zaterdag 1 oktober 2011

Slalommen langs de gaten in de weg

Je ziet hier in Suriname vaak mannen met een vogelkooitje lopen. Ze proberen hun vogeltje beter te laten zingen dan de concurrent. Dit zijn heuse wedstrijden met een scheidsrechter die de vogel trillers telt en de score bij houdt. Op zondagochtend op het grasveld voor het presidentiële paleis in Paramaribo vindt dit gebeuren plaats. Nu hebben we de auto, op zondag rijden geen bussen, dus vragen we bij Rita hoe laat we er zouden moeten zijn. 8 uur is het antwoord. We vinden het vroeg, maar a la, we zijn er om 8 uur samen met Rolf en Claude. Toch nog veel te laat want de competitie begint bij zonsopgang, hier om half 7! Logisch eigenlijk, vogels zingen het best bij zonsopgang. Wel zijn er nog heel wat vogels en mannen op het plein waar we heel gezellig mee praten en toch een goede indruk van het gebeuren krijgen. Leuk!
We drinken koffie en gaan ook nog even kijken bij de Hoogmis in de prachtige houten kathedraal. Deze mis zou zo in Nederland kunnen zijn. Alleen het koor ontbreekt helemaal. We rijden door de sjieke buurt en kijken bij het zondagse vliegerveldje. Een jochie van 6 houdt met een ernstig gezicht zijn vlieger hoger in de lucht dan alle anderen. We zijn lekker op tijd terug bij de Pélagie voor nog een paar spelletjes Step-bridge. Helaas niet met een goed resultaat, zowel Nils als ik degraderen. Wél leuk gespeeld.



Maandag bezoeken we de Vlindertuin en kwekerij; eigenlijk gewoon een veeteelt bedrijf. Er worden wel 20 soorten vlinders gekweekt. Iedere vlinder en rups leeft op een eigen specifieke gastheer plant, die dus ook allemaal gekweekt moeten worden. Ook fokken ze slangen en schildpadden. Alles voor de export naar Europese en Amerikaanse dierentuinen en dierenwinkels. We zien prachtige vlinders en het hele proces is boeiend om te zien. Deze Nederlander creëert hier zomaar 26 arbeidsplaatsen in het midden van het land. Het bedrijf zit heel slim dicht bij het internationale vliegveld, Zanderij. We halen een lunch en rijden via een aantal verlaten plantages terug.
Dinsdag willen we naar Jodensavanna, maar de weg is slecht, niet geasfalteerd. Ons kleine autootje mag eigenlijk niet op rode, onverharde wegen rijden, dus keren we om. We gaan naar een strand aan de rivier voor een opfrisser en een lekkere lunch. s ‘Middags laten we ons rondleiden door een bloementuin. Nooit geweten dat er zoveel soorten heliconia’s waren! Ook zijn er veel soorten palmbomen. Leuk!


Tussen alle bezoekjes door gaat het gewone leven op de Pélagie zijn gang. We douchen in het rivierwater en zelfs de was doet Nils staande in zijn blootje op het zwemtrapje. Schoon water stroomt voorbij, dan spoelt het allemaal lekker gemakkelijk schoon. Vooral met halve maan en aflopend tij is het water behoorlijk helder.
Op het Domburgse pleintje is genoeg te beleven. In het weekend zijn er meer eettentjes open dan alleen Rita, dus hebben we keus. We koken nog steeds niet; ergens wat halen of eten is zo goedkoop en gemakkelijk. Fruitstalletjes helpen ons aan wat extra vitaminen, want veel groente krijgen we meestal niet, zie de foto hiernaast met Rolf en Claude. Tomaat en komkommer op brood is dan een gemakkelijke én lekkere oplossing.
De laatste 2 dagen dat we ons autootje hebben, willen we naar Albina in het Oosten van Suriname en even oversteken naar Frans Guyana. We zijn gewaarschuwd voor de slechte weg, maar dat er zulke slechte stukken bij zouden zitten, valt nog behoorlijk tegen. Gelukkig is er weinig verkeer zodat beide weghelften gebruikt kunnen worden om langs alle gaten en kuilen te slalommen! Het is zo inspannend dat we om de beurt een uurtje rijden. Ook zijn hele stukken onverhard, zoals de omleidingen naar een oude brug of noodbrug, terwijl de nieuwe gebouwd gaat worden (hopelijk!). Hoe verder oostelijk we komen, hoe armoediger de huisjes. De sporen van de burgeroorlog van de 80-er jaren van de vorige eeuw zijn nog duidelijk te zien, vooral in het dorp Moengo. Triest!
In het begin van de middag komen we in Albina aan en vinden met moeite een kamer. We denken een boottrip naar het indianen dorp Galibi geregeld te hebben met een indiaanse gids voor de volgende dag, dus gaan we snel naar Frans Guyana om voor een medezeiler insuline te kopen. Dat is nog een hele klus, een deel moet worden besteld en kan pas de volgende ochtend er zijn. Nou, dat kan nog net. We eten een heerlijk maal van vis met zowel bonen als koolsla; 2 groentes, dat is lang geleden. Het slapen zonder Airco dit keer gaat mij, Hanneke, beter af dan Nils. Die heeft wel een erg dun matras! Nou ja, we betalen dan ook maar ruim 10 euro voor de kamer. We ontbijten met stokbrood met Franse kaas uit Frans Guyana en denken om 7 uur onze gids te treffen. Die is er niet, wel slaperig aan de telefoon. Na verder vragen blijken de boten uit het Indianendorp tegen de middag aan te komen en rond 4 uur weer te vertrekken. We hebben elkaar de vorige dag dus verkeerd begrepen.
We steken nogmaals de grensrivier over met een korjaal, niets geen paspoort controle. De insuline is aangekomen, de Franse precisie werkt. Het is in de ochtend een stuk gezelliger op straat, dan de vorige dag gedurende de siësta. Alles is Frans, ook de prijzen. ‘sMiddags rijden we weer terug. De auto moet wel gewassen worden voor die morgen weer ingeleverd kan worden. Geen probleem, autowasplaatsen genoeg. Hier geen technische installatie, maar gewoon een dakje en jongenshanden die de waterslang, stofzuiger en poetsdoek hanteren. Voor minder dan 5 euro wordt onze vervoermiddel in een half uurtje van binnen en buiten helemaal schoon. En we hebben de plaatselijke economie weer een beetje geholpen.
Vrijdag leveren we de auto in en slagen erin met veel moeite een 4-wheel drive te huren om samen met Rolf en Claude naar Brownsberg en het stuwmeer te gaan op maandag, een nieuw avoontuur tegemoet.

Geen opmerkingen: