maandag 24 september 2012

Cartagena: Stad vol tegenstellingen

Eerste blik op Cartagena vanuit zee
In 2 dagen willen we de 100 mijl van Santa Marta naar Cartagena zeilen. Dinsdag 18 september hijsen we al om kwart over 6 het grootzeil. Het is ruim 50 mijl naar punta Hermosa, waar we willen overnachten. We hebben een redelijke wind en halen de 5 knopen die we gemiddeld moeten zeilen om voor donker aan te komen. Alleen ’s middags moet de motor een uurtje bij. Ineens trilt onze hengel hevig, helaas een hele grote vis is er met ons aas vandoor. Pech, we moeten weer iets nieuws kopen! Gelukkig kloppen de waypoints van Noonsite precies, onze elektronische Navionics kaarten geven de baai helemaal niet goed aan! Er is nog tijd om te zwemmen in de uitgestrekte, rustige baai, waar zowaar ook nog andere schepen voor anker liggen.
Met behulp van de motor laten we donderdag tegen het einde van de middag het anker vallen vóór Club Nautico in de lagune waar Cartagena aanligt. Al van verre zien we de hoge, witte wolkenkrabbers blinken in het zonlicht. We zijn verbaasd over het grote aantal; de hele kust staat vol; hoezo derde wereld land? 
Ons avond behangetje
Het is nu zaterdagavond 23 september, we liggen hier alweer 3 dagen. Vooral zo ’s avonds is het hier prachtig: aan 2 kanten zien we hoge wolkenkrabbers met vriendelijke lichtjes. Ook de haven achter ons is verlicht, het lossen van de containerschepen gaat dag en nacht door. Aan de voorkant markeren de verlichte koepels van de kathedraal de oude stad. De wind is hier variabel, dus deze “behangetjes” draaien om ons heen. Er varen heel wat privé jachten voorbij, de muziek klinkt gezellig over het water. Er waait een heerlijk koel windje dat de hitte van de dag verdrijft.
Don Petrus kerk
De oude stad van Cartagena is indrukwekkend. Wat veel prachtige oude gebouwen, kerken en pleinen, de meesten mooi gerestaureerd, de stadswal is nog intact. Schitterende balkons sieren de oude huizen, vele met binnenplaatsen waar nu vaak restaurants of hotels zijn gevestigd. Ook de universiteit zit een zo’n groot pand, daar kunnen we een kijkje nemen. Alles en iedereen loopt gezellig door elkaar heen, de auto’s en taxi’s bumper aan bumper in de kleine straatjes. Wel is het aantal straatverkopers groot en zijn soms behoorlijk opdringerig. Dat is wel wennen na het rustige Santa Marta. Maar ja, iedereen moet natuurlijk wat verdienen aan al die toeristen die hier rond lopen.
Saskia, Nils en Sven verdiep in hun bridge spel
Het is warm in de stad, dus gedurende de hete middaguren gaan we ergens lekker eten en een kaartje leggen, bij voorkeur in een koel of koud, airco!, restaurant. En natuurlijk proberen we ook hier de verse vruchtensapjes uit, lekker. Gisteravond heeft het een groot deel van de avond flink geregend en gedonderd. De bliksemflitsen zijn indrukwekkend en we vangen regenwater op, maar de Pélagie is wel klein als we met zijn vieren binnen moeten zitten.
Hoofdtooiumi volk
Het goudmuseum geeft een mooi overzicht van de verschillende oud-indiaanse volkeren, hun edelsmeedkunst en aardewerk. Er zijn prachtige stukken bewaard gebleven. Het is zowaar gratis en heeft bovendien airco, heerlijk.
We spreken er nog een keer af als wij de inklaringspapieren regelen en SvenSa zelf op stap gaan. Van een buurboot krijgen we het telefoonnummer van Manfred, een agent waarbij we kunnen inklaren. We zien hem in de koffiehoek bij de supermarkt vlak bij de Marina Nautico. Manfred belooft voor rond de 75 dollar te regelen dat we hier een dag of 8-9 kunnen blijven als “kort verblijf”, dit is relatief goedkoop, een deel van de papieren van Santa Marta zijn hier nog geldig. Voor 10 euro kopen we voor 7 dagen redelijk wifi op de Pélagie en we betalen een kleine bijdrage aan de marina, 20 euro, om er een week onze dinghy veilig neer te leggen en afval kwijt te raken. Taxi’s zijn goedkoop en mijn Spaans is net voldoende dus komen we overal waar we willen zijn.
In het fort
Zaterdag gaan we vroeg op de dag naar het grootste fort dat de Spanjaarden in Zuid-Amerika hebben gebouwd op een heuvel bij de stad. Wat een dikke muren en groot schootsveld voor de vele kanonnen. Middels ondergrondse gangen kon de verdediging zelfs tot achter de vijand komen! Er is een animatiefilm die een belegering van de stad na speelt in de 17-de eeuw. Heel aardig gedaan en allemaal Spaanse namen bij de makers. Saskia is verontwaardigd, natuurlijk heeft Colombia een eigen filmindustrie. Zij heeft een  een Columbiaanse collega wiens broer een bekende filmproducent is! We lopen door naar Boca Grande, het sjieke deel van Cartagena waar veel van die hoge wolkenkrabbers staan. Met name de oudere gebouwen zien er slecht uit: er is veel achterstallig onderhoud. Zoals wel vaker, lijkt het interessanter een heel nieuw gebouw neer te zetten dan oudere gebouwen op te knappen. Er lijkt veel leeg te staan, een deel van deze luxe flats zijn vast ook vakantie woningen, maar er wordt volop bij gebouwd; er komt o.a. een nieuw Sheraton hotel. Er is een strand (gemaakt?) dus de aantrekkingkracht van dit strookje land tussen de lagune en de zee is ons duidelijk! Maar ik zou er niet willen wonen, al is de zeebries ’s middags lekker koel.
Laguna vab Carthagena
Vandaag, zondag, gaan we naar een prachtig uitzichtpunt waar ook een klooster is. Onderweg komen we langs de drukke openlucht markt en liggen de zwervers onder de viaducten te slapen. Boven op de heuvel zien we Cartagena aan onze voeten; de wijken zonder wolkenkrabbers strekken zich eindeloos ver uit zonder parken, alleen maar huizen en huisjes. Onder ons zien we een groot winkelcentrum met o.a. Carrefour. We gaan er langs voor de  koelte. Wat een weelde, alles is er te koop: elektronica, doe het zelf, speelgoed, zelfs Engelse boeken. Wat een tegenstelling met de openlucht markt eerder die dag. Morgen gaan we voor drie dagen naar de Rosario eilanden, dus zonder internet.

woensdag 19 september 2012

Koffie en koelte in Minca

Jonge koffie aanplant in de schaduw van  grote bomen
Na de 2-daagse wandeling zijn we toe aan een rustdag; heerlijk foto’s uitzoeken en bijkomen. ’s Middags gaan we met de taxi naar de hacienda waar de Simon Bolivar in 1830 de laatste adem heeft uitgeblazen. Het oude huis is mooi ingericht en er zijn resten van een suikerriet destilleerderij te zien.
Leguanen in de Simon Bolivar boom
Simon Bolivar overheerst, er is een enorm marmeren beeldengroep en ook het bed waarin hij is gestorven staat er nog. Saskia vindt de leguanen het mooist. Er zitten er wel 15 in de grote tamarinde boom waar Simon Bolivar zijn hangmat 180 jaar geleden heeft opgehangen! Ze lopen gewoon over de stam en de takken omhoog. Het dominante mannetje jaagt iedereen weg van de mooiste uitkijkplek.
Dansuitvoering door scholieren
Ik, Hanneke, vind de uitvoering door een aantal scholen het mooist. Er is live muziek en een prachtige dansgroep die vol enthousiasme rondzwiert. Na afloop speelt de accordeonist nog een deuntje en spontaan dansen we allemaal samen op de binnenplaats. Wij vinden genieten van hun, zij genieten van die gekke westerlingen die spontaan met hun meedoen. Natuurlijk hebben ze ook de email. We sturen ’s avonds de foto’s naar ze op.
Zelf met de bus gaan is prima bevallen, dus volgen we de aanwijzingen van de Lonely Planet weer op en nemen de “bus”, een gewone auto, naar Minca, hoger de bergen in. Saskia kiest voor “Casa Loma” als overnachtingplaats. Een schot in de roos, het uitzicht is prachtig, de sfeer ontspannen, er zijn boeken om te lezen en je haalt je biertje gewoon uit de koelkast met afstreepsysteem.
Nils, Sven en Saskia onder de waterval

Vooral Sven geniet van de koelere lucht zo’n 700 meter boven zee nivo. Na onze dagelijkse verse vruchtensap gaan we het dorp verkennen. Aan de rivier is het heerlijk koel en kunnen we prima eten. Helaas zitten er hele kleine beestjes, die venijnig bijten. Nils zijn benen zijn nu, 2 dagen later, nog helemaal bedekt met knalrode plekjes.
Daarna lopen we door prachtige bamboekathedralen naar de waterval. Saskia, Sven en Nils gaan zwemmen en zich laten masseren door het water. Hanneke vindt het natuurlijk te koud en heeft een prima excuus:  iemand moet op de kleren en de portemonnee passen en de foto’s maken. Terug in Casa Loma genieten we van de schitterende zonsondergang, een aantal spelletjes bridge en de lekkere, gezellige gezamenlijke maaltijd.
Een motor taxi regelen
De volgende dag willen we naar een koffieplantage. Nog weer 2 uur omhoog wandelen vind ik, Hanneke, een beetje te veel van het goede, dus we laten ons achterop een motor vervoeren. Ook weer spectaculair. De rondleiding is in het Spaans. Gelukkig snap ik er genoeg van om het ook voor de anderen te vertalen en veel dingen spreken ook voor zichzelf. De huidige eigenaar vertelt dat hij hard bezig is de fabriek te moderniseren om de werkgelegenheid voor de Colombianen in stand te houden. Ook biedt hij stage plaatsen aan studenten aan.
Saskia fotografeert........
In de fabriek zien we het hele proces: schoonmaken, pellen, drogen en verpakken, zodat de koffiebonen geschikt zijn voor verscheping naar het land van consumptie, waar ze worden gebrand. De waterkracht wordt nu niet alleen gebruikt om de fabriek via een centrale as te laten draaien, maar er wordt nu ook elektriciteit van gemaakt. Het ziet er allemaal prima onderhouden uit, ondanks dat de meeste machines waarschijnlijk al meer dan 100 jaar oud zijn. Op de terugweg lopen we langs de nieuwe koffie aanplant onder de hoge bomen; interessant met mijn boeren achtergrond, zie de foto bij de start van dit artikel. We zien veel bloemen en vooral de kleurige vlinders worden allemaal vereeuwigd.
...... prachtige vlinders
Na een lekkere lunch met verkoeling in een zwembad, dat gevuld wordt met beekwater, gaan Nils en ik terug naar de Pélagie. Saskia en Sven blijven nog 2 daagjes op deze koele hoogtes en klimmen naar “Los Pinos” waar ze de hoge sneeuwtoppen van de Sierra Nevada net tussen de wolken door kunnen zien. Wij maken de Pélagie klaar voor de zeiltocht naar Cartagena. Morgen vertrekken we verder naar het Westen.

zaterdag 15 september 2012

Oud indianen dorp

Op zondag komen onze oudste dochter Saskia en haar vriend Sven, naar Santa Marta. Nils voelt zich niet helemaal lekker, dus ik ga alleen in het begin van de avond, het is al donker, naar het vliegveld. De bus naar het vliegveld, stopt gewoon ergens langs de weg. Ja, hier moet ik uitstappen, maar geen vliegveld te zien. Ook geen taxi, die ik zou moeten nemen. Dan maar met de benenwagen. Gelukkig komt even later alsnog een andere bus langs die me mooi op tijd op het vliegveld afzet. We nemen een taxi terug, na bijna 30 uur reizen zijn Saskia en Sven aan het einde van hun Latijn.
De eerste dag doen we het rustig aan; we doen de wandeling langs de baai en gaan heerlijk uit eten in Taganga. Dinsdag varen we een stukje langs de kust om naar de marina van Santa Marta te gaan. We willen uitstapjes maken en de Pélagie niet onbeheerd in de baai achter laten. Onderweg komen we dolfijnen tegen. Wat een feest, ze dartelen voor ons uit!
Mieren vervoeren het voer voor hun vee
 
Navragen bij diverse toer operators leert ons dat georganiseerde tours best duur zijn. De Lonely Planet geeft voldoende informatie hoe het Tayrona Nationale park met de bus en te voet verkend kunnen worden. Dus gaan we woensdagochtend met gepakte rugzakken al vroeg op pad naar de bus. Die brengt ons in ruim een uur nmaar de ingang. Nee, we gaan niet verder met de bus, we gaan lopen, immers dit zou een wandeltocht worden. De jungle is prachtig en de weg over het asfalt gemakkelijk begaanbaar. Optimistisch als we zijn, hebben we snorkelspullen in onze rugzak, maar de zee is véél te wild op de stukjes strand waar we langs komen. De golven breken met veel geweld op de rotsen, het levert wel prachtige plaatjes op.
Na een heerlijke lunch en een paar spelletjes bridge om de hete middag uren te vermijden, lopen we door naar Arrecife. Ook nu prachtig door het oerwoud, zonder asfalt. De mieren fascineren, ze hebben hele snelwegen waar ze het voer, stukjes blad, over vervoeren voor hun vee, luizen die een soort melk afscheiden waar de mieren van leven. Eerst denken we nog dat ze het blad van de eerste de beste boom halen, maar de afstanden die ze overbruggen zijn groot! Ook zijn er veel bloemen, sprinkhanen, duizendpoten, en aan het strand krabben en vogels te bekijen.
We slapen in een eenvoudig soort camping/jeugdherberg. De jongelui in hangmatten, Nils en ik in een huisje. Het eten is heel matig en voor de prijs van het huisje hadden we wel wat meer verwacht dan een enkel simpel acryl sprei op een kaal matras. Om 9 uur gaat het licht uit, dus wij ook maar naar bed. We zijn moe genoeg.
Het ontbijt is pas vanaf half 8, dan zijn we allang wakker daarom lopen we het eerste traject langs het strand, dus in de zon, vóór we ontbijten in de volgende camping. Dan begint de grote klim naar het oude indianen dorp El Pueblito. Het pad gaat steil omhoog met veel treden, onder en over grote rotsen. Die zijn soms zo steil dat we blij zijn dat Saskia haar stokken bij zich heeft en we die kunnen gebruiken om ons aan op te trekken. En natuurlijk is het warm, zeg maar “heet”, zeker zo rond het middag uur. Een ware uitputtingslag voor ons allemaal. Na een laatste klauterpartij zien we zowaar de fundamenten van een tiental hutten voor ons liggen. Eén hut is weer opgebouwd door een ondernemende indianen familie die zelfs koude frisdank tegen woekerprijzen verkoopt. We hebben zo’n dorst dat we eerst meer interesse hebben in een koud drankje en pas na een tijdje de fundamenten en hutten verder verkennen. Interessant om te zien. Dit dorp was bewoond tussen 400 en 1550. Daarna hebben de Spanjaarden alle indianen uitgeroeid, alleen hoog in de bergen konden ze overleven.
Het pad loopt door naar de weg terug naar Santa Marta, het eerste stuk nog steeds steil omhoog. De paden zijn prachtig aangelegd met passende stenen, waarschijnlijk nog door de indianen gebouwd. Aan het begin van de bewoonde wereld zien we net zo’n hut als er vroeger in El Pueblito gestaan moeten hebben. Twee kleine indianen meisjes zwaaien aarzelend als we langs lopen. We komen uitgeput aan bij de weg en na een goede maaltijd hebben we energie om de bus terug te nemen. Het was een schitterende tocht, we kijken er met voldoening op terug.  

zondag 9 september 2012

Eerste indrukken van Colombia

De pélagie voor anker in Taganga Bay
Eigenlijk hebben we hier wel tegenop gezien. De overtocht naar Colombia wordt door meerdere zeilers als een lastig stuk omschreven met mogelijk hoge golven rond Cabo Vela. En natuurlijk zit de overval in Venezuela nog in ons achterhoofd. We hebben over Colombia van veel zeilers enthousiaste verhalen gehoord en vooral gelezen, maar toch….  Tot nu toe gaat alles boven verwachting. De overtocht was prima en heel relaxed. Het water is blauw, de baai prachtig, de mensen bijzonder vriendelijk en we kunnen ons in ons beste Spaans redelijk verstaanbaar maken; genieten dus. Dino heeft ons Vincente aanbevolen, die voor 5 euro per dag op Peltje, ons bijbootje, let en alle losse spullen meeneemt naar zijn huis vlak aan het strand. Dat begrijpen we beter als we ’s avonds alle vissers ook met hun buitenboordmotor op hun schouder naar huis zien lopen. Er wordt hier dus wel degelijk gestolen. Onze buitenboord motor zit gelukkig met een heel goed slot vast aan Peltje zelf.
Wandelen langs de Taganga baai
Gisteravond hebben we onze 38-ste trouwdag gevierd met een gezellig etentje aan de hoofdstraat van Taganga, dit dorpje. Er is live muziek op straat, er wordt van alles verkocht, veel mensen flaneren langs, het eten is heerlijk; prima dus. Maar we zien ook zo’n 6 agenten in de loop van de avond langs lopen. We weten niet zo goed of we daar nu blij mee moeten zijn: “blauw”(hier is het groen) op straat: prima, maar blijkbaar is het wel nodig. De betere huizen hebben hier mooie tralies voor de ramen; vast ook niet voor niets. Gelukkig ligt de Pélagie iedere keer vredig te dobberen in het blauwe water als we weer van een uitstapje terug komen. Natuurlijk laten we niets op het dek liggen en is alles op slot. Maar ja, als je echt wilt, krijg je natuurlijk iedere boot open.
Als je geen motor hebt......
We zijn wel het bekijks van het dorp. Er varen hier veel bootjes met Colombiaanse toeristen naar het naast gelegen “Playa Grande”, het grote strand. Die bootjes varen opvallend dicht langs de Pélagie; iedereen kijkt en we worden uitgebreid op de foto gezet. Ook de vissers komen graag dicht langs varen; we worden al “amigo”, vriend genoemd. We zwaaien steeds vriendelijk; er wordt uitgebreid terug gezwaaid. Mensen op de Pélagie uitnodigen doen we, helaas, uit principe niet meer; we hebben te veel kostbare spullen aan boord. Men zou eens op het idee van proletarisch winkelen kunnen komen!
Een visser maakt een hangmat
Er zijn weinig particuliere auto’s op straat, er rijden wel veel gele taxis en vooral véél bussen. Van hier naar Santa Marta gaat er wel iedere 5 minuten een bus. Die doet er 10 minuten over en kost 1200 pesos pp (ongeveer 55 eurocent) en je hebt altijd aanspraak, ze kennen ons al, we zijn die ”veleros”.  Santa Marta heeft een klein oud centrum met een aantal aardige herenhuizen. Bij de Plaza Bolivar (aan het strand) stappen we uit. Allereerst willen we geld pinnen, de pinautomaat in Taganga doet het niet. Ook in Santa Marta lukt het pas bij de derde automaal, we kunnen maar voor 135 euro pinnen. Nou ja, we hebben weer geld. We kopen ook een simkaart om lokaal goedkoop te kunnen bellen. Naar Nederland of Duitsland bellen is ingewikkeld. Na heel veel vragen komen we er eindelijk achter dat je bij onze leverancier “Tigo” eerst 0414 moet in toetsen en pas dan het landnummer. Dat is wel goed om te weten om contact te kunnen houden met Saskia en Sven, die morgen per vliegtuig hier naar toe komen.

Je hele handel op een 3-wieler; hier wordt schaafijs verkocht
Het meest interessant zijn de mensen. Vandaag zaterdag, is er een gezellige drukte op straat. De mensen zijn hier wel flink bezig; de slager in de supermarkt werkt stevig door; er wordt geverfd, geslepen en gerepareerd in de vele half open winkeltjes aan de straat. Hier wordt zelfs nog gebouwd; het is lang geleden dat we dat hebben gezien. Het ziet er best een beetje welvarend uit, maar er zijn ook veel mensen met een klein handeltje en ook de schoenpoetsers lopen er rond. Dat kan allemaal niet veel opleveren.
Gisteren hebben we een prachtige kustwandeling gemaakt. Een smal pad gaat via Playa Grande helemaal naar de punt van de baai. De uitzichten zijn fantastisch, zie de foto’s. Bij een klein, rustig strandje hebben we lekker gezwommen en gesnorkeld. Het is te merken dat we verder westelijk zitten, we zien weer wat nieuwe soorten vis. Leuk.
Lunch met medezeilers bij Dino, onze prima agent
Dino, onze bemiddelingspersoon, heeft ons vandaag uitgenodigd bij hem thuis voor de lunch. Ook de opvarenden van de andere 2 boten die deze week zijn aangekomen, zijn er. Met de taxi gaan we naar zijn bescheiden huis in een aardige buitenwijk. Beneden een grotere kamer, zijkamer en keuken en half open bijkeuken met de wasmachine. De keuken heeft geen kastjes, wel staat er een enorme Amerikaans aandoende koel diepvries combinatie. Op het kleine plaatsje hangt de was te drogen. De 2-de verdieping hebben we niet gezien. Hij woont er samen met zijn vrouw, zijn zoon, diens vrouw en hun 2 kinderen. Zijn zoon werkt voor een export bedrijf, dat granaatappels naar Nederland uitvoert!
Het is erg gezellig en bijzonder in een Colombiaanse middenklasse woning te zijn. Het eten is heerlijk, we krijgen allemaal een bord met gebakken kipfilet, heerlijk kokos rijst en gebakken banaan. Dino en zijn zoon spreken redelijk Engels; het Spaans van zijn vrouw kan ik ook een beetje verstaan en meepraten. Dino hoopt dat er meer zeilers naar Santa Marta komen. Nou, wij kunnen zijn diensten bij iedereen aanbevelen!
Het is hier regentijd, met relatief weinig wind. Dat is fijn als je langs deze woelige kust wilt zeilen, en dat willen we, maar overdag missen we de frisse wind die vooral op Bonaire zo lekker waaide; het is hier best warm. In de loop van de dag ontstaan stapelwolken waaruit het tot nu toe, ongeveer de helft van de dagen tegen de avond regent en onweert. Dat koelt in ieder geval af.

woensdag 5 september 2012

Naar Colombia - eindelijk weer eens vis aan de haak!

Willemstad met de grote autobrug over de haven heen
Op vrijdag 31 augustus “doen” we nog een dagje Willemstad. De bus komt weer eens niet opdagen. Na 3 kwartier wachten krijgen we binnen 5 minuten een lift. Wat een weelde, want onderweg staan er hopen mensen langs de bushaltes.
We gaan eerst naar het Maritiem museum. Wel aardig maar veel nieuws zien of horen we er niet. We moeten nog wat Curaçaos geld opmaken, buiten dit eiland is het echt niets waard. Ik heb echt nieuwe T-shirts nodig, we zijn steeds maar in de winter in Nederland. Het is geen probleem om hier goedkoop véélkleurige topjes te vinden, ik kan er weer even tegen.
Laatste blik op het Spaanse Water
s’Middags maken we alles klaar voor vertrek de volgende ochtend vroeg. Bij het eerste licht varen we om half 7 het Spaanse Water uit. Na dagen van harde wind is er nu heel weinig, de eerste uren moet de motor bij. Ook later op de dag is er weinig wind. Het is heerlijk rustig op het water, maar Aruba aanlopen bij daglicht zit er niet in. We hebben geen goede kaarten, dus ‘s nachts is ook geen optie. We halen nog een keer de windverwachting op via de SSB en concluderen dat de wind best meevalt. Dan dus maar direct doorzeilen naar Colombia. Alles is aan boord. Net als we die beslissing hebben genomen begint het pittig te waaien en zou Aruba misschien toch kunnen, maar nu gaan we door!

Eindelijk weer eens vis gevangen
Het wordt een comfortabele overtocht, er is voldoende wind om lekker te zeilen, wel zijn de golven rond de kaap een beetje hoog, maar de Pélagie zeilt er fantastisch overheen! Wat een goed en comfortabel schip hebben we toch, zeker ook voor de wind. De volle maan licht ons prachtig bij in de nachten. Er is alle tijd om mijn boek van 900 bladzijdes over de geschiedenis van New York uit te lezen. Heerlijk.Natuurlijk gooien we ook weer de hengel uit. 3 maanden geleden in St Lucia hebben we een nieuwe hengel gekocht en sindsdien experimenteren we met allerlei soorten aas. De tweede dag hebben we beet! Een niet te grote, maar wel lekker dikke tonijn soort spartelt aan onze hengel. De komende dagen staat er vis op het menu!

Op maandagmiddag moet de motor helpen om nog diezelfde middag aan te komen. We varen langs het Tayrona  Nationale park. De hoge bergen schitteren in de middag zon. De Taganga baai is ruim en omgeven door prachtige beboste heuvels. Er is een strandje, veel strand tentjes en natuurlijk veel vissers. We zien mannen met houten roeispanen roeien; dat is lang geleden. Op de Orinoco rivier hadden alle mannen een buitenboord motor; alleen de vrouwen gebruikten er soms peddels. Het doet gezellig , maaanar er is wel muziek tot laat in de avond. Nou ja, daar hebben we oordopjes voor.
De volgende ochtend bellen we onze contact persoon Dino. Een uurtje later staat hij aan het strand en gaat aan de slag met onze inklaringspapieren. Voorlopig liggen we hier prima en een stuk goedkoper dan in de marina van Santa Martha.