woensdag 30 mei 2012

Groot wild

Pélagie in de Tobago Cays voor anker
In Sint Lucia zijn we anderhalf jaar geleden in de Carieb aangekomen met de ARC na de oversteek van de Atlantische Oceaan. We kregen toen heel gezellig bezoek van onze dochters en schoonzoon, die 2 weken later uit Grenada weer naar huis zouden vliegen.
Engelse sfeer in Marigot Bay
Nu hebben we heerlijk de tijd om de mooie plekjes aan te doen waar we toen geen tijd voor hadden. Allereerst zeilen we een gemakkelijke tochtje naar Marigot Bay, een prachtige baai met haven in een Engels/Franse sfeer. We wandelen helemaal naar boven naar het dorp genietend van de uitzichten onderweg. We komen een Engelse tegen die hier is “gestrand” toen haar man haar zonder geld heeft achtergelaten toen hun gezamenlijk vastgoed bedrijf in de crisis ten onder is gegaan. Het zal je maar gebeuren! Ze wacht al 2 jaar op de afhandeling van de rechtszaak.
Reiger in de avondschemering
De avondschemering is prachtig hier tussen de hoge rotswanden van de baai.
We zeilen door om in het zuiden van St Lucia een nachtje te slapen onder de Pytons, de twee hoge bergen, die ook in de vlag van St Lucia staan. Een imposant gezicht, die 2 steile wachters naast de Pélagie.
Van 2 busjes één maken
In Bequia blijven we 2 nachtjes. Het is het grootste eiland van de Grenadines, de baai is gezellig, maar druk. Het dorpje is best schattig, maar wel klein. We wandelen naar het oude Engelse fort. Het is alleen een half hoge borstwering over niet met kanonnen, maar het uitzicht is prachtig. Ook hier wordt de weg als garage gebruikt. Van 2 oude pickup busjes wordt er een gemaakt. “Na een spuitbeurt wordt die weer als nieuw” wordt ons verzekerd. Er is een museumpje met interessante oude foto’s van de 50-er jaren. Er waren toen vrijwel geen plezierjachten en de baai was voornamelijk bevolkt met zeilvrachtschepen.  Nu komen alle goederen per container met de veerboot die meteen doorvaart, ligt de baai vol met privé zeilboten en staan er huizen op alle heuvels langs de baai.
We verkennen Bequia met de bekende pickup bus. Er is één weg, die de busjes op en neer rijden. Na een half uurtje is het rondje gedaan en staan we weer op het markpleintje, een leuke en goedkope manier om wat meer van het eiland te zien. Er is wel een goed internet café, altijd prima voor de contacten met het thuisfront. Ook ontmoeten we de Kon Tiki, een Nederlandse catamaran, erg gezellig.
Als we naar de “Tobago Cays” zeilen, is er veel meer wind dan voorspeld, ruim 27 knopen, windkracht 7. We reven de zeilen en ook bij deze wind en bijbehorende golven, zeilt de Pélagie prima hoog aan de wind. We gaan ruim 7 knopen, de stuurautomaat heeft er geen enkel probleem mee. De lucht achter ons is dreigend van de regen, dus we besluiten Canouan aan te lopen. De beschutting in de Tobago Cays is minimaal.
Rommelig Canouan, veerboot aan de pier, Pélagie in de baai
We strekken de benen in het dorpje tussen de buien door en scoren vers brood. Lekker. De dagelijkse veerboot komt aan het eind van de middag; de hele steiger en kade staan vol; dé happening van de dag. Een vrachtauto, helemaal geladen met het plaatselijke “Carib” bier, rijdt van de steiger af. Het eilandje met zijn 1000 inwoners kan er weer een tijdje tegen. In de supermarkt kun je koud bier per flesje kopen. De flesopener hangt heel handig bij de kassa en wordt véél gebruikt.
De volgende dag schijnt de zon weer, we zeilen het laatste stukje naar de Cays. We zijn hier voor het prachtige blauwe water, de oogverblindende stranden maar vooral voor het mooie snorkelen. Dat doen we dezelfde dag nog 2 keer heel uitgebreid. Het zicht is fantastisch, wel meer dan 20 meter. Naast mooie koralen zijn er schildpadden en vooral veel vis. In dit nationale park mag niet worden gevist, dus de vissen kunnen hier nog echt groot worden. Nils ontdekt een vis die we nog niet eerder zagen, de “Sharp tail” aal. Leuk! De vogels zijn ook aan mensen gewend. Een Brown Booby laat zich bijna aanraken.
Een Brown Booby op de Pélagie
Ik kan er geen genoeg van krijgen en ga de volgende ochtend nog een uurtje. Het is weer prachtig. Opeens schiet een hele school kleine tonijntjes, Jacks, langs me heen. Is er een roofvis in de buurt?  Inderdaad zie ik aan de andere kant van de rots een grote haai zwemmen… Hij zwemt van me weg, dus hoef ik me niet af te vragen of ik bang moet zijn, maar kan rustig genieten! Om de hoek kijk ik ineens in de 2 grote ogen van een enorme rog van wel anderhalve meter doorsnede, grotendeels verborgen in het zand. Daar schrik ik wel even van! Hij zwemt statig weg, de grote “vleugels” wapperen sierlijk door het water, een prachtig gezicht! Het houdt niet op, want even later komt een grote barracuda ook zijn opwachting maken. De zilveren schubben met de zwarte vlekjes schitteren in het zonlicht in dit ondiepe water. Wat een festijn, wat een prachtig groot wild! Een bijzonder afscheid van de Tobago Cays, want we weten niet of we hier nog terug komen.
Die middag varen we door naar Union Eiland om uit te klaren zodat we de volgende ochtend vroeg meteen naar Grenada kunnen, waar we volgens plan Frits en Reinhilde treffen, leuk om weer bij te praten.

zondag 20 mei 2012

Zelf zoet water maken

nze nieuwe watermaker geïnstalleerd onder hte bed in de SB achterkajuit, naast de extra dieseltank
Vanuit noord Montserrat zeilen we eerst langs de vulkaan en de helemaal bedolven hoofdstad, Plymouth. Ook alle volgende valleien zijn helemaal grijs van het puin van de vulkaan! We ruiken de zwavellucht duidelijk. Het weer is grijs en alles is met donkere wolken bedekt, dus geen foto’s. We zijn ook druk met de zeilen. De wind “valt” van de bergen naar beneden, dan weer is er niets, dan weer windvlagen van 3o knopen of meer. Eenmaal langs het eiland moet het rif eruit en zeilen we lekker. De koers die we moeten varen is net bezeild.
In de luwte van Guadeloupe valt de wind helemaal weg. De stroom blijft natuurlijk wel, die zet ons flink naar het westen, dus de motor moet aan. We halen zelfs nieuwe gribfiles op, wind voorspelling. Die zegt dat het toch echt 20 knopen zou moeten waaien uit het oosten, maar wij hebben zuiden wind! We doen een slagje om verder oost te komen net voor dat Nils gaat slapen.
Ankeren onder Forte de france bij St Pierre in Martinique
Dan draait eindelijk de wind meer naar het oosten en zeilen we hoog aan de wind pittig door naar Martinique.  We hebben een tip gekregen dat we er legaal pepperspay kunnen kopen en dat lijkt ons wel een goed idee. Vuurwapens hebben we natuurlijk niet aan boord, maar zo hebben we tenminste iets voor verdediging. Hopelijk hebben we het nooit nodig. Nu we er toch zijn kopen we ook weer een voorraad heerlijk Franse kaasjes en wijn. En genieten van de prachtige ligplaats onder het Fort.

De Pélagie nadert Rodney Bay, noord St Lucia
Maandagmiddag zijn we volgens plan in St Lucia. Het is leuk om de baai weer in te zeilen, we zijn hier na onze Atlantische oversteek aangekomen.  De afspraak voor het inklaren van onze watermaker wordt nog dezelfde middag gemaakt. Dan loopt alles volgens plan. We liggen een aantal nachten heel luxe in de haven met uitstekend internet, terwijl de watermaker vakkundig wordt geïnstalleerd en de motoren en schroeven worden nagekeken. We kijken de monteurs zo goed mogelijk de kunst af, als we straks in de Pacific zijn, willen we er iets vanaf weten.
De scheepsonderhoudsbijbel van Calder is aan boord. Er blijkt toch een hele goede informatie over motoren in te staan, die ik nog maar eens heel goed door lees, en langzamerhand steeds beter ga begrijpen. Misschien wordt het nog eens wat met deze amateur-reparateur! 
Ondertussen liggen we weer in de baai. Ook daar is het erg gezellig. We buurten op de prachtige Noordhinder van Bettina en Gerrit en wisselen films uit.
De watermaker doet het uitstekend! Onze zonnepanelen leveren de energie, alleen verbruiken we filters, maar daar hebben we er voorlopig genoeg van aan boord. Het is een heerlijk gevoel nog meer onafhankelijk van de wal te zijn en wat minder zuinig met water te moeten zijn.

dinsdag 15 mei 2012

Montserrat, leven bij een werkende vulkaan

Modder en stenen uit de werkende vulkaan op Montserrat
Dit keer schrijft Nils het verhaal.
Na St Eustatius en Saba varen we naar Montserrat, al deze eilanden liggen op dezelfde breuk in de aardkorst en zijn gevormd door vulkanen, alleen de Soufrière van Montserrat is echt actief. Vele vulkanen in het caribisch gebied heten Soufrière naar het franse woord voor zwavel.
De Soufriére op Montserrat in de wolden en zwaveldampen
Na honderden jaren van rust barstte de Soufriere van Montserrat uit in 1995 en 1997; tot 2011 bleef de vulkaan onrustig.  Het laatste jaar is de vulkaan betrekkelijk rustig. Maar er komt nog steeds zwavel vrij, wat we duidelijk ruiken als we er met de Pélagie langs varen.
Belham modder en stenen stroom
Belham modder en stenen stroom, met half bedolven huis
In 1997 is het zuidelijk deel van het eiland geëvacueeerd en nu nog steeds verboden gebied. De hoofdstad Plymouth is verlaten en vrijwel geheel onder as bedolven. Alleen de kerktoren steekt nog boven het vulkaanpuin uit! De haven van Plymouth bestaat dus ook niet meer, en ook het vliegveld is bedolven, net als het grootste deel van de landbouwgebieden. De bevolking van Montserrrat is nog maar een kwart van wat die vóór de uitbarsting was, van ruim 19000 (waarvan veel rijke gepensioneerde Amerikanen en Canadezen in hun luxe villa's) naar 5000 nu.
Bij heftige regen ontstaan grote modderstromen, wij zien de resten bij Belham, van een villa is alleen de bovenverdieping zichtbaar, de rest ligt onder de nu droge modder met heel veel stenen. Er is nu een steengroeve.
We zijn onder de indruk hoe de bevolking probeert het land weer op te bouwen. Nedrland strijdt tegen het water, Montserrat tegen zijn vulkaan! Sinds 4 jaar is er weer een vliegveld en in het noorden zijn nieuwe dorpen gecreëerd, zoals Outlook en Durham, mede met hulp van de EU.
Nieuw marktgebouw
In Little Bay, waar wij ankeren loopt een meer dan tienjarig project, om van de noodhaven een volwaardige haven te maken. Ook zijn een nieuwe jachthaven en vakantiewoningen gepland. Dit gebied moet de nieuwe hoofdstad worden. Voorlopig staat er een gemeenschapshuis met schouwburg, de parkeerplaats er omheen ziet er iedere dag erg leeg uit! Er is een prachtig marktgebouw is neergezet, maar dat lijkt nauwelijks gebruikt te worden. Het ligt niet in de standaard route, de kraampjes van de informele markt staan langs de hoofdweg verop.
Veel geld hiervoor komt uit Engeland, maar door de economische crisis is onduidelijk of deze ambitieuze projecten wel kunnen doorgaan. We zijn benieuwd hoe het over een aantal jaren is.

Eiland toer
In onze “reisbijbel” van Doyle staat, dat een taxitour over het eiland een must is. Met zijn 2-en vinden wij een taxirit duur (100 US$ voor 3 uur). Dus besluiten we voor een alternatief. We  nemen de bus (6 EC$ per rit voor 2 personen, 1US$ =2,5EC$).  
We gaan eerst naar het vulkaan observatorium, waar we allerlei interessante voorlichting  te zien krijgen. Er is een boeiende film met beelden van de vulkaanuitbarstingen, de modderstromen en de evacuatie. De foto's hierboven zijn daar gemaakt.
Nieuwe dorp op Montserrat, gebouwd met EU steun
We maken een wandeling in de buurt van het gesloten gebied. We ontmoeten een zonderlinge kunstenaar, die van lavasteen een kunsttoren heeft gebouwd, waar hij nu leeft. We gaan lekker eten in een druk bezocht lokaal restaurantje. Hanneke zet onze stoelen en tafel met toestemming buiten. Onder het eten bekijken we hoe een grote groep arbeiders bezig is de weg te reconstrueren. Er lopen wel 12 man rond waarvan er ook een paar echt aan het werk zijn. Het is ons niet altijd duidelijk wie wat of iets doet, het geeft ons een boel discussiepunten.
Daarna bezoeken wij de “Island Trust” met een botanische tuin en veel foto's over mensen tussen de uitbarstingen door. Heel interessant.

Artificial Reef project.
We hebben nog een extra dag, want de wind is nog niet goed genoeg om naar St Lucia te zeilen. We besluiten met de bus “de andere kant”op te gaan, er is hier immers maar één doorgaande weg.
Op weg naar de bus zien we allerlei betonnen koepels met gaten er in en open metalen koepels met allerlei ballonnen in de binnenkant. Er zijn mensen hard aan het werk, toch maar eens vragen wat hier aan de hand is. De metalen koepels zijn niet van metaal, maar van kunsthars, gebouwd net als moderne boten. Die vormen een mal. Met een reuze ballon in het midden en de kleintjes daar tegen aan, worden ze vol gegoten met beton. Als dat is uitgehard, worden de ballonnen ontlucht en staat er weer een nieuwe betonnen holle koepel met overal gaten. Ook maken ze een soort drieverdieping “taartbodem” met allerlei stenen er door.
Vorig jaar heeft de plaatselijke duikclub 150 van deze constructies, voorzien van afgebroken stukjes levend koraal, op een zandbodem voor Montserrat in zee laten zakken. Nu al zijn die bevolkt door kleine vissen en de koralen groeien. Dit jaar maken ze een nieuw lading om ergens anders te dumpen. Door de vulkaanuitbarsting is veel koraal verloren gegaan. Op deze manier worden kunstmatige riffen gecreëerd ter vervanging. Vergelijkbare projecten lopen ook in Thailand, Vietnam, Anguilla en Antigua. Het is alles vrijwilligerswerk met subsidie van een aantal natuur organisaties, voor meerinformatie zie hun website: http://www.montserratreefproject.com/ 
Mango's uit eigen tui van onze bus-chauffeur
Eenmaal in de bus zijn we meestentijds de enige passagiers. De chauffeur heeft zijn stiefdochter in de bus, die voor de gezelligheid de hele rit meerijdt. Onderweg vertelt hij ons met veel humor van alles over het eiland, maakt allerlei omwegen om ons de meest fotogenieke plekjes te tonen en stopt bij zijn huis om uit eigen boom voor ons mango's te plukken! Ook brengt hij ons naar de”beste bakker van het eiland”, met inderdaad heerlijk volkoren brood. We gaan naar de gevolgen van de uitbarstingen, zoals een verlaten zeer luxe hotel en de Belham modderstroom. We belonen hem vorstelijk met een grote fooi. Een van de leukste toertjes ooit!
Zaterdag 12 mei vertrekken we met een goede oostenwind richting St Lucia, 180 mijl naar het zuidoosten.
Het bericht over St. Eustactus, de een na hoogste berg van Nederland, heeft nu ook foto's!

donderdag 10 mei 2012

Schitterend Saba

De Pélagie op weg naar Saba
De Pélagie overbrugt de 20 mijl van Statia naar Saba met een rustig windje in de rug; heerlijk genieten op het water. De vulkaan ligt al van verre te schitteren in het zonlicht. Saba is eigenlijk alleen maar een vulkaan, het is zo klein, dat het op onze zeekaarten nauwelijks opvalt. Pas sinds de 70-er jaren is er een kleine haven, mét een weg naar de 2 belangrijkste dorpen. Vóór die tijd ging alles over trappen, alle bouwmaterialen en voorraden. Net als alle bezoekers aan het eiland, zoals toen nog prinses Beatrix. Deze haven is klein, er is geen plaats voor zeiljachten; de ankerplek is aan de ander kant van het eiland.

Voor anker bij imposante rotsformaties
We klaren meteen in bij de haven, bespreken een taxirit over het eiland en boeken ook een duik, nu we de duikschool zien. Daarna varen we langs de imposante, hoge rotshellingen in allerlei kleuren bruin, roze en rood, naar de ankerplaats, waar ook meerboeien liggen. Die is niet erg beschut, maar de komende dagen is rustig weer voorspeld.

Uitzicht vanaf de Pélagie
De zon schijnt dus gaan we met Peltje naar de enige snorkelplek op Saba vlak bij de meerboei. Op alle andere plaatsen is het veel te diep. De vulkaan is niet alleen boven water, maar ook onder water erg steil. Het is er prachtig, veel koralen en sponsen, redelijk veel vis en een schildpad maakt zijn opwachting. Er is een tunnel waar we doorheen zwemmen; erg imposant al die rotsblokken boven je hoofd.
De volgende ochtend gaan we met Peltje terug naar de haven, met deze rustige zee is dat geen probleem. Ons nieuwe, sterkere motortje komt goed van pas, nu doen we er maar 25 minuten over.

Gedenkplaat voor de weg-doehetzelver
George, onze taxi chauffeur staat al klaar. Hij spreekt ook Nederlands, want hij komt oorspronkelijk uit Aruba en is blij zijn Nederlands weer eens te kunnen gebruiken. Hij is een gezellige prater, leuk.  De bevolking op Saba is heel gemengd, ook veel Ieren en mensen van Afrikaanse afkomst. Het zijn doorzetters. In de vijftiger jaren zagen Nederlandse ingenieurs een weg over het eiland niet zitten.


1062 treden naar de top
Joseph Hassel volgde een schriftelijke cursus wegenbouw en de inwoners van Saba hebben hun weg met de hand gebouwd! 
George brengt ons eerst naar de het begin van het pad naar de top van de vulkaan, want die gaan we natuurlijk beklimmen. We laten ons door 1062 treden niet afschrikken. Dit pad is gemaakt zodat de onderdelen van de radiomast die bovenop staat, met ezels of menskracht naar boven vervoerd konden worden. De laatste stukjes naar de 2 uitzichtpunten zijn een stuk lastiger.


Met handen en voeten
Het laatste stukje
Handen en voeten moeten worden gebruikt en de modder is glad! Er hangt een dik touw bij het laatste stuk, wat we echt nodig hebben. De vegetatie is indrukwekkend. Er zijn meerdere zones, met bovenop ongerept tropisch woud, met prachtige varen bomen en zelfs een soort aardbeien. Ze zien er erg smakelijk uit, maar we durven ze niet te eten.

In de wolken........
Helaas zit de top in de wolken, dus beide keren nauwelijks uitzicht. Wel is de krater zelf goed te zien. Het eiland zelf ziet er prachtig uit; het is er heel schoon en alle huizen zijn wit met groene kozijnen en rode golfplaten daken. De huisjes staan op de gekste plaatsen op de rotsen geplakt. De uitzichten zijn fenomenaal. Het kleine vliegveld ligt boven op een rots langs de kust, die zo goed mogelijk is vlak gemaakt.


Kneuterige huisjes tussen de bergen geplakt
Onze spieren kunnen wel een rustdag gebruiken en natuurlijk zijn er bootklusjes te doen. De staart waar de schroef op zit, is niet beschermd door anti-fouling, aangroeiwerende verf, dus een schoonmaakactie is hard nodig. ’s Middags snorkelen we weer en bekijken een voor ons nieuwe soort, de white spotted filetfish nog eens heel grondig. Leuk!
Al die tijd hebben we de windverwachting goed in de gaten gehouden. Als het hard gaat waaien moeten we hier weg zijn. Bij de meerboei is geen internet, en de haven is ver weg; het is een uitkomst dat de SSB het weer goed doet.

Het Nederlandse belastingkantoor
Maandag ochtend doen we nog een erg interessante duik. De duikschool komt ons bij de Pélagie ophalen en brengen ons ook weer terug. De duik lijkt erg op de duik in Statia: mooie koralen en sponzen en veel vis. We zien ook een aantal grote tarpans.
Na de duik halen we nogmaals de laatste windverwachting op en besluiten meteen te vertrekken naar Montserrat, 80 mijl ten ZO van Saba.

Vliegveld op een vlak gemaakte rots
Als we net Saba achter ons hebben gelaten, hoor ik een blaasgeluid. Op 30 meter van de Pélagie ligt een 15 meter lange potvis naar ons te kijken. Met één zwaai van zijn machtige staart zwaait hij ons uit. Wat een indrukwekkend gezicht, een fantastische ervaring!
De eerste paar uur kunnen we redelijk zeilen maar in de loop van de nacht gaat de wind steeds meer tegen staan en moet de motor bijna al het werk doen. We zijn blij als we er zijn. Weer een nieuw eiland om te verkennen.

zaterdag 5 mei 2012

Op de een na hoogste berg van Nederland

Statia blinkt in de zon als we aankomen. De vulkaan op de achtergrond zit niet in de wolken
Dinsdag vertrekken we al vroeg naar St Eustatius, hier wordt dat eiland kortweg Statia genoemd. Het is een heerlijk pittige zeiltocht. Dubbelgereefd, dwz met een kleiner grootzeil en een kleinere fok, snelt de Pélagie met 28 knopen wind met een snelheid van ruim zeven knopen naar Statia. Nils klokt zelfs een moment van ruim 9 knopen!

Gerepareerd anker beslag op de voorbalk van de Pelagie.
Het anker ligt hier in het water, de ketting is dus zichtbaar.
In de baai voor het eiland is het gelukkig rustig. We kijken eerst maar eens naar de rollen waarover het anker loopt en de ketting als het anker in het water ligt. Dit "ankerbeslag" hebben we een klein jaar geleden op Trinidad nieuw later maken in een steviger uitvoering, maar de lasnaad heeft nu al weer losgelaten. We zetten het beslag met een touwtje aan de Pélagie vast, zodat het niet in het water kan vallen, denken we, en schroeven het los. Je ziet hem aankomen…. Het hele beslag valt uit elkaar en de helft die niet vast zit, dendert dus de zee in. Balen……………….
Gelukkig is het water helder en hebben we duikspullen aan boord: een uurtje later zijn alle onderdelen weer boven water. Volgende keer dus toch maar een vangnet onder het beslag monteren!
Het is Koninginnedag en aan het strand is een feestje aan de gang met leuke muziek. We gaan kijken en staan al gauw met een biertje in de hand. Nee, betalen hoeft niet, het is privé georganiseerd, maar wel ter ere van de "Queen". Heel simpel, muziek komt uit een PC met een grote box voor het volume. De echte sfeer komt van de trommels die het ritme versterken. Natuurlijk wordt er ook gedanst. Nederlands praten de feestgangers niet, ze komen grotendeels van de Dominicaanse republiek, dus ze spreken Spaans of Papiamento. Een paar mensen kennen gelukkig ook wat Engels. Ja, er zijn wel Nederlanders, die zitten aan de andere kant van het strand en doen niet mee met het feestje.
Fort Oranje bewaakt de baai
Dinsdag staan we al vroeg in de haven, op zoek naar een smid, die ons ankerbeslag kan lassen. Maar ja, het is 1 mei, en dat is hier ook een feestdag. Alles in het dorp is rustig en dat blijft de hele dag zo. Het prachtige gerestaureerde Oranje Fort is wel open. Het ligt strategisch op de heuvel boven de baai. De Pélagie ligt onder vuur van de kanonnen. Ook de kapper is open, dus ik laat mijn haar een stuk korter knippen, veel handiger met al die wind. Gelukkig heeft de bakker wel vers brood, maar verder is alles dicht! We maken er zelf ook maar een rustdag van. Er is internet op de Pélagie, dus we lezen lekker bij over alle politieke verwikkelingen in Nederland.

Met handen en voeten naar de top van de Quill
Woensdag is het toeristenkantoor weer open; ze bellen een smit voor ons om het ankerbeslag te repareren, Statia is klein, en met wandelkaarten beklimmen we de één na hoogste berg van Nederland, de vulkaan "Quill", afkorting van het Nederlandse woord Kuil. De klim is steil en lang, 650 hoogte meters. Het is de moeite waard, het uitzicht aan de mond van de krater is indrukwekkend. De wolken die er gewoonlijk hangen trekken net even open.

Even bijkomen bij de krater van de Quill
De mimosa bloeit uitbundig en vogels laten zich vooral horen; te zien krijgen is heel lastig door al het gebladerte. Wel zien we veel heremiet kreeften en schiet de "Red Bellied Racer" de weg over. Dit is een slang die alleen hier en op Saba voorkomt. We klimmen nog een half uurtje door naar het uitzichtspunt. Dat valt een beetje tegen, nu hangen de wolken er wel. Toch kunnen we de hele noordkant van Statia zien, met in de verte de Pélagie.
Op de terugweg halen we het gerepareerde ankerbeslag op. Nils zet het weer op de boeg van de Pélagie, na wat wrikken past het prima. Nils wordt bijna gek van alle touwtjes waarmee ik schroeven en handels vastzet, maar er valt gelukkig niets in het water.

Museum Statia in de oude goeverneurswoning
In het heldere water van deze baai kun je de oude kade muur nog zien liggen onder water. In het midden van de 18-de eeuw was Statia de drukste haven van de wereld; hét centrum van de slavenhandel. Hier kwamen de slaven uit Afrika aan en namen de schepen tropische producten mee terug. Het was een vrijhaven, iedereen mocht er komen en er werd geen belasting geheven. Er lagen toen veel pakhuizen waar nu alleen nog maar water is. Toen de handel in de tijd van Napoleon inzakte en na de afschaffing van de slavernij niet meer terugkwam, is de oude kademuur door slecht onderhoud en de nodige hurricanes, gewoon in zee verdwenen. 

Schilderij van Statia in haar bloeitijd, mid 18-de eeuw
Het kleine museumpje in het dorpje vertelt dit verhaal o.a. met oude tekeningen en voorwerpen. Nu is deze muur een prima snorkelplek. Er zit vooral veel vis en een grote schildpad maakt zijn opwachting. Leuk. 's Middags maken we een prachtige duik in het marine natuurreservaat. Er zijn heel veel kleurige sponzen en veel vis, ook grotere groupers, zeebaarzen.

Ook Statia heeft een Johan Cruijf veldje
Statia is een speciale Nederlandse gemeente, maar daar merk je weinig van. Nou ja, de Nederlandse flag wappert op Fort Oranje, er is een Nederlands belastingkantoor, koningin Beatrix heeft vorig jaar de nieuwe sporthal geopend en Johan Cruijf heeft een voetbalveldje aangelegd; maar verder merken we er niet veel van. De duikschool is dan wel weer Nederlands en ook de douane beambte spreekt onze taal, maar hij komt uit Bonaire, net als zijn collega's.

Met de hand graven voor afsluiters in de waterleiding
De EU betaalt voor een waterleiding project. De gaten voor de afsluiters worden gewoon met de hand gegraven, goed voor de locale  werkgelegenheid.
Wij gaan morgen weer verder, richting Saba, naar de hoogste berg van Nederland.

----------
radio email processed by SailMail
for information see: http://www.sailmail.com