zaterdag 22 oktober 2011

Klussen, klussen, klussen………

Alweer ruim een week liggen we hier in de baai van Chaguaramas voor anker. Het is hier heel wat minder idyllisch als op de Suriname rivier. Dit is echt een industriële werkhaven. Behoorlijk grote schepen komen langs voor reparaties. Vissersboten varen af en aan en grote speedboten trekken behoorlijke golven. We hebben weer zicht op de gestapelde speedboten, die de hele dag met tractoren het water worden gelaten, zie de foto links. Kortom een drukte van belang.
Het weer is ook om geslagen. Het is hier regentijd, iedere dag regent het en soms hele middagen. Nou ja, het is niet koud, dus eigenlijk geen probleem. Behalve voor onze zonnepanelen, die doen het natuurlijk een stuk minder als het zo bewolkt is. Dat lossen we op door onze PC’s op de kant op te laden met een wereldstekker.

Er moet hier het nodig geregeld en geklusd worden. De SSB, de korte golf radio waarmee we ook op zee weersinformatie kunnen ophalen en kleine e-mailtjes kunnen versturen,  is eindelijk gemaakt. Er was een kabeltje losgeraakt. Nu is deze verbinding gelast, en niet meer geschroefd, dus veel beter op een bewegende boot. Ook het lek in de motorruimte is opgelost, de O-ringen van de impellor waren versleten. Ze zijn nu vervangen en…. we hebben nu reserve O-ringen aan boord; weer wat geleerd.
De broek, waar het grootzeil in opgeborgen wordt, is nog maar 18 maanden oud, maar het naaigaren is niet UV bestendig en gaat op veel plaatsen kapot. Ik zit bovenop ons zonnedakje om het te naaien. Voorlopig houdt het weer.
We bestellen nog een regenzeiltje, wat ook al zeilend relatief gemakkelijk is op te hangen zal zijn, denken we. De Pacific willen we ingaan zónder watermaker, dus regen opvangen blijft belangrijk! Ook een groter anker, op advies van Frits een 33 kg Rocna anker, komt aan boord. Het wordt op een pick-up naar de Pélagie, inmiddels aan land, gereden en we hijsen het zo omhoog met de ankerlier. Het past zowaar zonder problemen!
We bestellen ook grotere zonnepanelen, want een generator hebben we niet. De lasser komt kijken en heeft ook een oplossing voor het wobbelen dat onze stellage doet, als de windgenerator draait. De uitvoering komt allemaal eind november.
We bezwijken voor de verleiding van een groter motortje van 5 pk voor Peltje, onze bijboot. De nieuwe Tohatsu´s hier zijn zeer schappelijk geprijsd. Nieuwe accu’s stellen we uit tot Panama. En natuurlijk wordt de Pélagie schoongemaakt en opgeruimd om voorbereid te zijn voor 5 weken op het land, nu in de regentijd.
Op vrijdag 21 oktober worden we aan land gereden. De tractor met trailer vaart het water in, Nils manoeuvreert de Pélagie er precies boven en de helpers zetten de balken vast, half onder water, zie de foto links. Een half uurtje later staan we netjes geparkeerd in een rijtje catamarans.
Ondertussen is het hier ook gezellig. We komen veel zeilvrienden weer tegen en maken nieuwe. We genieten van de gesprekken met allerlei zeilers bij de gezamenlijk BBQ´s.
Maandag 24 oktober vliegen we naar Nederland om onze kleindochter weer te zien en alle ander familie vrienden en kennissen. Ook gaan we het jaarlijkse Honhoff Sinterklaas feest dit jaar wel mee vieren. Op 28 november hopen we weer terug te zijn om verder naar het Westen te varen, richting Panama.

vrijdag 14 oktober 2011

Anker perikelen

Nu we steeds voor anker liggen, is water bijvullen vanaf de kade er niet meer bij. Al weken drinken we regenwater, wat we opvangen en filteren vóór het onze watertanks in gaat. Het is nu de droge tijd in Suriname, als het aan het einde van de middag al regent, is de hoeveelheid minimaal. Het regenzeiltje hebben we dan ook opgeborgen, immers dat houdt ook de koele rivierbries tegen en die is meer dan welkom bij deze temperaturen.
We willen naar Trinidad varen, om vandaar uit op 24 oktober naar Nederland te vliegen. Voldoende water voor onderweg is dan wel nodig. Gelukkig hebben de vriendelijke vissers aangeboden dat we water bij ze mogen tanken. Ze maken tenslotte 60.000 liter drinkwater per dag voor hun visfabriek, dus kunnen wel een paar honderd liter missen. Als we donderdagochtend, … oktober,  ons anker willen ophalen om naar de visfabriek te varen, komen we niet verder dan 20 meter. Daarna zit het anker muurvast! En natuurlijk is er ook niets te zien in het modderbruine water. Er ligt dus nog 30 meter “ergens” in vast op de rivier bodem. Er zijn pittige golfjes, op de rivier staat wind tegen stroom, dus laten we het anker even voor wat het is en gaan met Peltje naar de vissers voor de beloofde rondleiding samen met Rolf en Claude van de Tika.   
We zijn onder de indruk wat de vissers in 20 jaar, na de nodige aanloop perikelen, hier aan de Suriname rivier hebben opgebouwd. Er staat een grote visverwerkingsfabriek, die niet alleen hun eigen vis verwerkt maar ook die van vele andere vissers. Er is een speciale ”Surimi”  afdeling waar vis-pasta voor Japan wordt gemaakt. Er is werkgelegenheid voor ruim honderd mannen en vrouwen. De vissers zelf wonen nu in prachtige vrijstaande huizen aan de rivier die in Nederland niet te betalen zouden zijn. Kortom, een succesvolle emigratie voor meerdere partijen, lijkt het.
Later in de middag bij doodtij gaan we rondjes draaien om te proberen het anker te ontwarren. Het zou kunnen dat ons anker bij de eb en vloed bewegingen “ergens” omheen is gedraaid. Na 6 rondjes hebben we 5 meter gewonnen, maar zien nog steeds niets. Dan wordt de stroom te sterk. Vrijdagochtend, na het uitklaren en het ophalen van onze nieuwe tankdop zie hiernaast, gaan we bij het volgende doodtij verder met rondjes draaien. Nu zien we de bovenkant van een oude mooring naar boven komen. Waarschijnlijk zit onze ankerketting verward rond de oude mooringlijn. Een paar rondjes later komt deze deels boven water, het is een stevige staaldraad! Onze buren zijn intussen komen helpen en iedereen is het er over eens dat er gedoken moet worden om te voelen, hoe het er daar onder zit. Kijken zal niet lukken, er is immers totaal geen zicht in het modderige rivier water.
Nils gaat met zijn duikuitrusting het water in, gezekerd met een lijn aan de Pélagie. Hij slaagt erin een deel van de ankerketting te ontwarren en extra lijnen vast te maken zodat de Pélagie steviger hangt en de knoop niet nog groter wordt. De stroom wordt te sterk dus pas bij het volgende doodtij ’s middags gaat Dominique, onze sympathieke Franse buurman, naar beneden met een ijzerzaag om de laatste lust knoop door te zagen. We zijn weer los!!
We ankeren op een andere plek, verderop de rivier, hopelijk liggen daar geen oude moorings. De volgende ochtend vroeg willen de Fransen weg. Als wij met Peltje langs komen om alsnog onze watervoorraad op peil te brengen, blijkt dat zij op hun beurt vastzitten in een reusachtige boomstronk. Ze zijn met hulp de hele ochtend bezig  die uit hun ankerketting te bevrijden.
Zondagochtend bij hoog water gaan we allemaal anker op, het is een stukje stiller op de Suriname rivier bij Domburg.

Naar Trinidad
Het is ruim 550 mijl terug naar Trinidad. We gaan ’s ochtends vroeg weg, met stroom mee; langs de rivier en Paramaribo, hierboven de Waterkant met helemaal rechts fort Zeelandia. Eenmaal op zee hebben we wind en stroom mee, dus het is een gemakkelijke tocht. We genieten er weer op zee zijn.
Wat is het water blauw! De Pélagie zeilt, wij lezen heerlijk en ik, Hanneke,  luister ’s nachts naar luisterboeken. De 4-de en laatste dag en nacht is de lucht dreigend van de regenbuien en trekt de wind aan. Om 10 uur ’s avonds bij de wisseling van de wacht gaat het mis, de wind draait onverwacht 30 graden als er een bui aankomt. Grootzeil en fok klappen om en hangen ieder aan hun eigen bulletalie, het touw dat er voor moet zorgen dat ze niet doorschieten. De wind giert om ons heen, de regen valt met bakken uit de lucht, we zien niets meer! Nils zet de motoren aan, maar slaagt er niet direct in om weer terug door de wind te gaan. Het lijkt erop dat een van de motoren het niet goed doet en we ruiken een schroeilucht!
Grote schrik! We draaien de fok in, laten het grootzeil zakken, gewoon met de volle wind er nog in Gelukkig, de bulletalie is niet geknapt en alles lijkt nog heel. We zetten een puntje fok voor wat snelheid en bepalen onze richting en snelheid met de boot Tom-Tom. Nils start heel rustig een vóór een beide motoren. Tot onze grote opluchting werkt alles, waarschijnlijk was de motor niet direct gestart, wat niet te horen was in de gierende wind. Zoals meestal na een bui, wordt de wind weer normaal en we hijsen de zeilen, zodat we verder kunnen naar Trinidad. Het duurt wel even voor alle adrenaline uit onze lijven is en we weer kunnen slapen!
Bij het eerste licht varen we de baai van Chaguaramas in Trinidad binnen en gaan voor anker. We proosten op een goede overtocht met een glaasje wijn en gaan heerlijk bijslapen!

zaterdag 8 oktober 2011

Rond "Het Stuwmeer"

We willen vroeg vertrekken maandag 3 oktober, maar de autoverhuurder vindt half 9 al heel vroeg voor een aflevering in Domburg. Echt op zijn Surinaams komt de auto pas na negenen. Nou ja… we hebben vakantie.
In twee uurtjes rijden we naar het Brokopondo stuwmeer, eigenlijk dr. Ir. J.W. van Blommesteinmeer geheten (afgekort tot “het stuwmeer”, er is hier maar 1) . Het is enorm groot volgens de kaart, het hoogte verschil is echter niet meer dan 25 meter. En volgens de krant zijn de turbines inefficiënt. De elektriciteit was voor de bauxiet verwerking, maar dit vindt vrijwel niet meer plaats in Suriname. Daarvoor moesten dus al die bosnegers verhuizen naar de trieste transmigratie dorpen rond het meer, zonder middelen van bestaan. Vroeger konden ze leven van de rivier en de kostgrondjes in de jungle, net zoals dat in Boven-Suriname nog steeds gebeurt. Nou ja, nu heeft Paramaribo tenminste elektriciteit….. Het is wel een mooi gezicht, de dam en dan de grote rivier die erachter ontstaat, zie hierbovem.

Het meest populaire natuurpark in Suriname, Brownsberg, ligt aan het stuwmeer; de reisgids belooft prachtige uitzichten over het meer. De weg omhoog is heel slecht onderhouden. Bij het steilste stuk staat de lege bus van Djoser eenzaam naast de weg. De toeristen moesten de laatste kilometers lopen! Ook onze 4-wheel drive komt maar heel moeizaam omhoog. Het heeft geregend, er staan hele plassen die de weg extra glad maken. We twijfelen zelfs even of de 4 wiel aandrijving van onze prachtige Pajero het wel goed doet!  Boven is het uitzicht inderdaad magnifiek! Het is een bijzonder gezicht al die dode bomen die ook na 40 jaar nog boven het water uitsteken.
Telefonisch hebben we een huisje met keuken en 2 slaapkamers besproken. Het ligt inderdaad prachtig, zo’n 5 minuten lopen het bos in met een groot terras. Helaas is het niet schoon gemaakt en ernstig verwaarloosd. De keuken inventaris is zeer minimaal. Het beheer is dan ook in handen van een overheidsinstantie! Er zijn hier een groot aantal slecht onderhouden gebouwen,  de jungle groeit er soms al weer bijna overheen. Het WNF heeft meebetaald, volgens het bord. Het lijkt me weggegooid geld.
De (minimale!) schoonmaakbeurt komt er in de loop van de middag net als schone lakens. Na de meegebrachte lunch, zie de foto hiernaast, gaan we wandelend de omgeving verkennen. Er zijn mooie uitzichtpunten en een leuke rondwandeling over de berg. We horen een oorverdovend brullend lawaai! Navraag bij de beheerder leert dat dit inderdaad brulapen zijn! Daar hadden we wel over gelezen maar nog niet gehoord. Ook de leuke “klok” geluiden van de padden tegen zonsondergang, geven ons het gevoel midden in de jungle te zitten.  Na een heerlijk avondmaal en een spelletje Tantrix zoeken we vroeg ons bed op.
De volgende ochtend bij zonsopgang wordt ik gewekt door een oorverdovend "concert" van de brulapen, het lijkt wel of ze vlak naast ons huisje zitten. Als ik buiten ga kijken is het weer stil en zie ik niets, dus geniet ik van de zonsopgang boven het meer.
Gelukkig vinden we een geschikte pan in het buurhuisje, zodat Nils heerlijke roerei kan maken voor het ontbijt.  Als alles is opgeruimd en ingepakt gaan we op weg naar  de Irene waterval. Helaas de steekvliegen, kenmerkend voor de droge tijd hier, zijn zó lastig  dat we na een kwartiertje omkeren en koers zetten naar Ston eiland.
Dit park ligt direct aan het meer,vanuit het terras van ons huisje kijken we zo op het meer. Er staat een heerlijk verkoelend windje. Het park is prima onderhouden, er wordt volop bijgebouwd. De Djoser groep is er ook. We kletsen wat en realiseren ons weer eens hoe bijzonder het is, dat we niet maar een paar weekjes op reis zijn, maar eigenlijk net zo lang als we zelf willen!
Het ondiepe water van het meer is heerlijk lauw-warm, vind ik tenminste; net een badkuip! We wandelen wat en maken er verder een luie middag van. Claude en Rolf leren ons een Duits kaartspel, Doppelkopf. Het is ingewikkeld én ik krijg slechte kaarten, frustrerend!
Woensdag rijden we alsnog naar Jodensavanne, dat kan nu prima met de 4wheel drive. Het ligt aan de andere kant van de Suriname rivier. De brug over de rivier is nooit afgemaakt, 2 jaar geleden is een schip tegen een van de pijlers gevaren en is het brugdek ingestort, zie de foto hiernaast. Het is niet duidelijk wie moet betalen, de rechtszaak loopt nog.
De oude krakkemikkige veerpont doet nog steeds dienst. De op- en afrijklep wordt met de hand bediend, zie hiernaast.  

We lopen stil rond op de prachtig onderhouden plek waar in de 17/de  eeuw de grootste Joodse Gemeenschap op het Westelijk halfrond stond. Er zijn een groot aantal graven en de synagoge is deels gerestaureerd. Een naburig indianen dorp zorgt nu voor het onderhoud en heft ook een pittige entree. Prima dat ze ook een inkomstenbron hebben.

We eten onze laatste lunch-hapjes in Blaka Watra, de zwarte water kreek, de zwarte kleur komt van de bladeren,. Dit is populair in het weekend, gezien alle overdekte hutjes. 
De toiletten weerspiegelen ook hier de kwaliteit van de dienstverlening in Suriname, zie hier links. Geen probleem, de kreek en het bos zijn vlakbij! 
We doen boodschappen bij de luxe Tulip supermarkt en scoren verse groenten, heerlijke speculaasjes, oude kaas en vullen onze wijnvoorraad aan. Na een lekkere Chinese maaltijd, de beste in tijden, slapen we als rozen in onze eigen bedden.

zaterdag 1 oktober 2011

Slalommen langs de gaten in de weg

Je ziet hier in Suriname vaak mannen met een vogelkooitje lopen. Ze proberen hun vogeltje beter te laten zingen dan de concurrent. Dit zijn heuse wedstrijden met een scheidsrechter die de vogel trillers telt en de score bij houdt. Op zondagochtend op het grasveld voor het presidentiële paleis in Paramaribo vindt dit gebeuren plaats. Nu hebben we de auto, op zondag rijden geen bussen, dus vragen we bij Rita hoe laat we er zouden moeten zijn. 8 uur is het antwoord. We vinden het vroeg, maar a la, we zijn er om 8 uur samen met Rolf en Claude. Toch nog veel te laat want de competitie begint bij zonsopgang, hier om half 7! Logisch eigenlijk, vogels zingen het best bij zonsopgang. Wel zijn er nog heel wat vogels en mannen op het plein waar we heel gezellig mee praten en toch een goede indruk van het gebeuren krijgen. Leuk!
We drinken koffie en gaan ook nog even kijken bij de Hoogmis in de prachtige houten kathedraal. Deze mis zou zo in Nederland kunnen zijn. Alleen het koor ontbreekt helemaal. We rijden door de sjieke buurt en kijken bij het zondagse vliegerveldje. Een jochie van 6 houdt met een ernstig gezicht zijn vlieger hoger in de lucht dan alle anderen. We zijn lekker op tijd terug bij de Pélagie voor nog een paar spelletjes Step-bridge. Helaas niet met een goed resultaat, zowel Nils als ik degraderen. Wél leuk gespeeld.



Maandag bezoeken we de Vlindertuin en kwekerij; eigenlijk gewoon een veeteelt bedrijf. Er worden wel 20 soorten vlinders gekweekt. Iedere vlinder en rups leeft op een eigen specifieke gastheer plant, die dus ook allemaal gekweekt moeten worden. Ook fokken ze slangen en schildpadden. Alles voor de export naar Europese en Amerikaanse dierentuinen en dierenwinkels. We zien prachtige vlinders en het hele proces is boeiend om te zien. Deze Nederlander creëert hier zomaar 26 arbeidsplaatsen in het midden van het land. Het bedrijf zit heel slim dicht bij het internationale vliegveld, Zanderij. We halen een lunch en rijden via een aantal verlaten plantages terug.
Dinsdag willen we naar Jodensavanna, maar de weg is slecht, niet geasfalteerd. Ons kleine autootje mag eigenlijk niet op rode, onverharde wegen rijden, dus keren we om. We gaan naar een strand aan de rivier voor een opfrisser en een lekkere lunch. s ‘Middags laten we ons rondleiden door een bloementuin. Nooit geweten dat er zoveel soorten heliconia’s waren! Ook zijn er veel soorten palmbomen. Leuk!


Tussen alle bezoekjes door gaat het gewone leven op de Pélagie zijn gang. We douchen in het rivierwater en zelfs de was doet Nils staande in zijn blootje op het zwemtrapje. Schoon water stroomt voorbij, dan spoelt het allemaal lekker gemakkelijk schoon. Vooral met halve maan en aflopend tij is het water behoorlijk helder.
Op het Domburgse pleintje is genoeg te beleven. In het weekend zijn er meer eettentjes open dan alleen Rita, dus hebben we keus. We koken nog steeds niet; ergens wat halen of eten is zo goedkoop en gemakkelijk. Fruitstalletjes helpen ons aan wat extra vitaminen, want veel groente krijgen we meestal niet, zie de foto hiernaast met Rolf en Claude. Tomaat en komkommer op brood is dan een gemakkelijke én lekkere oplossing.
De laatste 2 dagen dat we ons autootje hebben, willen we naar Albina in het Oosten van Suriname en even oversteken naar Frans Guyana. We zijn gewaarschuwd voor de slechte weg, maar dat er zulke slechte stukken bij zouden zitten, valt nog behoorlijk tegen. Gelukkig is er weinig verkeer zodat beide weghelften gebruikt kunnen worden om langs alle gaten en kuilen te slalommen! Het is zo inspannend dat we om de beurt een uurtje rijden. Ook zijn hele stukken onverhard, zoals de omleidingen naar een oude brug of noodbrug, terwijl de nieuwe gebouwd gaat worden (hopelijk!). Hoe verder oostelijk we komen, hoe armoediger de huisjes. De sporen van de burgeroorlog van de 80-er jaren van de vorige eeuw zijn nog duidelijk te zien, vooral in het dorp Moengo. Triest!
In het begin van de middag komen we in Albina aan en vinden met moeite een kamer. We denken een boottrip naar het indianen dorp Galibi geregeld te hebben met een indiaanse gids voor de volgende dag, dus gaan we snel naar Frans Guyana om voor een medezeiler insuline te kopen. Dat is nog een hele klus, een deel moet worden besteld en kan pas de volgende ochtend er zijn. Nou, dat kan nog net. We eten een heerlijk maal van vis met zowel bonen als koolsla; 2 groentes, dat is lang geleden. Het slapen zonder Airco dit keer gaat mij, Hanneke, beter af dan Nils. Die heeft wel een erg dun matras! Nou ja, we betalen dan ook maar ruim 10 euro voor de kamer. We ontbijten met stokbrood met Franse kaas uit Frans Guyana en denken om 7 uur onze gids te treffen. Die is er niet, wel slaperig aan de telefoon. Na verder vragen blijken de boten uit het Indianendorp tegen de middag aan te komen en rond 4 uur weer te vertrekken. We hebben elkaar de vorige dag dus verkeerd begrepen.
We steken nogmaals de grensrivier over met een korjaal, niets geen paspoort controle. De insuline is aangekomen, de Franse precisie werkt. Het is in de ochtend een stuk gezelliger op straat, dan de vorige dag gedurende de siësta. Alles is Frans, ook de prijzen. ‘sMiddags rijden we weer terug. De auto moet wel gewassen worden voor die morgen weer ingeleverd kan worden. Geen probleem, autowasplaatsen genoeg. Hier geen technische installatie, maar gewoon een dakje en jongenshanden die de waterslang, stofzuiger en poetsdoek hanteren. Voor minder dan 5 euro wordt onze vervoermiddel in een half uurtje van binnen en buiten helemaal schoon. En we hebben de plaatselijke economie weer een beetje geholpen.
Vrijdag leveren we de auto in en slagen erin met veel moeite een 4-wheel drive te huren om samen met Rolf en Claude naar Brownsberg en het stuwmeer te gaan op maandag, een nieuw avoontuur tegemoet.