Ook Miro doet mee aan de Pélagie gewoonte dat bezoek een stukje schrijft voor deze website. Hieroner haar bijdrage (en foto's!!)
Na urenlang in het vliegtuig worden we stralend door de bruingebrande HaNi ontvangen. Wij bleekscheten vallen wel op. De Pelagie ligt in de haven van Chaguaramas, in het noordwesten van Trinidad. Daar schommelt het huis van HaNi heel boeiend aan een boei. De eerste nacht moeten we wel wennen aan de deining van het water., maar we slapen toch heel diep en goed, als in een wieg.
De volgende morgen al wordt het anker gehesen en varen we naar een romantische bocht, Scotland Bay. We liggen midden in een oerwoud.
Daar willen we natuurlijk ook wandelen. Als we uit Peltje uitstappen, staan we midden in een vuilnisbelt. Eindeloos veel plastic bekers, flesjes, touw en zakjes ligt aangespoeld en kan niet verrotten. In spagaat-stappen schrijden we naar het bos. En daar wordt het heel mooi. Langs een verlaten weg, uit de tijd van de amerikaanse bezetting door het leger, lopen we langs de kust. De Pelagie ligt beneden aan het anker te dobberen.
Al gauw worden we afgeleid door fladderende vlinders. We zien wel meer dan tien soorten, de een nog mooier dan de ander. Ook kleurige bloemen, zaden en heel veel vogeltjes leiden ons af. We slenteren meer dan we wandelen. Wat fijn, dat Hannekes voet en Nils’ knieën geen problemen meer zijn. Ja, we genieten!Even verder in de bocht kunnen we snorkelen. Het water is groenig, maar toch helder. Tussen het koraal staan wuivende anemonen en er zijn heel veel visjes. We drijven boven een hele school piepkleintjes. Winfried ontdekt, dat hij beter zijn snor kan kortwieken, om geen zout water onder zijn bril te krijgen. Dat doet hij vlot na het uitstapje in de waterwereld.
De Pelagie kan zeilen – en hoe! Souverein sturen HaNi hun boot naar een volgende rustige ligplaats: Chacachacare. Dit eiland heeft de vorm van een G. We blijken de enige bezoekers te zijn.Misschien geen wonder: we worden door heel veel zwarte gieren ontvangen – die wachten op buit. Tot in de jaren 70tig was op Chacachacare een leprozen kolonie. Nu staan er verlaten huizen in het groeiende oerwoud. Dat was weer een uitnodiging om te gaan wandelen. We gaan de berg op naar de oudste vuurtoren van Trinidad.
Het is niet te geloven, dat rondom deze stille eilanden een heel gevaarlijke stroming boten uit de koers slaat: the Dragons Mouth. We varen op de motor naar Chaguaramas terug, want we gaan Anita ophalen. Het gaat regenen, en niet zo weinig, een tropische stortbui zet de straten onder water. Nils de kapitein, stuurt de gehuurde auto in het donker door de regen veilig naar het vliegveld.
Ook Anita laat, net zo als wij, bij de douane de brief van Nils zien, dat wij deel van zijn crew zijn. Het helpt en ze stapt stralend lachend de ontvangsthal in.Met Anita zijn we nu met z'n vijven aan boord. Dus moeten we boodschappen doen. Het lijkt wel voor een weeshuis, zo vol wordt de boodschappenkarretje. Peltje kan het nog net aan.
Bij een tentje kopen we en meeneemlunch. De mevrouw die verkoopt heeft die ochtend, net als alle werkdagen, om 03:00 uur alles staan koken en is ervan overtuigd dat we heel lekker zullen eten. We rijden eerst naar een prachtig bamboebos. Het lijkt op een groene kathedraal. Er zouden hier apen heel hoog boven in het bladerdak moeten zijn. We horen ze wel, maar zien ze niet. Bij een knus baaitje gaan we inderdaad heerlijk eten en daarna zwemmen. Wat is het heerlijk om gewoon zomaar de zee in te stappen, zonder het koud te krijgen.
Een ander uitje aan de westkust neemt ook een hele dag in beslag. Eerst gaan we twee hindoe-tempels aan de kust bekijken. Die zijn maar matig interessant, ofschoon Anita veel weet te vertellen.Gefascineerd kijken we naar crematie ceremonieën. Er zijn wel drie grote houtstapels gebouwd, die alle drie ook worden gebruikt.
In de namiddag nemen we met andere touristen plaats in een vlakke boot, om in het Caroni-moerasgebied naar de vogels te kijken. We zien ook twee boa’s in de mangrovebomen slapen. Op een grote plas leggen we aan en wachten. Reigers en ibissen zullen aan komen vliegen om in de bomen een rustplaats voor de nacht te vinden.
Plotseling gaat er een zucht van verrukking door de toeschouwers: een zwerm scharlaken rode ibissen komt aangevlogen. Het is een prachtig gezicht. Steeds meer groepen vogels komen aanvliegen. In de door de avondzon beschenen groene bomen zitten spoedig honderden rode vogels. Af en toe vliegen ze allemaal weer op en glanzen dan rood voor de blauwe hemel. We worden er stil van. Zelfs de Japanners aan boord zingen niet meer in koor hun lofprijzingen, maar kijken alleen nog maar naar de sprookjeswereld om hen heen.
Voor het inslapen in onze kajuit bekijken we al onze foto’s om deze fantastische herinneringen vast te houden. Het is leuk om te merken, dat HaNi net zo genieten van alle belevenissen, als wij, hun gasten.
Groetjes van Miro, Winfried, Anita, Hanneke en Nils vanuit Trinidad.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten