, binnen een kwartier krijgen we 10 soorten drankjes voorgeschoteld, wel een beetje snel en veel! Toch weer een interessante belevenis. Het openbaar vervoer terug naar de marina rijdt niet meer later in de middag, dus brengt een taxi uitkomst. Een duur dagje uit, de goedkope Pacific tochtjes zijn passee.
Na veel overleg met de Kahiba die ook langs de kust naar het zuiden moet, besluiten we toch zaterdagochtend te vertrekken. Eerst moet de motor bij, want de wind is tegen maar later wordt het een heerlijk zeildag. We genieten ervan weer onderweg te zijn. We gaan voor anker bij Moon Point, de noord punt van Fraser eiland, dat vlak voor de kust ligt. Er zijn hier zwart-wit pelikanen, leuk. We zijn weer in de bewoonde wereld, overdag en nu ook bij de ankerplaats zien we behoorlijk veel andere boten. De lichtjes van een stad glinsteren in de verte. 
De Kahiba voor de kust van Fraser eiland
De volgende dag zeilen we om 6 uur ’s ochtends verder, we moeten langs een ondiep stuk, bij voorkeur bij wat hoger water. Het is spannend zeilen tussen Fraser eiland en het vaste land door, de wind is ook heel variabel in richting en sterkte. Gelukkig hoeven we de Kahiba maar te volgen, Gunnar komt uit Brisbane, dit is zijn achtertuin. Overal om ons heen zien we ondieptes, de zandplaten komen boven het water uit; het is net of we in de Waddenzee varen. Fraser eiland is het grootste zandeiland ter wereld, de zandbanken zijn aan de kust behoorlijk steil, een mooi gezicht. Ruim voor donker kan het anker de grond in vlak bij de landpunt aan de zuidkant van het eiland. 
Gunnar en Eva hebben daar met zijn dochter en haar vriend afgesproken om op het strand te BBQ-en, wij zijn ook uitgenodigd. Tegen donker zitten we in ons bijbootje om naar de kant te varen. Een hele expeditie, het baai is erg ondiep, dus het gaat maar net. Daarna moeten we nog een heel eind lopen over het strand, en de dochter van Gunnar vinden... pas na een half uur zoeken in het half donker komen we elkaar toch nog tegen.
De BBQ is gezellig en lekker, maar nu moeten we wel in het pikdonker weer terug. Peltje ligt nog op dezelfde plek, maar het water is niet gestegen, het is nog verder gezakt! We waden in het donker door het water, de ankerlichten van onze boten geven de richting aan. Peltje moeten we zelfs dragen, het blijft maar ondiep. Eindelijk blijft Peltje drijven, kan de motor naar beneden en varen we het laatste stukje. Wat een opluchting als we weer veilig terug zijn op de Pélagie. 
De Pélagie langs de Australische kust
Gunnar en Eva blijven hier nog een paar dagen, wij varen de volgende ochtend bij het eerste licht door naar Mooloolaba. Het is spannend om over de drempel naar de zee te varen, het ondiepste punt, te zien door de grote brekers die erover heen slaan, ligt op een andere plek dan onze kaart aangeeft.  Alles gaat goed, we zijn blij als we weer op zee zijn! De krijtrotsen langs de kust schitteren in de zon. In de loop van de dag trekt de wind steeds meer aan, het slechte weer komt er inderdaad aan. De volgende dag waait het hard; wij liggen tevreden en beschut in de marina. 
Op naar de supermarkt
Mooloolaba is een grote plaats, ruimte zat, alles ligt ver van elkaar met grote brede wegen er tussen. Onze fietsjes zijn dus erg handig, maar we moeten wél een helm op, we zijn tenslotte in het bureaucratische Australië. Ook geld wisselen en een simkaart kopen kan alleen met een echt paspoort, een fotokopie is niet voldoende! Onze Europese gasfles is niet goed genoeg, er zit geen ontluchtingsknop op dus vinden ze het hier niet veilig, in tegenstelling tot alle andere landen waar we zijn geweest! We zullen toch echt een andere gasfles moeten kopen.  
 We gaan onze klussenlijst afwerken en het vervangen van de verstaging voorbereiden. De Pélagie blijft hier liggen als wij op 7 november voor 5 weken naar Nederland gaan. We kijken er naar uit om iedereen weer te zien!

vrijdag 25 oktober 2013

In Australië aangekomen

Door het Chesterfield rif
De laatste 450 mijl naar Australië zijn een fluitje van een cent. De tocht door het Chesterfield rif is mooi, de route gaat tussen 2 zandeilandjes door, de riffen er omheen zijn duidelijk zichtbaar en er zitten heel veel vogels. Eenmaal op de oceaan de wind is heerlijk stabiel en komt ruim van achteren in. We gaan heel comfortabel met 6 tot 8 knopen richting Bundaberg. Wat een mooie laatste tocht over deze oceaan!
Volgens plan ligt meren we maandag in de loop van de ochtend aan de quarantaine steiger van Mrina Bundaberg. We lunchen met onze laatste kaas! Immers hier in Australië zijn ze erg nauwkeurig; je mag geen vlees en groenten naar binnen brengen; ook worden alle voorraad en zelfs de souvenirs op beestjes gecontroleerd. De 2 pakjes gehakt uit onze diepvries moeten er aan geloven, net als de 5 uien en 2 knoflook bollen die we nog over hebben. Nou ja, we kunnen hier weer nieuw kopen.
De Orion komt na ons aan; samen met Sally en Dillon vieren we onze succesvolle oversteek met een lekker etentje in het kleine dorpje een half uurtje lopen van de marina, heel gezellig. De FlapJack is hier ook, ze staan ondertussen op de kant om hun boot op te knappen voor de verkoop. We praten gezellig bij met een borrel op de Pélagie.
Bijpraten met Pauline, Robin en Sally
Dinsdag gaan we Bundaberg in; een doorsnee Australische stad. Wat een winkels; alles is te koop. Historische gebouwen zijn er natuurlijk niet, wel prachtige brede straten en wegen met nieuwe grote auto’s. De welvaart spat er van af. We realiseren ons hoe goedkoop de Pacific was; geen liggeld voor marina’s en weinig andere kosten, er was gewoon niet veel te koop. Hier is dat anders, de marina kost hier 45 euro per nacht alle prijzen zijn vergelijkbaar met Nederland. In deze marina zijn zelfbedienings-wasmachines – de was doen is wel weer heel goedkoop.
Het weer is heerlijk, zo’n 23-25 graden met een verkoelend briesje; vanuit onze plek in de marina hebben we een mooi uitzicht op de rivier. Papagaaien, reigers en roofvogels hebben we al gezien. We willen vrij snel naar Mooloolaba, daar hebben we een plaatsje voor de Pélagie gereserveerd als we naar Nederland gaan. De komende 2 dagen staat de wind verkeerd, dus zaterdag denken we te vertrekken voor dese 3 daagse tocht langs de Australische kust.
We genieten hier van een paar rustige dagen met wat klusjes. Nils ligt veel in bed met een beetje koorts en wat griep verschijnselen, maar voelt zich vandaag alweer beter. Met internet op de Pélagie zijn we weer in contact met de rest van de wereld.
De foto's van de Huon en Chesterfield staan er nu bij de vorige verhalen, dus kijk even terug.

zaterdag 19 oktober 2013

Laatste stop: Chesterfield rif

Het is ruim 280 mijl van het Huon naar het Chesterfield rif. Ook daar moeten we midden op de dag aankomen, het ziet er best lastig uit op de kaart.
Nils zet het sleepanker uit
We verwachten er 2 dagen en 2 nachten over te doen, maar de eerste anderhalve dag is er veel minder wind dan voorspeld. Dan maar een nachtje langer op zee en in de ochtend aankomen, denken we onbezorgd. Dus dobberen we de tweede dag in de windstilte op een blauwe gladde zee. Maar in de loop van de middag begint het toch te waaien! In één nacht halen we het niet, we moeten er nog 2 nachten over doen. Met de zeilen volledig gereefd gaat de Pélagie nog steeds meer dan 5 knopen, dan komen we 's ochtends in het donker aan. We besluiten onze sleepzak te gebruiken om de vaart uit de Pélagie te halen. Die is sinds Nederland nog niet gebruikt, dus eigenlijk is het een goede oefening. Na een uurtje staat hangt alles achter de Pélagie en gaan we nog maar drie en een halve knoop; dat is beter.
Genieten van vers gebakken brood
Als ik de wacht van Nils overneem, gaan we toch weer bijna vijf knopen; dat is te snel! De zak remt minder af, is er iets stuk? Dat is niet te zien in het donker, ook al is het volle maan. Dan maar een langere weg nemen, we laten de Pélagie zigzaggen naar de ingang van het rif. Ondertussen maken we ons zorgen, is er niet té veel wind om zomaar door een rif te varen? 
Héél veel vogels op het Chesterfield rif


In de ochtend komen we volgens plan om 8 uur bij de de ingang van het rif. Bij het binnenhalen blijkt de sleepzak inderdaad aan flarden! Misschien zat een van de lijnen toch niet helemaal goed, of misschien waren de naden van de zak na 11 jaar gewoon versleten. Eenmaal in het rif kloppen onze kaarten en waypoints precies, zelfs het rotsje waar we ruim langs moeten, zien we in de verte blinken in de zon. Er liggen zowaar nog 2 andere boten, ook weer gezellig! Het gaat prima, we hebben ons voor niets zorgen gemaakt.
Schildpad komt het strand op
Het is ook hier weer schitterend! Het Chesterfield rif bestaat uit een aantal kleine zandeilandjes, sommigen met kleine struik-bomen. Overal nestelen vogels, je ruikt hun poep al van verre! De vogels zitten in grote getale op het strand, in de lucht en op hun nesten, op de grond of in de boompjes. Ook hier zien we schildpadden, niet vanaf de Pélagie maar wel in het water en ook op het strand; schitterend.
Helemaal alleen voor het Chesterfield rif, prachtig snorkel gebied
De zachte en harde koralen voor het strand zijn prachtig van kleur, als we er snorkelen. Er zit veel vis, ook een aantal grote roofvissen en ik zie een grote blauwe trigger-vis. Als we met Peltje aan komen varen, vlucht een haai weg; onder water komen we een schildpad tegen die statig langs zwemt; wat een ongerepte wereld!

Australië wacht, de wind wordt over een paar dagen hard in dit gebied dus vertrekken we vrijdag 18 oktober in de middag voor de 450 mijl naar Bundaberg. Met halve wind en een relatief rustige zee, maken we nu zaterdag 19 oktober, prima voortgang met ongeveer 6 knopen per uur; nog 322 mijl te gaan. We verwachten maandag in de loop van de dag aan te komen, áls de wind gaat doen wat de voorspellingen zeggen.
----------
radio email processed by SailMail
for information see: http://www.sailmail.com

zondag 13 oktober 2013

Huon rif, vèr van de bewoonde wereld

Op het Huon rif;
Na al die uitstapjes doen we het een paar daagjes rustig aan. We zeilen de Pélagie naar een baaitje om de hoek, Surundu Bay en genieten van de rust en het mooie snorkelen in het heldere water. Ook in deze ondiepe baai zien we weer zeekoeien, leuk!
Tussen alle bedrijven door vervangt Nils nog „even" de anode tussen de schroef en het staartstuk van de motor. Hij moet onder water alles demonteren en weer monteren. Dit akkefietje hebben we al eens eerder bij de hand gehad, maar toen heeft Frits van de Bella Ciao ons geholpen. Nils heeft de kunst goed afgekeken, het lukt hem prima. Zeker als we zijn snorkel een beetje verlengen met een stukje tuinslang, zodat hij kan ademen terwijl hij onder water bezig is de schroeven aan te draaien.
Dinsdag varen we terug naar Luganville om er de volgende dag uit te klaren en boodschappen te doen voor onze oversteek naar Australië.

Donderdag vertrekken we ondanks dat er voor die ochtend onverwachts meer dan 22 knopen is voorspeld. We denken dat dat wel mee zal vallen, maar dat doet het dus niet! Als we eenmaal uit de beschutting van het eiland zijn, is de wind hard én behoorlijk tegen. Met een aantal riffen in het zeil doet de Pélagie het prima; geholpen door de stroom gaat ze ruim 8 knopen. De bemanning zit buiten om de zeeziekte de baas te blijven en krijgt een paar grote golven over zich heen! We zijn allebei kletsnat, dat is lang geleden!
Later in de middag wordt het wat rustiger, maar dan ligt Nils al in bed. Hanneke stuurt, geholpen door een zeeziekte pilletje, de Pélagie de nacht in. De volgende dag varen we comfortable voor de wind; het wordt toch nog lekker zeilen.


Parende schildpadden rond de Pélagie bij het Huon rif
Op de grens van de Pacific en de Koraalzee ten oosten van Australië liggen een aantal riffen. Van het Huon rif hebben we van zeilvrienden de coördinaten gekregen. Op onze kaarten ziet het er erg overzichtelijk uit, doen dus. Dan moeten we er wel in de loop van de ochtend aankomen om eventuele ondieptes goed te kunnen zien! Dat lukt prima, op zaterdagochtend 12 oktober zien we het rif en het kleine lage zandeiland voor ons opdoemen. Om elf uur valt ons anker in prachtige zandgrond, wat verder van het eiland, want zo ver van de bewoonde wereld willen we niet dat ons anker per ongeluk in het koraal verward raakt.
Er zwemmen schildpadden rond de Pélagie. Met de verrelijker zien we dat ze druk aan het paren zijn. We zien wel 6 stellen rondzwemmen. Het mannetje kruipt met veel gespetter bovenop het vrouwtje en blijft daar wel een uur of langer zitten. Vaak zwemt er een rivaal achter het stel aan, in de hoop dat hij straks ook een kans krijgt! Als we met Peltje gaan kijken, duiken ze onder, maar hun positie verandert niet. Nils gaat later zwemmend naar een stelletje toe om foto's te maken. Ze trekken zich niets van hem aan, bijzonder!


Heel veel vogels bij het Huon rif
Er zijn hier ontzettend veel zeevogels. De bruine Jan van Genten zijn heel nieuwsgierig en komen een kijkje nemen bij de Pélagie. De tweede dag zijn ze zo aan ons gewend dat er vijf vogels voor op de verstaging zitten, die zich van ons niets aantrekken. Voor het strand liggen koraal banken. Er is best veel vis, we zien bij het snorkelen weer veel nieuwe soorten met prachtige kleuren. 
Op het moment dat we voet aan wal op het eiland, gaat een deel van de duizenden vogels prompt op de wieken, een magnifiek gezicht. Pas als we rustig in het gras gaan zitten, komt iedereen een beetje tot bedaren. Er is hier een broedkolonie van de bruine en witte Jan van Genten, boobies op zijn Engels, en de kleinere zwarte stern. We zien alle stadia: vogels die nesten bouwen, eieren uitbroeden, en jongen in verschillende groottes; zo grappig. De jongen van de Jan van Genten zijn bij geboorte helemaal kaal en zitten diep onder een van de ouders verstopt. Veren krijgen ze pas later. De jongen van de bruine sternen zitten verborgen in het gras, we moeten goed uitkijken om er niet op te trappen. De vogels zijn duidelijk niet gewend aan mensen, ze zijn nauwelijks bang.
Jan van Gent met jong
Vooral als ze een jong te beschermen hebben, kunnen we heel dicht bij komen. Dat doen we maar niet te veel, we laten ze zoveel mogelijk met rust. We genieten volop van alle die schitterende vogels die zweven op de wind.
Op het strand zien we verse sporen van zeeschildpadden die 's nachts hun eieren zijn komen leggen. Grote kuilen op de rand van gras en zand geven aan waar gegraven is. Schildpadden leggen met tussenpozen van een week, wel drie of vier keer eieren in het seizoen; vandaar dat er zo druk gepaard wordt in deze baai, al die eieren moeten ook bevrucht worden.
Aan het eind van de eerste middag zien we wat bulten op het gele zandstrand.
Aan het eind van de middag komt een schildpad op het strand
om haar eieren te leggen
We concluderen dat het rotsen moeten zijn, géén schildpadden, ze bewegen niet. De tweede middag zien we dezelfde bulten, maar nu op andere plaatsen! Rotsen bewegen niet, dus misschien zijn het wel schildpadden die vroeg het strand opkomen om hun eieren te leggen. We gaan meteen kijken en ja hoor, de eerste bult is een schildpad die op het punt staat het water uit te komen. Ze neemt er alle tijd voor, en komt niet verder dan de vloedlijn. Hebben we haar afgeschrikt? Een tweede vroege schildpad is al omhoog gekropen en begint met haar nest uit te graven. Het zand vliegt alle kanten op onder haar poten vandaan.

We willen voor donker terug zijn op de Pélagie en laten de schildpadden rustig hun eieren leggen. In het water zien we er nog een paar de kant naderen. Verderop zien we nog meer bulten verschijnen waarvan we nu weten dat het wel degelijk schildpadden zijn. Wat bijzonder omdat hier zo te mogen meemaken!

We vinden het hier schitterend; al dat dierenleven, zo ongerept. Het is heel bijzonder om hier als enige schip te liggen. Er zijn totaal geen sporen van enige menselijke activiteit, er ligt zelfs geen plastic afval op het strand, alleen wat hout en kokosnoten. Blijkbaar regent het niet genoeg om de kokospalm hier te laten groeien; er is geen boom of struik te bekennen op dit kleine eiland.
Morgen gaan we weer verder en willen nu ook stoppen bij het andere rif waar we de coördinaten van hebben, het Chesterfield rif. We zijn benieuwd!

----------
radio email processed by SailMail
for information see: http://www.sailmail.com

dinsdag 8 oktober 2013

Wrakduiken en Canyonen.

Espiritu Santo is een duik- en snorkelparadijs: het zicht is heel goed en de riffen zijn gezond. Speciaal Luganville is interessant door een bijzonder wrak dat er ligt: 
De USS President Coolidge.
Dit was een luxe cruiseschip, dat in WW2 omgebouwd is tot troepentransport schip. In oktober 1942 kwam het met 5000 man troepen aan bij Luganville. Hier was een verzamelpunt, meer dan 1 miljoen soldaten zijn er geland en doorgevoerd naar de slagvelden. Ht wachten op loodsen duurde de kapitein van de Coolidge te lang, hij was bang voor een aanval van japanse bommenwerpers en besloot zonder loods naar binnen te varen. Volgens zijn onvolledige gegevens kon dat. Het schip voer recht in een net aangelegd mijnenveld en werd door twee US-mijnen getroffen.e kapitein wist het schip op een rif te varen en alle opvarenden (er waren maar 2 doden) verlieten het met achterlating van alle persoonlijke eigendommen, want "die konden later opgepikt worden". Het achterschip zonk en de boot kantelde, gleed op de zijkant het rif af naar beneden. Het schip is meer dan 200m lang. Het bovenste stuk ligt op 21m en het diepste op 67m. (Bijna) alles ligt er nog in en moet blijven liggen (historisch monument). Voor elk wat wils, duikers mogen er in en alles bekijken, maar niets meenemen.
Dat lijkt ons ook wat, maar we willen niet te diep duiken. Op 4 oktober bekijken we alleen boven de voorste 40m schip tot 25m diepte, met een kijkje naar binnen door de open vrachtluiken. Wat een enorm gevaarte, zo groot! Er groeien al veel koralen en er zijn heel veel vissen. Een prachtige, interessante duik.
Duikers die naar het diepste deel van dit wrak duiken, moeten lang op 6 meter blijven om het overtollig stikstof in hun bloed kwijt te raken, decompresseren heet dat. We zien onder water duikers aan het kaarten op 6m diepte! De plastic kaarten worden onder een gewicht gelegd om ze niet weg te laten drijven.
 

Million dollar point
De tweede duik van de dag is ruim 2 uur na de eerst duik, dus met voldoende tussentijd, waarin we lunchen en resten van een vliegtuig bekijken.
Na WW2 had de US nogal wat overtollig materieel. Dit boden ze aan aan de Fransen en Engelsen (die samen de Nieuwe Hebriden, nu Vanuatu, beheerden) voor de symbolisch lage prijs van 1 miljoen US$ aan. Die beweerden dat geld niet te kunnen betalen (volgens de legende in de hoop het voor niets in handen te krijgen).
De US had een mooie lange noodpier gebouwd. Al het overtollig materieel werd gestript, beschadigd en via de pier in zee gedumpt: buldozers, vrachtwagens, jeeps, voorraden (etensborden, colaflessen), onderhouds materieel enz. Wat niet in zee kon werd op land opgeblazen. Deze vuilnisbelt is nu een interessante duikplaats. Het is schokkend om over zoveel vernietigd materiaal te zwemmen. Het vormt nu een soort onnatuurlijk rif met veel koralen en vis.

Millennium Cave
Een dag later gaan we naar de Millenium Cave, een grot waar de lokalen al vele generaties zwaluwnestjes en vleermuizen oogsten.In 2000 besloot het dorp er een toeristische attractie van te maken en gaven het naar het jaar de naam Millenium Cave. 
Een veerooster vlak voor het dorp
De toer is goed georganiseerd. We gaan met een busje over een onverharde weg langs een oud oorlogsvliegveld (alleen stukken landingsbaan zijn te zien), tot de weg ophoudt. We moeten te voet over een bamboebrug een ravijn over naar het dorp, waar dragers klaar staan om allerlei in de stad ingekochte materialen voor het dorp (en onze bagage, een gezin blijft er 2 nachten logeren) mee te nemen.
We komen door grote stukken omheind bos waar koeien en paarden grazen. Wij kunnen er door via "veeroosters", die bestaan uit een diepe kuil met twee houten balken er over.

Klaar om de grot in te gaan!
In het dorp kunnen we ons omkleden voor de grot en wat we niet nodig hebben achterlaten. Onze zelf meegebrachte lunch geven we in een rugzak mee aan dragers. Dan lopen we in een half uur naar de grot dwars door het bos. De dragers nemen zwemvesten, onze lunch en niet waterdichte camera's mee naar de uitgang van de grot: wat een service. Voor we naar binnen mogen, worden onze gezichten beschilderd om de geesten gunstig te stemmen.
Even uitrusten in de grot
Met onze gekregen zaklantaarns gaan we de wel 30 meter hoge grote binnen. Niets geen verlichting of een mooi aangelegd voetpad. We klauteren over rotsen en stenen, gaan tot ons middel door water langs indrukwekkende druipsteenformaties, puur natuur! De grot zit vol zwaluwnesten met jongen, vleermuizen en een aantal ongevaarlijke insecten; allemaal alleen zichtbaar in de stralen van onze zaklantaarns, het is aardedonker. We zien zelfs rivierkreeften.
Onze persoonlijke gids is heel behulpzaam. Ik, Nils, krijg konstant hulp bij het klauteren en wordt gewaarschuwd als het glad wordt. Hanneke kan het wel alleen af, vindt hij terecht. Na de grot zitten de dragers al op ons te wachten, we eten onze lunch, krijgen zwemvesten om.

In de Canyon, hier moeten we zwemmen!
Nu begint het canyonen. Alweer klauteren, door water lopen en hele stukken zwemmen. Alleen niet springen zoals in de snakegorge in Oman. Op moeilijke plaatsen zijn handgrepen of ladders aangebracht,soms een ketting, allemaal op natuurlijke manieren. De rotswanden rijzen steil omhoog, toch nog begroeid, een indrukwekkend gezicht. Hoog boven ons zien we een bamboebrug, dat is de route als er te veel water en stroming staat in de canyon, vertelt de gids.
Aan het eind zijn we vlak bij het dorp, alleen veel lager.

Gehaald!
Dus klimmen we een aantal heel lange ladders en rotsen op naar boven. Het laatste stuk is vlak.
In het dorp staat koffie en vers fruit klaar, er zijn ruimten waar we droge kleren kunnen aantrekken. Even na vieren zijn we terug in Luganville, een hele ervaring rijker en trots op onze prestatie. Het geld wat het dorp verdient door deze tour wordt o.a. gebruikt om een nieuwe school te bouwen voor de 8 dorpen in het gebied rond de grot.

Nog een paar daagjes snorkelen en dan gaan we ons en de Pélagie voorbereiden voor de oversteek naar Australië.

zondag 6 oktober 2013

Bruiloft op z‘n Vanuatu‘s

Pélagie in Asanvari Bay; kinderen spelen op het strand
Maandag 30 september zeilen we helemaal langs het eiland Pentecoast naar het volgende eiland Maewo. We genieten van de uitzichten en de vlakke zee in de relatieve luwte van Pentecoast; alleen de straat tussen de beide eilanden is hobbelig. De Asanvari baai is prachtig beschut door groene beboste bergen met zelfs een waterval, maar het anker wil niet pakken. Gelukkig ligt er mooring, waar we aan vast maken.
‚s Middags wandelen we door de dorpjes aan deze spectaculaire baai met waterval; er is zowaar een „Jachtclub“, die ook de mooringen heeft gelegd. Ook zijn er een paar restaurantjes en resorts in het dorp, er komt hier af en toe een klein cruiseschip. Onze buren aan de andere mooring gaan er eten, al blijkt het later aan de dure kant te zijn, 15 dollar p.p.
Schoolklas
De Jachtclub organiseert op ons verzoek voor de volgende middag een traditionele dansvoorstelling. Als ik de volgende ochtend door het dorp wandel en bij de school wat pennen en schriften afgeef, blijkt er een bruiloft voorbereid te worden. De gom, die uit een ander dorp komt, zal vandaag varkens en geld betalen aan de familie van de bruid uit dit dorp. Er zal ook nog een feest zijn in zijn dorp waar het paar zal gaan wonen, wordt me verteld.

Voorbereidingen voor de bruiloft bij de Nakamal, gmeenschapshuis
Er wordt hard gewerkt aan de voorbereidingen voor de maaltijd: de vrouwen halen groenten en taro van het veld, de mannen maken een groot vuur om de stenen te verhitten waarmee de groenten en de varkens in een gat in de grond gekookt zullen worden. De rest van het dorp zit gezellig op de grond te kletsen, de vrouwen en kleine kinderen aan de ene kant van de „nakamal“, het gemeenschapshuis, de mannen aan de andere kant. De familie van de bruid wordt overgoten met water en zand tot grote hilariteit en plezier van alle aanwezigen.
Later zien we vanuit de Pélagie de mannen dansen en zingen in een grote kring de „nakamal“, het gemeenschapshuis. Als we ‘s middags naar de Yachtclub gaan voor de dansvoorstelling, neem ik een kadotje mee voor de bruid. Die is erg verlegen, het lijkt wel of ze het feest ter hare ere niet ziet zitten, maar ze heeft haar man wel zelf mogen kiezen. Haar kleren zijn net zo oud en vuil als de rest van het dorp. Ze heeft al een baby van 10 maanden met haar toekomstige man.


Traditionele dansen
De dansen zijn interessant om te zien, de mannen dragen traditionele pandamus-mat kleding met rammelaars om de enkels. Er is een hand drum voor het ritme en er wordt gezongen. De dansen hebben een afwisselend ritme en andere woorden. De rest van het dorp kijkt deels mee, vooral de kinderen.

Het eten is klaar en wordt uit de kuil gehaald
Na de voorstelling is het eten van de bruiloft klaar, ook wij worden uitgenodigd. In het gemeenschapshuis wordt alles wat gekookt is zorgvuldig verdeeld over bananenbladeren die als bord en verpakkingmateriaal dienen. De bruid gaat later de pakjes uitdelen. Natuurlijk is er ook kava. Wij vertrekken om het dorp zelf zijn feest te laten vieren. Dat duurt niet zo lang, om 18:00 uur is het donker, ook in bij het gemeenschapshuis aan het strand.

Het is prachtig snorkelen in deze baai. Het zicht is fantastisch en er is veel koraal, daarom wilde het anker niet pakken! Rond de interessante rotsspleet bij de punt zitten een behoorlijk aantal grotere roofvissen, min of meer bekende vormen maar met nieuwe kleuren en patronen; erg leuk om te zien!
Woensdagochtend vertrekken we al om half 6 het is ruim 53 mijl varen naar Espirito Santo. Van daaruit vertrekken we naar Australië, uiterljk op 9 oktober want dan loopt ons visum voor Vanuatu af.

Er staan nu ook foto's bij de 2 vorige berichten, dus kijk nog even terug!