Het is inderdaad grotendeels rechtdoor, de weg valt mee, is eigenlijk prima. De grote rivieren worden overspannen door goede bruggen. Langzaam wordt het land steeds vlakker en leger. In Saramacca zijn vriendelijke kleine dorpjes met houten huizen en kleine kerkjes. Er wordt gebouwd aan een heuse zeedijk om het land te beschermen tegen de golven. Langs de weg wordt een olie exploratie boortoren geplaatst. Hopelijk vinden ze inderdaad olie. Later zien we uitgestrekte rijstvelden met veel sloten en sluizen, net een Nederlands Polderlandschap.
Na ruim 4 uur rijden, komen we rond 13:00 uur Nickerie binnen. Het hotel heeft nog één kamer vrij, dit blijkt het jaarlijkse feestweekend te zijn! Als eerste regelen we een tour voor de volgende dag naar Bigi-Pan, het moerasgebied hier aan de kust. Na een lekkere lunch proberen we een boot te vinden die via de Commewijne rivier het binnenland in gaat, naar Apoera. Maar dat lukt niet; als we op kleine zandpaadjes verzeild raken, keren we om. Je moet er niet aandenken autopech te krijgen, we weten niet eens precies waar we zitten!
In een rijstverwerkingsbedrijf kunnen we zowaar ook
onaangekondigd een rondleiding krijgen. Het is een enorme fabriek om rijst te
drogen, sorteren, pellen en te verpakken. Er zijn Nederlands Daf trucks maar de
machines zijn grotendeels Duits. Het eigen landbouwareaal is 3200 ha! Er wordt
2x per jaar geoogst. Heel interessant om te zien.
De boottocht door Bigi-Pan de volgende ochtend is
fantastisch, de gids vertelt leuk en veel. Met zijn allen duwen we de boot over
het dijkje om in het moeras gebied te komen, best een klus met laag water. We zien
heel veel roofvogels, reigers en steltlopers, ook brulapen, 3 wasbeertjes en 2
uilen. Het kan niet op, schitterend. Hier onder een jonge zwartkop arend.
’s Middags gaan we op zoek naar het veer naar Brits Guyana.
Dat blijkt 40 km ten Zuiden van Nickerie te liggen. Er gaat een prachtige weg
naar toe, gefinancierd door de EU,stile en vrijwel verlaten. Ook bij het veer is
er heel stil om 15:00 uur alleen het leger is paraat. Er gaan ook maar 2 veren
per dag, maximaal 30 auto’s! Wat een investeringen voor zo weinig verkeer. Maar
dat is natuurlijk geen enkel probleem als de EU betaalt!
De volgende ochtend, na een onrustige nacht vanwege het
feestgedruis met muziek tot 04:00 uur, zien we hoe de gewone man via de Back-track naar
Guyana gaat. Die stapt in een klein bootje direct achter de zeedijk bij
Nickerie. Er zijn geen voorzieningen, zelfs geen steiger! Wie zijn voeten droog
wil houden, wordt gedragen; mannen op de rug, vrouwen in de armen van de potige
bootsmannen. De bootjes gaan overzee, dus kans op golven, maar de douane valt
je niet lastig en smokkelen is geen enkel probleem!
We rijden terug via Wageningen, met de vervallen rijstfabriek
die het als Staat maatschappij na de onafhankelijkheid niet heeft gered. Plots
horen we een vreemd geluid en ja hoor een lekke band in het midden van niets!
Gelukkig hebben we de krik en de reserveband gecontroleerd voor we met de auto zijn
weg gereden. Alles past en een kwartiertje later rijden we weer. Verdere
zijtochtjes laten we maar achterwege, we gaan in een ruk door naar de verhuurder,
die er vlot en zonder bijkomende kosten een andere band onderzet; een prima
service.
Tegen het eind van de middag zijn we weer thuis op de Pélagie,
heerlijk om weer goed in ons eigen bed te kunnen slapen.