Zoals Teets al schreef we genieten enorm hier met zijn 4-en. Op vrijdag 28 jan verkennen we Petite Martinique, een eilandje vlak bij Carriacou. Bij het aanvaren lijkt de ankerplaats erg onbeschut en als altijd staat er een stevige NO wind. De ankerboeien van het restaurant Palm Beach , zo duidelijk beschreven door een medezeiler zien we liggen en maken vast in, zo blijkt, rustig water. We besluiten er dan ook te gaan eten. TeLu trakteren! Eerst wandelen we over het eiland, bekijken de heel beperkte botenbouw, de school en het veldje waar de jeugd cricket speelt (en geen voetbal). Het eten is heerlijk en vooral heel gezellig; we zijn de enige gasten, toerisme is niet altijd gemakkelijk!
Er valt veel te zien bij het ontbijt op ons terras aan het water, de kuip van de Pélagie; de mannen komen bij elkaar bij de vis-sociëteit, een visser(?) heeft het niet gemakkelijk om naar zijn boot aan de meerboei naast ons te peddelen tegen de sterke wind in en een groot aantal kleurige bootjes komen voorbij. Eentje dobbert en gooit een ankertje uit; zijn motor heeft de geest gegeven. Een kwartiertje later is de reparatie gelukt en kan de bestuurder verder scheuren. Dit zet ons aan het denken: veel vis wordt met lijnen gevangen ver op de oceaan, wat als de motor daar er mee op houdt en er geen hulp kan worden ingeroepen…… We voelen ons reuze rijk met 2 motoren naast de zeilen en dan hebben we ook nog marifoon, korte golf radio, satelliet telefoon en een Epirb.
We gaan uitklaren, water tanken en boodschappen doen in Hillsborough op Union Island. De middag snorkelen we voor de laatste keer op Sandy Island. Vooral Teets heeft nu echt de smaak te pakken. Naast veel vissen ziet ze ook een puffervis en trompetvisjes. Lum en Hanneke hebben ook in de Tobago Cays al meerdere snorkeltochten gemaakt en gaan nu wat verder van het strand weg. Veel vis en prachtige koralen, maar de vinnen van Lum zijn niet optimaal tegen de stroom in, dus ze komen na wat ademnood van Lum snel terug.
We genieten van een laatste zonsondergang en nemen met spijt in ons hart afscheid van de vele kleuren turkoise en blauw van het water en de goudgele stranden van de Grenadines.
Op zondag 30 jan zeilen we terug naar Grenada, een prachtige tocht grotendeels voor de wind, waar ook Teets van geniet. Als het een beetje spannend wordt omdat er natuurlijk een bui langs komt. verdwijnt ze naar binnen met een boek. We ankeren in Prickly Bay, het is er heerlijk rustig.
Op maandag staat onze gehuurde 4-wheel drive klaar. Het wandelpad naar de “7 sisters falls” loopt langs interessante akkers waar van alles wordt verbouwd. Een boer wijst ons zijn Yam veldje, 10 bij 15 meter en is duidelijk trots op zijn grote nootmuskaatboom die hurricane Iwan heeft overleefd. Er staan veel bananenbomen, papaya en citrus struiken. Varkensvoer wordt uitgeladen en de koeien staan met een touw om hun hals te grazen tussen alle andere gewassen. Alle mannen lopen met die vervaarlijke machetes, grote, lange messen waarmee van alles wordt gedaan, tot gras maaien toe. Interessant om te zien, maar wel erg rommelig en van alles door elkaar.
De watervallen zelf zijn leuk, er zijn zowaar nog andere wandelaars, die zich allemaal wel hebben laten vergezellen van een lokale gids die wij niet mee wilden. Het pad is simpel genoeg! Het plaatsje Grenville in het oosten is erg gezellig en authentiek. We zien geen andere witneuzen. Er zijn heel veel scholieren op straat, allemaal in uniformen. We verbazen ons over kledij die te koop is in de felle nationale kleuren van Grenada, rood, geel en groen, totdat blijkt dat komend weekend Onafhankelijkheidsdag wordt gevierd.
Dinsdag zetten we koers naar het noorden. We rijden kleine weggetjes, we hebben tenslotte niets voor niets een 4-wheel drive! Teets weet alles prima te vinden, we genieten van de tocht langs allerlei boerderijtjes en plantages. Als de weg gewoon ophoudt en in een riviertje verandert, gaan we toch maar terug; vast zitten in de modder is geen leuk vooruitzicht. Als we een cacao-verwerkings gebouw zien, waar toeristen welkom zijn, doen we meteen de rondleiding. Er wordt volop gewerkt, met veel mensen, erg interessant. Er zijn meerdere klasses die verschillend worden betaald. De prijs is prima door de onlusten in het andere grote cacaoland, Ivoorkust. Ik, Hanneke, vraag hoe ze weten welke boer welke kwaliteit heeft geleverd. Het antwoord is vaag en op de zakken staat geen herkomst. Ik moet nog denken aan de pootaardappelen van mijn vader, hoe precies de kwaliteitscontrole ging 50 jaar geleden, toen ook bij ons alles nog in zakken werd afgeleverd net als de cacaobonen hier. Echte kwaliteitscontrole is niet simpel en vraagt strenge normen en geen corruptie in de coöperatie.
De volgende stop is de rum destilleerderij. We hebben geluk, ook daar wordt volop gewerkt. Leuk om alles in bedrijf te zien: de pers, aangedreven door het waterrad, de gistings- en destillatie vaten. De pijpen zijn zo zichtbaar dat we het hele proces goed kunnen volgen en zelfs de overeenkomsten met een raffinaderij kunnen zien. Hier lijkt de kwaliteitscontrole wel goed; ook de overheid doet mee om de accijns te innen. Maar ook hier is het een vreselijke troep in en rond de diverse gebouwen. Spmmige leidingen hebben gewoon gaten in de bovenkant!
De lunch op de Belmont estate is luxe en erg lekker; de rondleiding valt een beetje tegen,.De gids die we krijgen vertelt weinig inspirerend. Net voor donker zijn we terug op de Pélagie, dit keer wel met de boodschappen en genieten van een heerlijke avond op ons buiten-terras met lichtjes, bridge en een boek.
donderdag 3 februari 2011
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten