Op zondag komen onze oudste dochter Saskia en haar vriend
Sven, naar Santa Marta. Nils voelt zich niet helemaal lekker, dus ik ga alleen
in het begin van de avond, het is al donker, naar het vliegveld. De bus naar
het vliegveld, stopt gewoon ergens langs de weg. Ja, hier moet ik uitstappen,
maar geen vliegveld te zien. Ook geen taxi, die ik zou moeten nemen. Dan maar
met de benenwagen. Gelukkig komt even later alsnog een andere bus langs die me
mooi op tijd op het vliegveld afzet. We nemen een taxi terug, na bijna 30 uur
reizen zijn Saskia en Sven aan het einde van hun Latijn.
De eerste dag doen we het rustig aan; we doen de wandeling
langs de baai en gaan heerlijk uit eten in Taganga. Dinsdag varen we een stukje
langs de kust om naar de marina van Santa Marta te gaan. We willen uitstapjes
maken en de Pélagie niet onbeheerd in de baai achter laten. Onderweg komen we
dolfijnen tegen. Wat een feest, ze dartelen voor ons uit!
|
Mieren vervoeren het voer voor hun vee
|
Navragen bij diverse toer operators leert ons dat
georganiseerde tours best duur zijn. De Lonely Planet geeft voldoende informatie
hoe het Tayrona Nationale park met de bus en te voet verkend kunnen worden. Dus
gaan we woensdagochtend met gepakte rugzakken al vroeg op pad naar de bus. Die
brengt ons in ruim een uur nmaar de ingang. Nee, we gaan niet verder met de bus,
we gaan lopen, immers dit zou een wandeltocht worden. De jungle is prachtig en
de weg over het asfalt gemakkelijk begaanbaar. Optimistisch als we zijn, hebben
we snorkelspullen in onze rugzak, maar de zee is véél te wild op de stukjes
strand waar we langs komen. De golven breken met veel geweld op de rotsen, het
levert wel prachtige plaatjes op.
Na een heerlijke lunch en een paar spelletjes
bridge om de hete middag uren te vermijden, lopen we door naar Arrecife. Ook nu
prachtig door het oerwoud, zonder asfalt. De mieren fascineren, ze hebben hele
snelwegen waar ze het voer, stukjes blad, over vervoeren voor hun vee, luizen
die een soort melk afscheiden waar de mieren van leven. Eerst denken we nog dat
ze het blad van de eerste de beste boom halen, maar de afstanden die ze
overbruggen zijn groot! Ook zijn er veel bloemen, sprinkhanen, duizendpoten, en
aan het strand krabben en vogels te bekijen.
We slapen in een eenvoudig soort camping/jeugdherberg. De
jongelui in hangmatten, Nils en ik in een huisje. Het eten is heel matig en
voor de prijs van het huisje hadden we wel wat meer verwacht dan een enkel
simpel acryl sprei op een kaal matras. Om 9 uur gaat het licht uit, dus wij ook
maar naar bed. We zijn moe genoeg.
Het ontbijt is pas vanaf half 8, dan zijn we allang wakker daarom
lopen we het eerste traject langs het strand, dus in de zon, vóór we ontbijten
in de volgende camping. Dan begint de grote klim naar het oude indianen dorp El
Pueblito. Het pad gaat steil omhoog met veel treden, onder en over grote rotsen.
Die zijn soms zo steil dat we blij zijn dat Saskia haar stokken bij zich heeft
en we die kunnen gebruiken om ons aan op te trekken. En natuurlijk is het warm,
zeg maar “heet”, zeker zo rond het middag uur. Een ware uitputtingslag voor ons
allemaal. Na een laatste klauterpartij zien we zowaar de fundamenten van een
tiental hutten voor ons liggen. Eén hut is weer opgebouwd door een ondernemende
indianen familie die zelfs koude frisdank tegen woekerprijzen verkoopt. We
hebben zo’n dorst dat we eerst meer interesse hebben in een koud drankje en pas
na een tijdje de fundamenten en hutten verder verkennen. Interessant om te
zien. Dit dorp was bewoond tussen 400 en 1550. Daarna hebben de Spanjaarden
alle indianen uitgeroeid, alleen hoog in de bergen konden ze overleven.
Het pad loopt door naar de weg terug naar Santa Marta, het
eerste stuk nog steeds steil omhoog. De paden zijn prachtig aangelegd met
passende stenen, waarschijnlijk nog door de indianen gebouwd. Aan het begin van
de bewoonde wereld zien we net zo’n hut als er vroeger in El Pueblito gestaan
moeten hebben. Twee kleine indianen meisjes zwaaien aarzelend als we langs
lopen. We komen uitgeput aan bij de weg en na een goede maaltijd hebben we
energie om de bus terug te nemen. Het was een schitterende tocht, we kijken er
met voldoening op terug.