maandag 26 september 2011

Polderlandschap

Donderdagochtend  22 september brengt Rolf ons naar de kant, zo kunnen we Peltje op de Pélagie laten, dat lijkt ons veiliger. Rolf houdt ook een oogje in het zeil, nou op de Pélagie dan. Volgens de oude kaart die we hebben, gaat de weg naar Nickerie in het uiterste Noord Westen van Suriname via Paramaribo, en Nils heeft ook nog een richtingaanwijzer gezien. We vragen het ergens: “Oh mevrouw, u moet gewoon 220 km rechtdoor!”. Dat is wat lastig als we toch moeten kiezen bij een T-splitsing. Een wegenkaart kopen is geen oplossing, die zijn er niet volgens het benzine station. Met wat hulp komen we toch op de goede weg.
Het is inderdaad grotendeels rechtdoor, de weg valt mee, is eigenlijk prima. De grote rivieren worden overspannen door goede bruggen. Langzaam wordt het land steeds vlakker en leger. In Saramacca zijn vriendelijke kleine dorpjes met houten huizen en kleine kerkjes. Er wordt gebouwd aan een heuse zeedijk om het land te beschermen tegen de golven. Langs de weg wordt een olie exploratie boortoren geplaatst. Hopelijk vinden ze inderdaad olie. Later zien we uitgestrekte rijstvelden met veel sloten en sluizen, net een Nederlands Polderlandschap.
Na ruim  4 uur rijden, komen we rond 13:00 uur Nickerie binnen. Het hotel heeft nog één kamer vrij, dit blijkt het jaarlijkse feestweekend te zijn! Als eerste regelen we een tour voor de volgende dag naar Bigi-Pan, het moerasgebied hier aan de kust. Na een lekkere lunch proberen we een boot te vinden die via de Commewijne rivier het binnenland in gaat, naar Apoera. Maar dat lukt niet; als we op kleine zandpaadjes verzeild raken, keren we om. Je moet er niet aandenken autopech te krijgen, we weten niet eens precies waar we zitten!
In een rijstverwerkingsbedrijf kunnen we zowaar ook onaangekondigd een rondleiding krijgen. Het is een enorme fabriek om rijst te drogen, sorteren, pellen en te verpakken. Er zijn Nederlands Daf trucks maar de machines zijn grotendeels Duits. Het eigen landbouwareaal is 3200 ha! Er wordt 2x per jaar geoogst. Heel interessant om te zien.

De boottocht door Bigi-Pan de volgende ochtend is fantastisch, de gids vertelt leuk en veel. Met zijn allen duwen we de boot over het dijkje om in het moeras gebied te komen, best een klus met laag water. We zien heel veel roofvogels, reigers en steltlopers, ook brulapen, 3 wasbeertjes en 2 uilen. Het kan niet op, schitterend. Hier onder een jonge zwartkop arend.
’s Middags gaan we op zoek naar het veer naar Brits Guyana. Dat blijkt 40 km ten Zuiden van Nickerie te liggen. Er gaat een prachtige weg naar toe, gefinancierd door de EU,stile en vrijwel verlaten. Ook bij het veer is er heel stil om 15:00 uur alleen het leger is paraat. Er gaan ook maar 2 veren per dag, maximaal 30 auto’s! Wat een investeringen voor zo weinig verkeer. Maar dat is natuurlijk geen enkel probleem als de EU betaalt!
De volgende ochtend, na een onrustige nacht vanwege het feestgedruis met muziek tot 04:00 uur,  zien we hoe de gewone man via de Back-track naar Guyana gaat. Die stapt in een klein bootje direct achter de zeedijk bij Nickerie. Er zijn geen voorzieningen, zelfs geen steiger! Wie zijn voeten droog wil houden, wordt gedragen; mannen op de rug, vrouwen in de armen van de potige bootsmannen. De bootjes gaan overzee, dus kans op golven, maar de douane valt je niet lastig en smokkelen is geen enkel probleem!
We rijden terug via Wageningen, met de vervallen rijstfabriek die het als Staat maatschappij na de onafhankelijkheid niet heeft gered. Plots horen we een vreemd geluid en ja hoor een lekke band in het midden van niets! Gelukkig hebben we de krik en de reserveband gecontroleerd voor we met de auto zijn weg gereden. Alles past en een kwartiertje later rijden we weer. Verdere zijtochtjes laten we maar achterwege, we gaan in een ruk door naar de verhuurder, die er vlot en zonder bijkomende kosten een andere band onderzet; een prima service.
Tegen het eind van de middag zijn we weer thuis op de Pélagie, heerlijk om weer goed in ons eigen bed te kunnen slapen.

donderdag 22 september 2011

Thuis in Suriname

De dagen glijden voorbij, hier op de rustige  Suriname rivier. Na onze binnenland trip heb ik, Hanneke, een afspraak met de opticien. Mijn bril is kapot gevallen al een tijdje geleden, en met de reserve bril kan ik niet zo goed  lezen. Dus dan maar een eenvoudige nieuwe, over 2 weken is die klaar. Reparatie van de oude moet dan maar in Nederland. Als we toch in Paramaribo zijn, bekijken we ook de schitterende houten kathedraal en het museum in Fort Zeelandia. Inderdaad, daar waar in 1982 15 burgers zijn doodgeschoten, staat nu een herinneringsbordje, zonder de naam Bouterse. Dat staat wel in de geschiedenisboekjes, dus wil de regering dat die herschreven worden wegens “geschiedvervalsing” volgens de krant van vorige week! Ons toilet zit helemaal verstopt; met veel moeite vinden we de juiste maat slang en we zijn een dag zoet om alles te vervangen. Een vieze klus! Gelukkig wel met goed resultaat. Zondag doen we een dagje lekker niets; we bellen met het thuisfront, zoeken foto’s uit, werken de website bij en ontdekken Step-bridge opnieuw. Met deze goede internet verbinding is het leuk weer samen te spelen.
Over de rivier hier bij Domburg is een klein veerbootje naar de oude plantage Laarwijk aan de ander kant. Samen met Rolf en Claude, medezeilers gaan we er maandag een ochtendje wandelen. We komen in een andere wereld. Het is een landbouwgebied; er zijn geen verharde wegen en geen auto’s, er is pas een paar jaar elektriciteit. Alles gaat lopend, per fiets of brommer, we zien één klein trekkertje. Alle aan- en afvoer moet via het veerbootje naar de overkant van de rivier, zie de foto links. Veel mensen werken aan deze kant en gaan iedere dag met het veer heen en weer.
.
Dinsdag huren we een auto voor een week, we mogen voor 13 euro per dag rond rijden in een kleine Toyota, wel een automaat en met airco. We wandelen een natuurroute in de voormalige plantage Peperpot, heel interessant. Natuurlijk met de nodige Europee subsudie, zie ook de fot helemaal onderaan.  De oude eigenaarswoning is prachtig gerestaureerd; een schril contrast met de koffie vewerkingsfabriek ernaast, zie foto’s links.

Daarna gaan we uitgebreid boodschappen doen in de supermarkt. Je vindt hier veel typisch Nederlandse producten zoals echte lekkere (dure!) oude kaas, speculaasjes, vanillevla en zelfs de AH gemberjam. Ook de beschuitjes voor de jam kunnen we kopen..Morgen gaan we een paar daagjes naar Nieuw Nickerie in het Westen van Suriname.
groetjes van Hanneke en Nils

zondag 18 september 2011

Kennis maken met de Marroncultuur in Boven-Suriname


Met een klein gezelschap, naast onze reisleidster Kitty, nog maar 2 andere personen, rijden we maandagochtend 13 september om het Brokopondo stuwmeer heen naar Atjoni, ten zuiden van dit meer. Het is er een drukte van belang; dit is de opstapplaats voor iedereen die naar Boven Suriname wil. Dat kan alleen via de rivier. Busjes rijden af en aan, bepakt en bezakt met mensen en bagage, wat allemaal in korjalen geladen wordt. Er liggen ruim 20 klaar, die zijn ’s ochtend met bagage en mensen aangekomen.


Als alles goed is vast gesjord en wij onze meegenomen kussentjes onder de billen hebben geschoven, gaan we met een fiks vaartje de rivier op. We genieten van het uitzicht en het lekkere windje. Overal is oerwoud, slechts een enkel dorpje is af en toe zichtbaar aan de oever. Daar gebeurt dan van alles op en langs het water. De lokale bevolking, de Marrons, gebruiken de rivier niet alleen voor vervoer, maar ook voor wassen, tanden poetsen, zwemmen, de afwas en een sociaal praatje. De korjaal vaart ogenschijnlijk moeiteloos door de stroomversnellingen. Het luistert nauw, af en toe voelen we een steen onder ons doorschuiven.  Spectaculair is het wel, al dat woelige water zo vlak naast de boot.
Na ruim 2 uur als onze billen een beetje beurs worden komen we bij onze bestemming, het dorpje Pikinslee. Hier eten en slapen we in een eenvoudige kamer. Eerst zwemmen we nog lekker in de rivier en lopen we nog even door het dorp. Wel vroeg naar bed, want het aggregaat doet het niet, er is alleen een  TL licht op de accu.


’s Ochtends ben ik, Hanneke, al vroeg wakker en loop het dorp in. De Marrons zijn de afstammelingen van weggelopen slaven en leven van wat het bos oplevert. Eigenlijk is er voor hen de laatste 200 jaar weinig veranderd. Er is nog steeds geen elektriciteit, op een enkele generator na, geen waterleiding of riolering, daarvoor is de rivier, en vrijwel geen winkels. Ze leven grotendeels van wisselbouw; de kostgrondjes worden door de mannen platgebrand en door de vrouwen bewerkt; cassave, rijst, pinda’s en bananen zijn de hoofd producten. Er wordt op hout gekookt, dat is er immers in overvloed.
De buitenboord motor heeft veel veranderd net als de kettingzaag. De laatste jaren zijn er scholen en een paar gezondheidscentra bijgekomen. En…. er zijn mobieltjes, tenminste voor diegenen met geld voor beltegoed.
Als ik door het dorp loop, vinden de kinderen deze blanke mevrouw heel grappig. Het ijs wordt gebroken door het laten zien van de gemaakte fotos's, zie hier boven.  Ze spreken een inlandse taal, dus communiceren gaat met handen en voeten.
De huisjes van hout met een dak van zinkplaat (modern!) of traditioneel palmbladeren (koeler maar minder duurzaam), zijn heel klein. Er is alleen ruimte voor wat potten en pannen en de hangmatten waarin wordt geslapen. Iedereen leeft buiten. Later leren we dat er aparte mannen- en vrouwenhutten zijn. Een man mag meerdere vrouwen hebben, hij eet in zijn eigen hut, maar komt bij een van zijn vrouwen slapen.
Een groepje vrouwen is de cassave aan het stampen, een hele klus. Ze wenken me dichterbij en ik stamp dus ook maar een tijdje mee. Leuk! Zelfs fotos’s maken mag en het schermpje van het fototoestel is weer een bron van hilariteit.
Na het ontbijt varen we door naar Botopassie, waar we ’s avonds zullen slapen. Het hotel met kleine huisjes voor 2 personen ziet er erg gezellig uit, zie de foto links. Eerst gaan we met een kleinere korjaal door naar Tapawatra, twee en een half uur verder stroomopwaarts. Weer een prachtige tocht. Nu moeten we ook zelf door een stroomversnelling lopen, want het water is niet diep genoeg voor de volgeladen korjaal.
Na een wandeling en lunch in het dorpje waar de oude inlandse geestenverering nog volop leeft, zwemmen we heerlijk in de stroomversnellingen, een natuur jacuzzi.
Een groepje inlandse vrouwen vist in de stroomversnelling met een net. We kopen wat van de gevangen vis voor ons avondeten.
De derde dag wandelen we met gids door het oerwoud van Botopassie, via het dorpje Foetoenakaba naar Pikinslee. Onze reisleidster kent veel dorpelingen, dus we mogen komen kijken bij het pellen van de olienoten en het bakken van de cassave koeken. Boeiend om te zien. Er zijn voornamelijk vrouwen in het dorp, de mannen werken in het bos, de goudwinning of de stad.
We genieten van een heerlijke lunch van allerlei gerechten uit de locale keuken in het junglemuseum Samaaka. Een uniek museum dat vertelt over de eeuwenoude marroncultuur, heel interessant. We krijgen van Joni een uitstekende rondleiding. Over vrouwen en mannenhutten, de gewoontes en de verschillende werktuigen. Ook is er een kunstenaarsgroep, die vele grote beelden en meubelen maakt en verkoopt. Het is interessant om eettafelstoelen te zien, die uit een enkel stuk hout zijn gemaakt, wel een oneconomisch productieproces, zoveel hout als er weggesneden moet worden. Maar ja, hier is hout genoeg.
Met de korjaal gaan we terug naar Botopassie, waar we afkoelen in de rivier, heerlijk! ´s Avonds staat een boottochtje op het programma om kaaimannen te zoeken. We zien wel de oogjes in onze zaklantaarns, maar ik geniet vooral van de volle maan op het water.
Donderdag varen en rijden we weer terug, vol van alle indrukken en vooral met een veel beter begrip van de Marron cultuur. Een belevenis om even een paar dagen helemaal in een andere wereld te zijn. De tocht was prima georganiseerd met veel extra’s, zoals het gemakkelijke contact met de lokale bevolking, de films die Kitty heeft laten zien en de prima lokale gidsen. Een echte aanrader! 

zondag 11 september 2011

Gezelligheid en ontspanning in Suriname

De Suriname rivier op

Om 13:00 net vóór laag water zijn we in de monding van de Suriname rivier, denken we, maar de stroom is nog steeds ruim 2 knopen tegen. Gelukkig staat er veel wind, dus de Pélagie maakt genoeg vaart om toch naar binnen te kunnen komen. Het is nog 35 mijl naar Domburg, de geplande ankerplek voor vannacht.
Na ruim een uur staat de stroom nog steeds ruim 2 knopen tegen. We controleren de informatie die we hebben, het lage water gaat maar heel langzaam de rivier op! Dan gaan we Domburg dus niet halen voor het donker wordt! Vlak voor Paramaribo zien we bomen aan de rivieroever net buiten de vaargeul. Als we daar ankeren kunnen we morgen genieten van de tocht langs Paramaribo. Zo gezegd, zo gedaan. We zien wel heel wat schepen nog langs komen die avond. Alles gaat goed, we zijn net ver genoeg weg van de vaargeul. De volgende ochtend hebben we wel stroom mee en we varen heerlijk ontspannen langs Paramaribo naar Domburg, Er gaat een 52 meter hoge brug over de paar honderd meter brede rivier, het lijkt Europa wel. Er staan prachtige huizen langs de oever, zie foto, het doet welvarend aan, zeker in vergelijking met Guyana.

In Domburg voor anker op de Suriname rivier
In Domburg liggen inderdaad nog 7 andere zeiljachten voor anker! We zijn dus niet meer de enigen. ’s Middags om 17:00 uur is het borreltijd bij Rita, een restaurantje met buiten terras onder de hoge bomen van het pleintje. Het is er gezellig en we ontmoeten de opvarenden van de andere jachten. De meesten zijn ook op reis net als wij, een kleine helft ligt hier al langere tijd. Eén stel bouwt hier een huis. Er wonen hier in de buurt meerdere Nederlanders, zoals de Harlingse vissers, die hier zijn beland nadat hun emigratie naar Afrika niet was gelukt. Nu hebben ze hier een bloeiend visbedrijf opgebouwd en bieden werkgelegenheid aan ruim 100 mensen! Het eten is heerlijk en goedkoop. Zelf koken hebben we maar even afgeschaft.

De volgende dagen gaan we Paramaribo in om een visum te krijgen. Dat is hier een hele procedure die ons 2 dagen kost. Nou ja, we zien hele delen van de stad als we met de bus van het ene kantoor naar het andere rijden. Paramaribo is ruim opgezet met huizen in allerlei staten van onderhoud op grote stukken land. Prachtige moskeeën en hindoe tempels bepalen mede het straatbeeld.

Het centrum van Paramaribo is sfeervol. Prachtige witte, oude houten huizen, sommigen schitterend gerestaureerd, zie hiernaast boven. De oude kerk is prachtig onderhouden en is zelfs open, bemand door vrijwilligers. Leuk! Natuurlijk ligt er ook de nodige rommel op straat en zijn de trottoirs op veel plaatsen kapot of niet aanwezig.
Ook maken we schoon schip en laten de was doen. Klusjes zijn er natuurlijk ook, het toilet moet weer eens worden schoongemaakt en hier en daar zijn wat naadjes los geraakt. Vooral genieten we van internet op de Pélagie, het beste dat we in tijden hebben gehad. Zelfs Skype doet het aardig en het wereldnieuws is weer prima toegankelijk. Ook is het is leuk om te lezen hoe het onze collega-zeilers vergaat middels de diverse websites. We kunnen weer bridgen via internet en Hanneke en Saskia spelen een avondje heel gezellig, maar met een slecht resultaat! Ook vinden en bestellen we een dop voor onze dieseltank en meteen maar een reserve. Nu moet die nog hier naar toe komen.
Kortom, we voelen ons hier thuis.
Maandag 12 september gaan we 4 dagen het binnenland in, met een korjaal, een smalle rivierboot, veel verder de Suriname rivier op. We hebben er veel zin in!

donderdag 8 september 2011

For our non-Dutch speaking friends:

woensdag 7 september 2011

Afscheid Guyana, naar Suriname

Afscheid van Guyana
De ankerplek voor het Hurokabra resort, boven,  ligt echt naast het oerwoud; ’s avonds vliegen er naast de kleine papagaaitjes zelfs een aantal ara’s over; hele grote papagaaien met een rode kop en een lange groene staart. Er kwaken ook kikkers, leuk!
's Ochtend om 6 uur hebben we afgesproken voor ons tochtje naar de kreek, maar er verschijnt niemand. Alle tijd dus om van de prachtige ochtend te genieten. De ara’s vliegen weer over en strijken in een naburige boom aan het water neer. Prachtig, zie foto’s links. Om kwart voor 7 komt onze gids alsnog; we varen door een kreek en maken een moeras- en oerwoudwandeling terug naar het hotel. De vele vogels hoor je wel, maar we zien ze niet, zo dicht is het bladerdek.

Later die ochtend varen we terug naar Bartica om uit te klaren. Dat gaat zo maar niet, de officier heeft het stempel meegenomen naar Georgetown (ivm einde maand moet het stempel “vernieuwd” worden), dus wordt het laat in de middag voor ons paspoort netjes afgestempeld is. We “genieten” dus hier nog maar een nachtje van het lawaai van de elektriciteitscentrale.

Onze dieselvoorraad hadden we 2 dagen geleden al aangevuld. Juist nadat we heel precies hadden aangelegd aan alleen maar 2 houten palen, bleek de dieselslang van de pomp te kort te zijn. Alles weer los, stootwillen en lijnen naar de andere kant, nog een keer aanleffen! Toen we eindelijk vol waren bleek de afsluit-dop van de dieseltank verdwenen, in het water gevallen, denken we; de ketting waarmee deze normaal vast zit, was gebroken. Dom, dom, dom om die niet in de boot te hangen.We hebben de opening provisorisch dicht gemaakt en er 2 lagen tape overheen geplakt. Nu maar hopen dat het blijft zitten tot we een nieuwe dop kunnen kopen of kunnen laten namaken; in Suriname misschien?
Vandaag donderdag 1 september liggen we voor anker aan de monding van de Essequibo. Als we ons avond-spelletje Rummicup spelen, binnen vanwege de muggen, horen we ineens een stem en zien we licht. We schrikken; het blijkt een (half-dronken?) visser te zijn die “even” komt kijken en al op de Pélagie staat, gelukkig buiten de zeereling. Na enig aandringen komt hij niet verder de Pélagie op en met een flesje koude cola onder de arm, vaart hij weer weg. Gelukkig! Morgenvroeg bij hoog water varen we naar buiten om hopelijk in 3 dagen en nachten bij de monding van de Suriname rivier te zijn.

Over zee naar Suriname tegen wind en stroom. Er staat een pittige wind als we met hoogwater de Essequibo af naar buiten varen. Echt bezeild is het niet, we kruisen de rivier af, geholpen door de stroom naar buiten.  Nils stuurt de hele middag met de hand om zo scherp mogelijk te varen. Eenmaal op zee is de koers met een aantal malen overstag, net te bezeilen. Op sommige stukken moet de motor helpen, omdat anders de stroom ons weer helemaal terug zet.
De scheiding tussen het bruine rivierwater en het veel blauwere zeewater is op sommige plekken goed te zien, vooral bij opkomend water, zie de foto links.
De wind trekt behoorlijk aan, er moet zelfs een rif in het zeil. Slapen gaat moeilijk, het bonkt behoorlijk tegen wind en golven. Dankzij die pittige wind schieten we wel op en hebben we niet alt te veel last van de stroom tegen. De tweede dag halen we met onze Iridium telefoon nieuwe wind informatie op. Overdag een prima wind zodat we kunnen zeilen. ’s Nachts zal de wind pal tegenstaan, maar minder zijn vlak onder de kust. Dus om 10 uur ‘s avonds bij het wisselen van de wacht gaat de motor aan en de zeilen naar beneden, zelfs met alleen het  gereefde grootzeil verlijeren we te sterk bij die harde wind. We kruipen naar de 4 meter grens. Een beetje spannend, want onze elektronische kaart is niet zo precies. Op een gegeven moment zit Nils “zomaar” op maar 2 meter diepte.  Gelukkig worden wind en de zee rustiger, we slapen ieder om de beurt goed. Om 7 uur ’s ochtends gaan we lekker 3 uurtjes voor anker om bij te slapen, dat kan prima op 4 meter diepte. Dan komen we bij laag water in de monding van de Suriname rivier aan en kunnen we naar binnen spoelen.

Hoe hebben we Guyana ervaren?Onderweg naar Suriname maken we de balans op. We hebben genoten van het varen op de grote, brede  rivieren. De vliegtocht naar de imposante Kaieteur waterval over het ongerepte, uitgestrekte oerwoud met bijna niets anders dan bomen, bomen en nog eens bomen was heel bijzonder. De bezoeken aan de luxe hotels en daar een paar daagjes bijna “wonen”, was een leuke ervaring. Het was ook erg leuk om de Nederlandse overblijfselen te zien, nooit geweten. Het was jammer dat we weinig uitstapjes konden maken en geen auto konden huren in de buurt van Bartica. Ook hebben we het contact met andere zeilers gemist. Al met al een erg leuk uitstapje, maar voor ons geen plek om maanden te verblijven. Dus dit was voor ons precies goed zo!