zaterdag 30 juli 2011

Overweldigende natuur in Tobago


In het eerdere artikel heeft Liesbeth al een deel van het verslag van haar 2 weken op Tobago geschreven. Hieronder nog wat aanvullingen van Hanneke en Liesbeth samen.

De douane op het vliegveld in Tobago heeft Liesbeth onterecht maar een visum voor 2 dagen gegeven. Ze moet zich melden op het immigratie bureau van Scarborough. We gaan dus meteen op dinsdag op stap. Na een uurtje is alles door de vriendelijke ambtenaren geregeld. Onderweg komen we drie hooggehakte dametjes tegen met nylons aan en lopend in de snikhete zon alsof het niet warm is.

Een oudere dame heeft haar garderobe anders ingericht. Zij draagt een parasol in de kleuren van haar kleding. Allemaal gaan ze stralen als je vraagt of ze op de foto willen. Dat geldt ook voor de man die bleekwater op de sponningen bij Kentucky Fried Chicken spuit tegen de kakkerlakken. De hygiëne is halfslachtig. Hij heeft een netje op, maar wij eten daar en snuiven die giftige geuren op.




We kijken naar steriele wondgaasjes; immers Nils heeft zijn arm verbrand bij het schoonspoelen van onze regenwater-opvang-slang met kokend water. Stom… stom … stom. Onze verbanddoos bevat van die prachtige gaasjes die niet aan de wond hechten, maar we kunnen ze hier niet vinden. Ons volgende bezoek neemt ze nu mee. Overigens is de brandwond nu ruim 10 dagen later al helemaal dicht en heeft Nils een prachtig roze velletje op zijn arm. Nu wel oppassen voor de zon! En ja, de wond aan mijn been van de val in de goot, is ook helemaal dicht! Ik kan weer snorkelen, heel fijn.


Heritage Festival
We zeilen naar Plymouth om naar het “Sea Festival” te gaan. Het wordt gehouden op het strand onder de bomen. Dit is in Tobago hét schildpaddenstrand, maar door al het lawaai en licht zijn er vannacht zeker geen schildpadden. Er is een simpele houten tribune getimmerd, er zijn stoelen onder een zeildak voor de speciale gasten en veel losse stoelen voor anderen.
Het programma is erg leuk, het bekijken van de toeschouwers ook. Er zijn veel moeders en grootmoeders met kleine kinderen, allemaal prachtig aangekleed. De mannen staan achteraf een biertje te drinken; het blijft allemaal heel gezellig en gemoedelijk. Er wordt een soort cabaret opgevoerd, tot grote hilariteit van de toeschouwers, wij verstaan er niets van. Tussendoor prachtige zang en dansuitvoeringen gerelateerd aan de zee en het leven in Plymouth, een echt vissersstadje. We genieten, ook van de levendige live-muziek.
Peltje terugvinden in de donkere nacht is een uitdaging; op de heenweg hebben we een tussendoor weggetje naar het strand genomen, wat we in het donker niet zien zitten, dus lopen we langs de grote weg. We zijn blij als we om tien uur ’s avonds weer veilig op de Pélagie zijn.

Een huurauto brengt ons de volgende dagen naar de traditionele bruiloft, die al is beschreven. We gaan ook naar de “traditionele kinderspelen”, maar zijn er snel uitgekeken. De rest van de dag maken we een prachtige auto-tocht over Tobago. We wandelen een stuk van de Gilpin trail in het ongerepte regenwoud in het Noorden; bijzonder. Onderweg zien we zomaar kolibries en papagaaien.
In Charlotteville wordt op maandag om 19:00 het “Dance festival” gehouden, dus zijn we daar met de Pélagie en varen ’s avonds met Peltje naar de steiger. Wat een luxe; geen natte, zoute voeten als we aan land gaan. Er heerst een gezellige drukte in dit vissersplaatsje, een week geleden toen we er met de auto waren was er bijna niets te doen! Deze middag waren er wel meer dan 100 mensen op het anders zo stille strandje hier. Als we om 18:45 aankomen gaan de stalletjes al dicht, logisch want iedereen neemt plaats op de tribune. Iets te eten halen in de vertrouwde witte weggooibak valt niet mee. We bestellen bij het verkeerde loket. We krijgen het eten  pas mee als we een kwartier staande aan de toonbank in de hitte hebben gewacht. Geen probleem, het programma start zoals gewoonlijk toch 30 minuten later.
We genieten van de muziek, de dansen en de prachtige kostuums. Sommige groepen zijn echte amateurs, zoals een groep kinderen, heel vertederend. Er is ook een professionele groep die Afrikaanse dansen brengt met hun eigen opzwepende muziek. Het is weer genieten geblazen.

Anse Bateau
Het noorden van Tobago is het meest ongerept en heeft mooie eilanden voor de kust. We liggen nu al 3 nachten in Anse Bateau, vlak voor een heus resort de Bleu Waters Inn. Vanuit onze boot kijken we uit op het huis waar Ian Fleming zijn James Bond bedacht heeft. Het eten is hier lekker, we zijn niet de enige gasten, gezellig, maar de prijzen zijn (bijna) Europees. Ook hier hebben we de luxe van een steiger, heerlijk. Rondom ons prachtige groene bergen en eilanden en blauw water naast ons. Het is wel een beetje onrustig soms, maar het gaat net.
Liesbeth wordt steeds meer ervaren in het snorkelen, ook hier in de baai zit veel soorten vis, gisteren zagen we een hele grote! Helaas is het zicht hier even wat minder.

Vandaag, vrijdag gaan we met een gids naar een van de eilandjes waar we op uitkijken “Little Tobago”. De  “Red-billed Tropic Bird” broedt hier van december tot april. We zien nu nog een paar van deze sierlijke, witte vogels vliegen. Ook de MotMot, koning van het bos, zien we 2 keer. We snorkelen op het rif voor het eiland met prachtig helder zicht. Mooi!
Woensdag rijden we in de regen met langs mooie uitzichtpunten zonder uitzicht. Liesbeth ervaart haar eerste echte tropische regen. Het regent 4 uur lang flink hard en het blijft warm. Nieuwe ervaring!

In Charlotteville maken veel vissers hun vangst schoon. De meeuwen en de fregatvogels vechten om het slacht afval op het strand, zie de openingsfoto boven. De zwarte reiger wacht op afstand. We vragen ons af waarom de pelikanen er niet bij zijn. Een van de vissers heeft een koelbox met meer dan 20 prachtige tonijnen. Hij gaat regelmatig met toeristen vissen. Die mogen de vissen meenemen die ze willen, de rest is voor hem! Hij vriest ze in en vindt goede kopers. Prima deal! 

Op donderdag maken we de wandeling naar de hoogste waterval van Tobago. Weer prachtig door het regenwoud, de “Rufus tailed Jacamar”zit ons al op te wachten.




De waterval is hoog en spectaculair. Het standje met souvenirs komt goed uit als we willen schuilen voor een hevige regenbui. Die wandeling doen we op onze bergschoenen. De mijne staan in mijn koffer. Die kunnen er niet zomaar terug in. Eerst moeten ze met gif bespoten worden en dat moet een half uur inwerken. Dat zorgt ervoor dat we (hopelijk!) geen kakkerlakken in de Pélagie krijgen. We hebben aparte schoenen voor op het land en voor in de boot. De landschoenen hoeven niet iedere keer met gif bespoten te worden omdat ze in een bakskist buiten de woonruimte bewaard worden. We wisselen wat af!
Aan alle het leuks, ook deze vakantie, komt een eind. Morgen zeilen we terug naar het zuiden richting vliegveld.

woensdag 27 juli 2011

Feest in Tabago

Mijn zus Liesbeth komt ons voor 2 weken met een bezoek vereren. Zij schrijft het onderstaande stukje.
18 juli kus ik Hanneke en Nils  op het snoeihete vliegveld van Tabago. Lopend gaan we naar het bijbootje en varen we naar de Pélagie, die daar helemaal alleen tussen kleine houten roeibootjes voor anker  in een prachtige groene baai ligt.  Er zijn geen havens op dit mooie, bergachtige tropische eiland wat niet groter is dan de provincie Groningen.  Alleen  af en toe een aanlegsteiger. 
Langs de prachtige kust zijn veel inhammen en baaien met bijna altijd met een dorpje, waar vaak wordt gevist. Die baaien hebben bloedige namen als “Bloody Bay” of “Man of War Bay”.  De afgelopen eeuwen is hier veel gevochten. Ook Nederlanders  hebben hier  in de slaventijd huisgehouden.
Gelukkig zijn er nu prachtige witte zandstranden met palmbomen in een bos, wat meestal het begin van  een tropisch  regenwoud is.



De aardige, vrolijke bevolking heeft altijd een grap en een lach. Overal klinkt de Calypso muziek en hebben mannen een rasta uiterlijk inclusief lang haar en kleurige muts.

Alles is hier kleur; de huizen, de bootjes,  de mensen en vooral de kinderen. Prachtig. We varen van de ene schitterende baai naar de andere, iedere keer genieten we van een ander “behangetje”. 






















In deze week is er het Heritagefestival. Overal op het eiland worden festiviteiten georganiseerd. Er zijn veel kleine plaatsjes, die bijna allemaal een school hebben, waar dan een sport of “recreatie veld” met tribune bij is, een prima plek voor deze evenementen.
Vandaag zaterdag 23 juli is het mooi helder weer. Hanneke heeft telefonisch via haar lokale 06, een auto gehuurd en om 9.00 uur afgesproken. Hoewel de verhuurder ons niet kent zijn wij niet te missen; een witte man met  twee  blanke blonde vrouwen is hier een opvallende  verschijning.  Op Tabago tijd, d.w.z. 40 minuten later stappen we in de auto. Vriendelijke mannen en vrouwen hebben ons dan al aan het lachen gemaakt. Heerlijk die relaxte manier van leven. Zelfs Hanneke kan dan zo lang wachten.
Toen begon onze toer.  Al links rijdend langs  kusten en baaien,  van grote hoogte genieten van het uitzicht en dan verrast worden door de papagaaien die uit het tropisch regen woud aan de andere kant van de weg over je heen vliegen.
Eerst gaan we naar de tropische tuin met mooie vogels van een oude koloniale villa, wat nu een resort is. De tuin is geen bloemperk met bomen en struiken en  een groot  grasveld maar bestaat uit begroeide heuvels met prachtige rode, blauwe en gele bloemenstruiken.
Vanuit de veranda kijken we naar tropische vogels. Het zijn er veel; zwarte, blauwe en pauwkleurige kolibries, mosgroene en grijze tanagers, bananaquits en ranke duiven.
Bij de kolibries is  goed te zien dat de vleugels zo snel op en neer gaan dat je die niet meer ziet .

Na een klein Engels tea-tje op naar het Heritage festival; de historische bruiloft in Moriah. Dit alsof -huwelijk vindt plaats in een kerk. De logistiek is goed geregeld.  De communicatie niet. De parkeerplaats is de speelplaats bij de school bij de kerk. Ook is er toezicht. Jammer is dat er haast geen auto’s komen te staan. Die staan langs de kant van de weg in dit bergachtige eiland. Dit komt omdat het niet aangekondigd is.
Omdat we op tijd zijn  hebben we een plekje vooraan en kunnen we alles goed zien. En daar komt de stoet. Eerst de prachtige vrouwen van digicel (plaatselijke 06-aanbieder). Nils en ik worden als tegenpool ook op de foto gezet.
Daarna de bruiloftsgasten  in koloniale stijl gekleed. Ook de niet uitgenodigde gast, de dorpsroddel. Zij vertelt ons, de bezoekers die buiten de kerk zitten, de schandalen en de geheimen van het bruidspaar, de familie en hun gasten. Verder zijn er vrouwen, die geen gasten zijn maar een speciale rol hebben;
Een vrouw die de koffer op haar hoofd  draagt, waarin de uitzet zit, een vrouw met een pot en pan, die laat zien dat de bruid kan koken en wassen, een vrouw met een broodvrucht die laat zien dat de bijna echtgenote vruchtbaar is. En natuurlijk is er rijst om net als bij ons welvaart en vruchtbaarheid uit te drukken.
Na de trouwerij in de kerk gaat de optocht van heel veel bruiloftgasten naar het gebouw van de receptie. Die stoet is een en al vrolijkheid. Er is een band en iedereen danst op die muziek. 
Samen met een soort medicijnman leiden  de bijzondere vrouwen van hierboven de optocht. Bovendien zijn er nog meer mensen dan aan het begin van de wedding. Veel gasten kwamen te laat. Groepen kinderen, ook in die ouderwetse stijl gekleed en nog veel meer paren. Het swingt de pan uit, en het is heel georganiseerd. Allemaal doen ze hetzelfde danspasje.
De wedding is  een nationale gebeurtenis. De televisie is er,  heel veel fotografen en zoveel  witneuzen heb ik hier nog nooit bij elkaar gezien. Wij waren wel de enige Hollanders.
Bij een receptie is er ook eten en na een heerlijk hapje geitenvlees met rijst en groenten vervolgen wij onze tocht.
We gaan de binnenlanden in en lopen door het oerwoud langs lianen, reuzenbomen en watervallen. De indrukwekkende natuur van Tabago. Tegen zessen, net voor het donker, zijn we terug bij Peltje. We blijven niet helemaal droog, want we moeten nog  door de branding. Tien minuten later zijn we moe maar voldaan thuis. Lekker nog even lezen en dan naar bed.

zaterdag 16 juli 2011

Langs prachtige baaien

Als je ergens langer ligt, is het altijd weer extra moeilijk weg te varen. Het is dan zo lekker vertrouwd, zeker met gezellige buren en internet op de Pélagie. Toch halen we zondag het anker op om naar het Buccoo reef te varen, het eerste stuk op de fok, later op de motor. Het is midden op de dag, zodat we eventuele ondieptes goed kunnen zien, want er is alleen een smalle doorgang. Er liggen geen boeien en de kaarten zijn niet altijd betrouwbaar. Het gaat prima; onze echo-sounder, de vooruitkijkende dieptemeter geeft een goed gevoel. Het is een mooie spannende tocht, we zijn blij als we veilig voor anker liggen midden in de baai, als enige zeilschip. Er is tot onze verbazing een gratis WiFi station dat onze antenne net kan oppikken. ’s Avonds is er “Sunday School”, we genieten van een gezellig maaltijd en vooral van de Steelbands die fantastisch gevarieerd spelen.  We gaan om 22:30 voldaan terug naar de Pélagie, veel te vroeg natuurlijk, voor de lokalen begint het dan pas, de muziek gaat door tot 03:00 uur. We liggen vergenoeg weg en met oordopjes kom je een heel eind.
Maandag varen we door naar Courland Bay. Er liggen veel vissersboten in deze mooie baai. Dit is het Tobago schilpadden strand; we zien inderdaad schillen van eieren, en bellen ’s avonds het gekregen telefoonnummer. Ik moet maar om 23:00 uur terug bellen, misschien is er dan een schildpad gesignaleerd. Helaas liggen we dan al in bed, voorzien van nieuws en e-mail, want de resorts langs deze baai hebben hun WiFi open staan.
De volgende ochtend hangt een groot drijfnet in de baai; de vissers halen het in; het halve dorp lijkt mee te doen en ik, Hanneke, trek ook een half uurtje mee. De vangst is best groot, ook behoorlijk grote vissen en vooral veel kleinere. De vis wordt langs de weg verkocht. Een oud vrouwtje mag de kleinste visjes hebben.

We gaan anker op naar “Englishman Bay”, een paar uur motoren, want wind en stroom zijn tegen.  De kust wordt steeds hoger en ruiger, een mooie tocht. . Het is hier prachtig, een breed zandstrand, veel palmbomen, geen huizen alleen een klein tentje voor dagtoeristen.  Ook hier wordt met drijfnetten gevist. We wandelen langs het strand en genieten van de rust. ’s Avonds is het echt pik-donker, alleen de volle maan verlicht de baai.

Woensdag gaan we door naar Parlatuvier Bay. Aan deze baai ligt een dorpje met een school, de streek eerste hulppost met een schitterende ambulance en een heuse pier waar je water kunt tanken. Dat doen we natuurlijk. Er is een korte wandeling naar een leuke waterval, er zijn mooie uitzichten op de heuvel, en de geiten houden het gras op de paden kort. De volgende ochtend giet het met grote druppels. Ons zeiltje blijft binnen, want onze watertanks zitten vol.
Donderdag een fantastische zeildag terug naar StoreBay. De tuner voor de SSB is aangekomen. Vandaag heeft Nils die gemonteerd, maar de SSB doet het nog niet……..De tuner tunet wel, maar de verbinding komt er blijkbaar niet, verder zoeken maar.
Maandag komt Liesbeth mijn oudste zus twee weekjes mee varen, heel gezellig. Opruimen, wassen, schoonmaken en de logeerkamer leeg genoeg maken is dus het devies voor de komende dagen.

zondag 10 juli 2011

Met de auto Tobago verkennen

Met de auto Tobago verkennen
Op woensdag 6 juli trakteren we onszelf op een kleine 4-wheel drive voor 2 dagen om Tobago te verkennen. We rijden het hele eiland rond, het is tenslotte niet zo groot, ong 45 bij 23 km. Zon en regen wisselen elkaar af, het is tenslotte regentijd. De wegen zijn redelijk goed, we eindigen niet in een gat in de weg! Het noorden is het meest ongerept. Het tropisich regenwoud is hier al sinds de 18-de eeuw een natuurreservaat. Er zijn prachtige baaien en leuke vissersdorpjes met vriendelijk mensen. We zien veel vogels, de koe-reigers staan naast het vee dat met een touw staat vastgebonden, schijnbaar midden in het oerwoud!
Een hele grote, groene leguaan ligt zomaar op de weg in de zon en rent snel door het even groene gras weg; we snappen dus waarom hij zo fel groen is.
De meer afgelegen wegen worden ook als autodump gebruikt. Meerdere auto’s staan te roesten, alle bruikbare onderdelen gesloopt. Het is hier wel heel basic, zeker nu in het laag-seizoen. Er liggen maar 2 andere zeiljachten voor anker, er zijn wel veel kleine vissersboten.
We vinden maar met moeite een tentje, waar we ‘middags een hapje kunnen eten. Wat over is op onze borden wordt gewoon over het hekje naast het tentje gegooid, als voer voor de kippen die er rond scharrelen. We vinden ook het strand waar hier op Tobago schildpadden zouden moeten komen eieren leggen en krijgen een telefoonnummer zodat je gebeld kunt worden als er één op het strand komt. De aantallen zijn dus waarschijnlijk niet zo groot als in Trinidad.
.
Later deze maand komen mijn 2 zusjes op bezoek, die net als wij ook van wandelen houden. Er zijn voldoende paden zo te zien. We lopen naar een prachtige, grote waterval, wel weer dóór het water, dus niet zo goed voor de wond aan mijn been. Nils gaat lekker onder de douche, maar ik probeer mijn been droog te houden.
We genieten hier van de rust en ontspanning op de Pélagie in afwachting van ons bezoek 17 juli. Echt vakantie nu de meeste klusjes gedaan zijn. We praten bij met medezeilers en ruilen boeken, zodat iedereen weer nieuw leesvoer heeft. Ook de wasserette op het strand heeft een groet voorraad ruilboeken. En we genieten van internet via wifi op deze ankerplaats, zo vanuit de Pélagie.
Morgen gaan we rond het eiland zeilen en mogelijke snorkel en duikplaatsen verkennen. Dus voorlopig zijn we even minder via E-mail te bereiken, maar natuurlijk wel via onze lokale telefoon.
Groetjes van Hanneke en Nils

vrijdag 8 juli 2011

Tobago, een Nederlandse kolonie in de 17-de eeuw

                         
Zelfvoorzienend, ook wat betreft water
Het bevalt ons prima hier voor anker in Store Bay, in het ZuidWesten van Tobago. We liggen goed beschut, er vaart van alles voorbij en op het strand is het nodige te beleven, te zien en te horen. ’s Avonds speelt vaak in Steelband in het mooie hotel complex aan het strand.
Hier op Tobago zijn helemaal geen jachthavens, dus alles moet met Peltje, ons bijbootje. De boodschappen,  maar ook water en diesel. Ons waterzeiltje komt prima van pas, want in deze regentijd zijn er regelmatig pittige buien. Onze water containers lopen heel mooi vol, maar moeten natuurlijk wel op tijd worden verwisseld, soms IN de regen.
Nils maakt er geen probleem van, het is immers helemaal niet koud. Om te voorkomen dat zijn kleren moeten drogen, wat lastig is als het echt regent, doet hij dat in Adamskostuum. Voor het water in onze tanks gaat, filteren we het door een oud katoenen hemd om vliegjes en andere vuiltjes die misschien op het waterzeiltje zitten, buiten de tank te houden. Met een hevel, tip van Frits, gaat het van de container door het filter de tank in, makkelijk zat. Voorlopig zitten onze tanks vol, dus hoeven we nog niet met water te sjouwen. Ook (nog) niet met diesel; zolang we niet varen, blijven ook die tanks vol.
We leven hier wel van de natuur: onze zonnepanelen houden de accu’s op peil en op regendagen doet de windgenerator een stevige duit in het zakje. De zon maakt ook het douche water warm in onze zwarte douche zak, die we zo boven het badkamerraampje hangen voor een warme douche. Op dezelfde manier hebben we natuurlijk ook regelmatig warm afwaswater.
Tobago, een Nederlandse kolonie in de 17-de eeuw
In Trinidad hebben we uitgeklaard, hier moeten we weer inklaren, dus de eerste dag nemen we meteen de bus naar Scarborough. Hier is vrijwel iedere auto ook een taxi. Al snel rijden we voor 80 cent pp het kwartiertje naar het immigratie kantoor. We zijn eerst bang dat ze moeilijk gaan doen omdat we een extra nacht in Gran Riviere hebben doorgebracht, maar iedereen is erg vriendelijk en alles gaat heel snel. We lopen door het kleine, niet zo bijzondere stadje. Veel vriendelijke mensen op straat, een drukke markt, veel muziek, het is gezellig. Een nep-palmboom wordt gebruikt om de GSM zendmast te vergergen, zie hiernaast!
We lopen naar het oude fort, waar nu het ziekenhuis is gevestigd. Er zijn nog wat oude kanonnen, een gerestaureerd kruithuis en een officiersgebouw waar een aardig museum is gevestigd. Vooral de aquarellen van de diverse oude plantages zijn de moeite waard. In de 17-de eeuw is Tobago is een tijdlang een Nederlands kolonie geweest, Nieuw Walcheren, dus we begrijpen de Nederlandse namen, maar we snappen niets van de Letse streek kledij! Een stencil geeft uitkomst; er was een vrij grote Letse kolonie, gesticht in 1637, omdat de graaf of koning van Letland dit eiland had “gekregen” van zijn peetoom, koning George van Engeland. Iedereen vocht dus niet alleen tegen de Carib indianen, maar ook nog tegen elkaar! Geen wonder dat deze koloniën het niet konden bolwerken. Voor geïnteresseerden zie http://www.colonialvoyage.com/eng/america/tobago/dutch.html
Duiken
We hebben het niet getroffen met onze 2-de handsduikuitrusting die we op Trinidad hebben gekocht. Een aantal stukken rubber breek al snel af, blijkt heel broos te zijn (te warm opgeslagen?). Gelukkig is de lokale duikwinkel heel behulpzaam en wordt een oplossing bedacht.
Nils maakt samen met Frits en Reinhilde een drietal mooie duiken. Twee hier in de baai en voor de derde varen we een uurtje in de Pélagie naar de andere kant van het Bucco Reef. Het zicht is zeer acceptabel en het aantal verschillende vissen is groot. Er zijn ook prachtige koralen. Ik, Hanneke, blijf lekker aan boord lezen en ben alleen voor de laatste duik “stand by” als boot cover, maar uiteindelijk niet nodig. De wond aan mijn been is nog steeds niet helemaal dicht, maar gaat wel vooruit. Ja, ik weet dat ik dit eerder heb geschreven….