In twee uurtjes rijden we naar het Brokopondo stuwmeer, eigenlijk dr. Ir. J.W. van Blommesteinmeer geheten (afgekort tot “het stuwmeer”, er is hier maar 1) . Het is enorm groot volgens de kaart, het hoogte verschil is echter niet meer dan 25 meter. En volgens de krant zijn de turbines inefficiënt. De elektriciteit was voor de bauxiet verwerking, maar dit vindt vrijwel niet meer plaats in Suriname. Daarvoor moesten dus al die bosnegers verhuizen naar de trieste transmigratie dorpen rond het meer, zonder middelen van bestaan. Vroeger konden ze leven van de rivier en de kostgrondjes in de jungle, net zoals dat in Boven-Suriname nog steeds gebeurt. Nou ja, nu heeft Paramaribo tenminste elektriciteit….. Het is wel een mooi gezicht, de dam en dan de grote rivier die erachter ontstaat, zie hierbovem.
Het meest populaire natuurpark in Suriname, Brownsberg,
ligt aan het stuwmeer; de reisgids belooft prachtige uitzichten over het meer.
De weg omhoog is heel slecht onderhouden. Bij het steilste stuk staat de lege
bus van Djoser eenzaam naast de weg. De toeristen moesten de laatste kilometers
lopen! Ook onze 4-wheel drive komt maar heel moeizaam omhoog. Het heeft geregend,
er staan hele plassen die de weg extra glad maken. We twijfelen zelfs even of
de 4 wiel aandrijving van onze prachtige Pajero het wel goed doet! Boven is het uitzicht inderdaad magnifiek!
Het is een bijzonder gezicht al die dode bomen die ook na 40 jaar nog boven het
water uitsteken.
Telefonisch hebben we een huisje met keuken en 2
slaapkamers besproken. Het ligt inderdaad prachtig, zo’n 5 minuten lopen het
bos in met een groot terras. Helaas is het niet schoon gemaakt en ernstig
verwaarloosd. De keuken inventaris is zeer minimaal. Het beheer is dan ook in
handen van een overheidsinstantie! Er zijn hier een groot aantal slecht
onderhouden gebouwen, de jungle groeit
er soms al weer bijna overheen. Het WNF heeft meebetaald, volgens het bord. Het
lijkt me weggegooid geld.
De (minimale!) schoonmaakbeurt komt er in de loop van de
middag net als schone lakens. Na de meegebrachte lunch, zie de foto hiernaast,
gaan we wandelend de omgeving verkennen. Er zijn mooie uitzichtpunten en een
leuke rondwandeling over de berg. We horen een oorverdovend brullend lawaai!
Navraag bij de beheerder leert dat dit inderdaad brulapen zijn! Daar hadden we
wel over gelezen maar nog niet gehoord. Ook de leuke “klok” geluiden van de
padden tegen zonsondergang, geven ons het gevoel midden in de jungle te
zitten. Na een heerlijk avondmaal en een
spelletje Tantrix zoeken we vroeg ons bed op.
De volgende ochtend bij zonsopgang wordt ik gewekt door
een oorverdovend "concert" van de brulapen, het lijkt wel of ze vlak naast ons
huisje zitten. Als ik buiten ga kijken is het weer stil en zie ik niets, dus
geniet ik van de zonsopgang boven het meer.
Gelukkig vinden we een geschikte pan in het buurhuisje,
zodat Nils heerlijke roerei kan maken voor het ontbijt. Als alles is opgeruimd en ingepakt gaan we op
weg naar de Irene waterval. Helaas de
steekvliegen, kenmerkend voor de droge tijd hier, zijn zó lastig dat we na een kwartiertje omkeren en koers
zetten naar Ston eiland.
Dit park ligt direct aan het meer,vanuit het terras van
ons huisje kijken we zo op het meer. Er staat een heerlijk verkoelend windje.
Het park is prima onderhouden, er wordt volop bijgebouwd. De Djoser groep is er
ook. We kletsen wat en realiseren ons weer eens hoe bijzonder het is, dat we
niet maar een paar weekjes op reis zijn, maar eigenlijk net zo lang als we zelf
willen!
Het ondiepe water van het meer is heerlijk lauw-warm, vind
ik tenminste; net een badkuip! We wandelen wat en maken er verder een luie
middag van. Claude en Rolf leren ons een Duits kaartspel, Doppelkopf. Het is
ingewikkeld én ik krijg slechte kaarten, frustrerend!
Woensdag rijden we alsnog naar Jodensavanne, dat kan nu
prima met de 4wheel drive. Het ligt aan de andere kant van de Suriname rivier.
De brug over de rivier is nooit afgemaakt, 2 jaar geleden is een schip tegen
een van de pijlers gevaren en is het brugdek ingestort, zie de foto hiernaast.
Het is niet duidelijk wie moet betalen, de rechtszaak loopt nog.
De oude
krakkemikkige veerpont doet nog steeds dienst. De op- en afrijklep wordt met de hand bediend, zie hiernaast.
We lopen stil rond op de prachtig onderhouden plek waar in
de 17/de eeuw de grootste Joodse
Gemeenschap op het Westelijk halfrond stond. Er zijn een groot aantal graven en
de synagoge is deels gerestaureerd. Een naburig indianen dorp zorgt nu voor het
onderhoud en heft ook een pittige entree. Prima dat ze ook een inkomstenbron
hebben.
We eten onze laatste lunch-hapjes in Blaka Watra, de zwarte water kreek, de zwarte kleur komt van de bladeren,. Dit is populair in het weekend, gezien alle overdekte hutjes.
De toiletten weerspiegelen ook hier de kwaliteit van de dienstverlening in Suriname, zie hier links. Geen probleem, de kreek en het bos zijn vlakbij!
We doen boodschappen bij de
luxe Tulip supermarkt en scoren verse groenten, heerlijke speculaasjes, oude
kaas en vullen onze wijnvoorraad aan. Na een lekkere Chinese maaltijd, de
beste in tijden, slapen we als rozen in onze eigen bedden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten