Zelfvoorzienend, ook wat betreft water
Het bevalt ons prima hier voor anker in Store Bay, in het ZuidWesten van Tobago. We liggen goed beschut, er vaart van alles voorbij en op het strand is het nodige te beleven, te zien en te horen. ’s Avonds speelt vaak in Steelband in het mooie hotel complex aan het strand. Hier op Tobago zijn helemaal geen jachthavens, dus alles moet met Peltje, ons bijbootje. De boodschappen, maar ook water en diesel. Ons waterzeiltje komt prima van pas, want in deze regentijd zijn er regelmatig pittige buien. Onze water containers lopen heel mooi vol, maar moeten natuurlijk wel op tijd worden verwisseld, soms IN de regen.
Nils maakt er geen probleem van, het is immers helemaal niet koud. Om te voorkomen dat zijn kleren moeten drogen, wat lastig is als het echt regent, doet hij dat in Adamskostuum. Voor het water in onze tanks gaat, filteren we het door een oud katoenen hemd om vliegjes en andere vuiltjes die misschien op het waterzeiltje zitten, buiten de tank te houden. Met een hevel, tip van Frits, gaat het van de container door het filter de tank in, makkelijk zat. Voorlopig zitten onze tanks vol, dus hoeven we nog niet met water te sjouwen. Ook (nog) niet met diesel; zolang we niet varen, blijven ook die tanks vol.
We leven hier wel van de natuur: onze zonnepanelen houden de accu’s op peil en op regendagen doet de windgenerator een stevige duit in het zakje. De zon maakt ook het douche water warm in onze zwarte douche zak, die we zo boven het badkamerraampje hangen voor een warme douche. Op dezelfde manier hebben we natuurlijk ook regelmatig warm afwaswater. In Trinidad hebben we uitgeklaard, hier moeten we weer inklaren, dus de eerste dag nemen we meteen de bus naar Scarborough. Hier is vrijwel iedere auto ook een taxi. Al snel rijden we voor 80 cent pp het kwartiertje naar het immigratie kantoor. We zijn eerst bang dat ze moeilijk gaan doen omdat we een extra nacht in Gran Riviere hebben doorgebracht, maar iedereen is erg vriendelijk en alles gaat heel snel. We lopen door het kleine, niet zo bijzondere stadje. Veel vriendelijke mensen op straat, een drukke markt, veel muziek, het is gezellig. Een nep-palmboom wordt gebruikt om de GSM zendmast te vergergen, zie hiernaast!
We lopen naar het oude fort, waar nu het ziekenhuis is gevestigd. Er zijn nog wat oude kanonnen, een gerestaureerd kruithuis en een officiersgebouw waar een aardig museum is gevestigd. Vooral de aquarellen van de diverse oude plantages zijn de moeite waard. In de 17-de eeuw is Tobago is een tijdlang een Nederlands kolonie geweest, Nieuw Walcheren, dus we begrijpen de Nederlandse namen, maar we snappen niets van de Letse streek kledij! Een stencil geeft uitkomst; er was een vrij grote Letse kolonie, gesticht in 1637, omdat de graaf of koning van Letland dit eiland had “gekregen” van zijn peetoom, koning George van Engeland. Iedereen vocht dus niet alleen tegen de Carib indianen, maar ook nog tegen elkaar! Geen wonder dat deze koloniën het niet konden bolwerken. Voor geïnteresseerden zie http://www.colonialvoyage.com/eng/america/tobago/dutch.html
DuikenWe hebben het niet getroffen met onze 2-de handsduikuitrusting die we op Trinidad hebben gekocht. Een aantal stukken rubber breek al snel af, blijkt heel broos te zijn (te warm opgeslagen?). Gelukkig is de lokale duikwinkel heel behulpzaam en wordt een oplossing bedacht.
Nils maakt samen met Frits en Reinhilde een drietal mooie duiken. Twee hier in de baai en voor de derde varen we een uurtje in de Pélagie naar de andere kant van het Bucco Reef. Het zicht is zeer acceptabel en het aantal verschillende vissen is groot. Er zijn ook prachtige koralen. Ik, Hanneke, blijf lekker aan boord lezen en ben alleen voor de laatste duik “stand by” als boot cover, maar uiteindelijk niet nodig. De wond aan mijn been is nog steeds niet helemaal dicht, maar gaat wel vooruit. Ja, ik weet dat ik dit eerder heb geschreven….
Geen opmerkingen:
Een reactie posten