Maandag 01-08-2011 Na een leuke paardendag met vrienden, een etentje met Peter en een nacht slapen bij Van der Valk, begint een lange reis naar de Cariben. Omdat Tineke er heeft gewoond en Christa er de helft van de tijd woont, zijn de Cariben me wel een beetje bekend, maar Tobago is Curaçao niet. Met een kleine vrees om uit de lucht te vallen, reis ik voorspoedig via Frankfurt naar Tobago, Scarborough. Mijn horloge staat sinds de Oceaan op de tijd van Tobago, zodat ik al wat kan wennen. Ik slaap een beetje en kom redelijk wakker aan. Ik zie Liesbeth, die van Hanneke naar huis vertrekt, niet. Het gezamenlijke kopje koffie komt er helaas niet van. Het vraagt geduld voordat alle stappen volgens de regels van de douane gezet zijn. Een ander land met andere mores is een oefening in geduld.
Buiten de poort word ik blij ontvangen door Hanneke en Nils. Het gaat allemaal wat langs me heen, verreisd als ik ben. Te warm gekleed gaan we op weg naar het kleine bootje om naar de Pélagie te varen. Het klimaat, de stad en de mensen doen me denken aan Zambia, misschien omdat dit mijn eigen referentiekader is. Later lees ik dat 75% van de mensen in Tobago een Afrikaanse achtergrond heeft. De wasserette vlak bij de baai, waar Hanneke en Nils hun was ophalen, kan zo uit een roman komen. Het lukt me tot 8 uur wakker te blijven en val dan als een blok in slaap.
Dinsdag 02-08-2011 Met de laatste hoofdstukken van de Millennium-trilogie en het inklaren als bemanningslid op de Pélagie met Nils als kapitein, gaat deze dag voorbij. Ik heb tijd nodig om aan te komen, zelfs zwemmen zit er nog niet in. De bureaucratische manier waarop het in- en uitklaren in zijn werk gaat maakt indruk op me. Het reizen in de stad is leuk, iedereen wil je meenemen tegen een kleine vergoeding, tenzij je een echte taxi prefereert. Hanneke hoort via Reinhilde, van de Carnavalstijd in Grenada; morgen de eerste zeildag. Woensdag 03-08 2011 Heel vroeg , half zes, varen we uit; de route is lang, ongeveer van Zeeland naar Engeland. De wind waait minder dan voorspeld. De hele dag rekenen we uit of we net vóór of ín het donker aankomen. Prachtig vind ik het; de golven, de wind, de ervaring. De golven kleuren door de zon soms filigraan zilver, we zien een schildpad langs drijven, terwijl die even een grote drijvende kleurige plastic zak leek. De Caribische zee is glashelder.
Hanneke en Nils hebben me bezworen niet buiten de kuip te komen, omdat overboord vallen gelijk staat aan sterven, ook al heb je een zwemvest aan. Halverwege breekt een harpje van de halve winder af en Hanneke en Nils vervangen het zeil zonder zwemvest. Ik sta doodangsten uit als ik mijn fantasie de vrije loop laat. De werkelijkheid is vriendelijker. We komen net voor het donker, met steun van de motor aan in een prachtige baai. Er liggen veel grote zeilschepen, waaronder opvallend veel catamarans. Grenada is een verrassend groen eiland.Donderdag 04-08 -2011 Er staan vandaag twee zaken op het programma, wandelen in het tropische regenwoud en de “Queen show”van het carnaval bezoeken, terwijl alles er om heen ook al een mooie dagbesteding blijkt. Zwemmen, op de markt fruit kopen, het reilen en zeilen van het (openbaar) vervoer onderzoeken en de toeschouwers bij de Queen show bestuderen. We vragen de weg en komen met een taxichauffeur in gesprek. Hij wil ons graag halen en brengen naar de queenshow. Ook weer geregeld.
Om de wandeling in het tropische woud op Grenada te maken, gaan we met lijn 1 en 6. Het is een prachtig natuurpark met bergen tot 800 meter hoog, die voortdurend in nevelen gehuld zijn en een lavameer. Het is een fikse wandeling, langs tropische planten, varens, schijnbananen, die prachtige rode bloemen dragen, palmbomen en allerlei Nederlandse kamer- en balkonplanten. De orkaan Iwan heeft hier vijf jaar geleden veel grote bomen ontworteld. Alles is weer begroeid en sommige bomen zijn toch weer aan het uitlopen. Behalve mooi is het ook een sport om niet te vallen.
De paden zijn glad en dat stijgt noch daalt gemakkelijk. Dat het af en toe regent, maakt het nog sportiever. Vlak bij het lavameer zie ik een grote dier wegschieten. Ik ben vergeten te kijken wat het kon zijn, het had een lange witte staart, het was vast geen aap. Die wonen trouwens wel in dit natuurpark. Het is geen hoogseizoen, dus ze worden niet bijgevoerd en ze laten zich niet met toeteren noch apengeluiden lokken.
Hanneke en ik bestuderen met veel interesse de manier waarop het in de bus is geregeld. Het loopt gesmeerd zonder dienstrooster en bureaucratie. De bus is een grote auto, met vijf rijen, waardoor 18 passagiers mee kunnen. Soms staan de passagiers aan de kant van de weg, soms wordt naar potentiële kandidaten rondgekeken en even extra omgereden, b.v. via een winkelcentra. Er is een bijrijder, die zorgt voor de plaatsverdeling en voor het in- en uitstappen. Als je op het blik klopt betekent dat je er uit wilt. Als je naar een speciale plaats gebracht wilt worden, geen probleem, je betaalt iets extra’s. De bussen rijden af en aan. Bij iedere busrit ontdekken we een nieuw facet. We gaan, voor ons onderzoekJ, in de avond met de taxi naar de Queenshow. Het is de eerste avond van het carnaval van Grenada. Alle eilanden vieren om de beurt carnaval, zodat ze bij elkaar op bezoek kunnen komen. En dat gebeurt massaal; er is geen auto meer te huren en het lijkt alsof er een feestelijke stemming hangt. We denken dat we er vroeg bij moeten zijn om een goede plaats te bemachtigen. Dit pakt anders uit. Langzaam druppelen de toeschouwers binnen. Het zijn meest vrouwen die er zelf prachtig uitzien. De taxichauffeur had al gezegd dat de Queenshow nieuw leven in geblazen is. We gaan snappen wat hij bedoelt, het leeft nog niet echt in Grenada. Het blijkt een soort Miss carnavalsverkiezing te zijn, waarbij uit ieder district (7) van Grenada een Miss meedingt. Bijzonder is de opening van deze Missverkiezing, het volkslied wordt gespeeld en ieder wordt verzocht op de staan, wat met trots en ernst gebeurt. Iedere Miss moet haar talent voor het voetlicht brengen; dansen, cabaret, een lied tegen huiselijk geweld en een sketch over een marktvrouw. Vóór de badpakkenscène gaan we naar huis.
Hanneke en Nils kunnen gelukkig goed de Pélagie tussen de ongeveer 30 andere boten, die voor anker liggen, terug vinden. Ik verheug me op de nootmuskaatfabriek en als het even kan de cacaoplantage. Grenada is namelijk hét specerijeneiland.
Vrijdag 05-08 2011 De “nutmeg” verwerkingsfabriek in Gouyave is een coöperatie. De nootmuskaatnoten drogen daar 2 en de foelie 4 maanden. De foelie is het omhulsel van de noot, vergelijkbaar met de walnoot. Ook hier heeft orkaan Iwan veel nootmuskaatbomen ontworteld. Het duurt 7 jaar voordat een nootmuskaatboom vrucht draagt. Gelukkig neemt de totale oogst van de coöperatie weer toe. Het drogen en verwerken wordt handmatig gedaan, we vinden het mooi om te zien. Het doet Hanneke en mij denken aan het aardappels-sorteren van vroeger.
We maken veel foto’s, kopen eerste klas nootmuskaatnoten en nootmuskaatsiroop. We eten heerlijke vis uit de zee om daarna met lijn 6 naar de ‘Seven Sisters’ waterval te gaan, ook een natuurpark en een heerlijke wandeling.
Eerst door een klein landbouwgebied van een enthousiaste boer, die ons zijn gewassen showt; zijn nootmuskaatboom, bananen, papaja, bonen en moestuin met groenten. Daarna het oerwoud in met tot slot de waterval, waar we gaan zwemmen.
Al foto’s makend, een portret van Hanneke en Nils, verdwijnt mijn fototoestel in het kleine meertje waar de tweede zuster haar water laat vallen. Het toestel zinkt niet, wordt gered en liefdevol gedroogd, wat helaas geen vruchten afwerpt. De foto’s zijn gelukkig wel bewaard gebleven.
Opnieuw duurt ons het wachten op de bus wat lang en we krijgen, jippie, een lift. De bestuurder rijdt zo hard, dat hij kandidaat is voor “Blik op de weg”. We vinden het onverantwoord om in de auto te blijven en vragen de chauffeur te stoppen. Opgelucht over onze eigen doortastendheid en hem met vraagtekens achterlatend, stappen we in lijn 6, om via lijn 1 thuis te komen. Zaterdag 06-08-2011; Vanuit Prickly Bay in Grenada gaan we zeezeilend met veel wind op weg naar Sandy Island. Spannend zoveel wind om en zoveel kracht op de boot. Ik moet me overgeven. Gek genoeg kun je de boot vergelijken met het zadel en de zee met een paard. Ik oefen in het meebewegen met de boot. De betekenis van het ‘berijden van de golven’ krijgt voor mij een nieuwe dimensie, zo ook ‘als een bootje dobberen’ op de oceaan. Gelukkig komen we ruim voor het donker aan, moe van de overtocht. Morgen gaan we snorkelen.
Zondag 07-08-2011 Voor Sandy Island snorkelen we twee keer en zien veel vissen, waaronder drie barracuda’s. Dat is een roofvis en dat zie je er ook wel aan af, zo statig. We zien prachtige riffen, zeeanemonen, zee-egels en allerlei fel gekleurde vissen. Een hele nieuwe wereld gaat voor me open, ik kan er geen genoeg van krijgen. Mijn verbrande bovenbenen geven andere signalen af. Iwan heeft ook Sandy Island van aangezicht veranderd.
Na de lunch motoren we naar het chique resort op PSV (Petit St. Vincent). We onderzoeken of we er kunnen eten. Te chique, dat is niet erg, wel te duur. Hanneke en ik bestellen een local biertje en worden zomaar uitgenodigd om de ligging en inrichting van de huisjes te bekijken. Er wordt ons uitgelegd hoe je als bezoeker in de watten wordt gelegd. De uitzichten zijn prachtig. De zee is mooi en als ze nog een locatie nodig hebben voor een Bounty-eiland, weet ik er wel een.
Maandag 08-08-2011; We gaan samen snorkelen en zien een afgestorven rif, misschien ook wel door Iwan. We zien een stuk koraal wat weer tot leven komt, een prachtige school vissen zwemt er om heen. Ook zien we een kleine koraalcactus. We varen met prachtige uitzichten terug naar Hillsborough, om uit te klaren. Daarna snel door naar Clifton, op het eiland Union om er voor 4 uur in te klaren. Na al deze bureaucratie gaan we luxe uit eten, ik eet met smaak een barracuda. Morgen staat Tobaga Cays op het progamma; een natuurgebied waar het erg mooi snorkelen is. Dinsdag 09-08 2011, woensdag 10 en donderdag 11-08 2011; We komen aan, gaan snorkelen en blijven dat tot donderdagmorgen doen. Het water is turquase blauw en heel helder. We beginnen bij het ‘schildpadden-wei’. Als we uit de boot het water in gaan, is er onder de boot een school vissen verborgen van wel 6 meter hoog. We weten niet wat we zien! De school vult de gehele ruimte onder de boot en dat doen ze ook onder de catamaran van de buren. Wat een begin! Je kunt er door heen zwemmen, de vissen laten je door om zich daarna weer aaneen te sluiten, indrukwekkend. Jammer Saskia, dat we geen onderwatercamera bij ons hebben. Voordat we bij de schildpaddenwei aankomen, spotten we ook nog een rog, die zich in het zand aan het ingraven is. We snorkelen verder en worden verrast door de grote aantallen grazende schildpadden.
Later verleggen we de boot, omdat Nils samen met Frits een probleem aan de Pélagie moet oplossen.We bekijken een rif en zien massa’s vissen, hier links de kleurrijke papagaai vis. Later ontmoet ik een grote haaiachtige; misschien een rifhaai. Ik schrik zo dat ik naar de boot terugzwem, ook al weet ik bijna zeker dat deze grote vis niet jaagt op mensen. Hij zwemt daar met andere vissen als zijn hofhouding.
Tobago Cays is een hoefijzer-vormig rif, waar je slechts op een paar plaatsen doorheen kan snorkelen, om het rif van de zeekant te zien. Dat kan goed, want de stroming drijft je terug naar de Cays. We zien in de doorgang een verpleegstershaai onder een rots liggen. Spannend om de zee op te zwemmen, ik zwem meteen uit mijn comfortzone. Maar het loont de moeite, we zien het rif heel diep naar beneden gaan en er zwemt ontzettend veel vis. Het lijkt wel een vissenstad en dan vooral de muur van die stad met een drukte van belang. Het is er opnieuw bijzonder met kleine en grote vissen, met mooie stukken koraal en met drie adelaarsroggen die statig door het zeewater zwemmen. In de middag gaan we naar een koraal waar het stikt van de kleine jonge vissen, een school die als een levend gordijn door het water zwemt, vooral als de zon er op schijnt. Later zien we een grote school vissen, misschien wel die van onder onze boot, bejaagd worden door een groep van 10 kleine tonijnen. We zien ze geen vis verschalken, het lijkt moeilijk om iets te vangen. Indrukwekkend om deze jacht van boven te aanschouwen.
Donderdagmorgen willen we weer door het rif de zee op, maar de stroom staat anders, het lijkt of we door de doorgang gezogen worden. Hanneke zwemt oog in oog met een hele grote Barracuda, die haar ook even een rilling bezorgt, zie foto links. Het lijkt op zee niet helemaal pluis, we zwemmen met moeite terug en blijven aan de binnenkant van het rif, waar het opnieuw moois is met zowel oude, bekende als nieuwe vissen.
We nemen afscheid van Reinhilde en Frits en van het snorkelen. We varen naar Clifton en daarna in 24 uur naar Tobago. Fijn om de zonsonder- en opgang op zee mee te maken, misschien zie ik wel een dolfijn!
Bijzonder om zo twee weken het leven op de Pélagie met Hanneke en Nils te mogen delen. Het is een geweldige ervaring geweest. Dank jullie wel. Groetjes van Marja, Hanneke en Nils
1 opmerking:
Hallo Hanneke en Nils,
heel leuk om al die voor ons nu bekende namen en plaatsen tegen te komen in het verhaal van Marja, we kunnen er ons nu een heel goed beeld van vormen.
We zijn net terug van 5 dagen Helsinki en hebben daar met Igor en Daniela ook gezeild op hun zeewaardig jachtje, in de Archipel en de Baltische zee. Weer heel spannend en leuk. Een erg leuk bootje.
groetjes, Teets en Lum
Een reactie posten