Moeras landschap onderweg naar het noorden |
Sergio
laat een aanbeveling zien van een andere zeiler die erg enthousiast was over
een tochtje dat Sergio via een familielid heeft georganiseerd naar het
binnenland. Zo iets willen wij ook wel! Dit gaat via "Ali" die alleen
vrijwel onverstaanbaar Frans spreekt. Sergio vertaalt. Uiteindelijk besluiten
we woensdag voor vier dagen naar de twee Nationale parken in het noorden van
Madagaskar te gaan. Het is niet goedkoop, ruim € 100 per dag voor de 4-wheel
drive met chauffeur, maar die spreekt wel Engels verzekert Ali ons meerdere
malen. Gelukkig blijkt de pinautomaat nu twee keer zoveel uit te betalen; na
vijf keer pinnen hebben we genoeg om het tochtje en de hotels onderweg te
kunnen betalen.
Dinsdagmiddag
komen de zeilers van de andere twee zeilboten in de baai bij ons een drankje
halen. Zij varen hier al jaren rond en zijn erg enthousiast over dit
zeil-gebied. Er zijn nog zo weinig andere boten en toeristen en de natuur is
prachtig met mooie ankerplekken. Jean Pierre heeft zelfs een "pilot"
geschreven die we van hem mogen kopiëren voor € 10. Een prachtig document,
helaas in het Frans, maar zelfs voor mij met wat moeite leesbaar.
Woensdagochtend
staan we om zeven uur op de steiger. Sergio staat er al en neemt Peltje van ons
over. Hij zal de komende dagen op de Pélagie passen en er ook 's nachts slapen.
De speedboot naar het vasteland moet om half acht vertrekken. We zijn verbaasd
dat inderdaad om precies half acht de boot vol zit met 16 passagiers en de
motor gestart gaat worden. Dat lukt nog niet zo goed, pas na 30 keer proberen
gaat de motor aan. Een zucht van opluchting gaat door de boot. Na een half
uurtje stappen we uit bij de simpele steiger van Ankify. Een vijftal bootjes en
20 houten huisjes schots en scheef markeren de plek waar alles van en naar Nosy
Be gaat. Er staat een prachtige grote witte 4-wheel drive. Die is inderdaad
voor ons! Ali is meegekomen en stelt ons voor aan de chauffeur Sebastiaan.
Helaas, hij spreekt alleen Frans! Nou ja, een goede oefening voor mijn Frans!
Panter Kameleon |
Na
20 minuten trapt Sebastiaan stevig op de rem: een kameleon is net de weg
overgestoken! Het blijkt een prachtig fel-gekleurde panter kameleon te zijn.
Hij stapt rustig weg door het gras, schitterend om te zien!.
Ons
eerste doel voor vandaag is het Ankarana nationale park, 180 km naar het
noorden. Het eerste stuk van de weg is redelijk, maar er zijn ook stukken met
vreselijke gaten en plekken waar de auto's naast de weg rijden omdat het asfalt
grotendeels verdwenen is. Gelukkig is het nu het droge seizoen, dus ligt er
geen modder! Vooral als er huisjes langs de weg staan en deze dus intensiever
wordt gebruikt, is er van het asfalt soms weinig meer over.
Winkeltjes en hutjes langs de weg |
Het
landschap varieert sterk, in de buurt van Ankify is er veel bos en groen, later
zijn er meer savanne-achtige stukken met veel gras. Oude niet zo hoge kraters
zijn duidelijk zichtbaar. De weg gaat vaak over water, kleine stroompjes maar
ook grote brede rivieren, soms een moeras. Waar veel water is zijn fel groene
rijstvelden waar hard wordt gewerkt.
Oude peugeot, omgebouwd tot busje, de achterste man past alleen op de rand |
Alles
en iedereen gaat over deze enige weg naar het noorden. Taxibusjes zitten
propvol met mensen, de bagage hoog op het dak gestapeld. Mensen lopen hele einden langs de weg, vrouwen
met manden op hun hoofd, tieners in schooluniformen op weg naar hun college,
mannen op weg naar…..?
Zeboe drijven is mannen of jongens werk |
De lokale runderen, zeboe's genaamd, sjokken gehoorzaam
achter hun eigenaren aan, iedere zeboe met een lang touw door de neus. De
zeboe's zijn belangrijk voor de economie hier: niet alleen leveren ze vlees en
melk, waar kaas van wordt gemaakt, ook trekken ze karren en ploegen.
Madagaskar
is een erg arm land, hier is de fiets een belangrijk vervoermiddel, niet alleen
voor personen, maar ook voor allerhande vracht, zoals 12 levende kippen! Wat in
Indonesië en Maleisië per brommer ging, lijkt hier per fiets te gaan.
Naar de markt, de kippen leven nog anders bederven ze natuurlijk |
Langs
de hele route zien we kleinere en grotere verzamelingen van simpele houten
hutten met een dak van palmbladeren. Ertussen is meestal alleen zand, de
bewoners zitten in de schaduw van bomen of hun eigen dak gewoon op de grond, er
zijn zelfs geen matten om op te zitten!. Soms zijn er simpele houten bankjes of
krukken. Vaak wordt er wat verkocht, langs de weg heb je misschien wel klanten.
Volgens
Sebastiaan gaan de kinderen naar school, maar de heldere grote schoolgebouwen
die we in bijvoorbeeld Indonesië in alle dorpen zagen, zien we hier nauwelijks.
Alleen
in het dorp of stadje Ambilibe na ruim 120 km zien we weer stenen huizen. De
markt is erg druk, rommelig en vies. Er wordt ook qat verkocht, later zien we
ook mensen dit spul kauwen.
Net
voor de middag komen we aan bij het bungalowpark naast de ingang van het
Ankarana nationale park. Bungalow park is een groot woord voor een verzameling
huisjes en hutjes, zonder waterleiding en zonder elektriciteit; dat heb je hier
in het binnenland niet. Onze kamer is prima met een eigen douche en toilet. Het
eten is eenvoudig maar lekker in het overdekte "restaurant"; een
simpele plek met tafels en stoelen en een dak van palmbladeren. Hier ontmoeten
we onze park-gids Apolinaire, die uitstekend Engels spreekt, wat een weelde.
Na
de lunch maken we een vier uur lange wandeling in het park. Onze gids vertelt
veel over de bomen en planten in het regenwoud, zoals de indrukkende boababs.
en na een half uur zien we een hele groep makies, aap-achtigen, lemuren in het
Engels, die alleen op Madagaskar voorkomen. Ze zijn schattig, met hun grote
rode ogen kijken ze ons aan.
Makies kijken je aan |
We
dalen af naar een enorme druipsteengrot, waar veel vleermuizen tegen het
plafond hangen. De druipsteen-formaties zijn prachtig en weinig bezocht, alleen
een paar maanden per jaar in het droge seizoen is de grot toegankelijk.
Gelukkig hebben we een prima zaklantaarn, elektrische lampen zijn hier
natuurlijk niet. Op de terugweg zien we de makies van heel dichtbij, prachtig.
Klimmen en klauteren in de grot |
Moe
en voldaan staan we aan het eind van de middag onder de douche. Onze verbazing
is groot als we Nederlandse buren blijken te hebben, die met een gehuurde auto
drie weken door Madagaskar trekken, gezellig kletsen dus! Na een lekkere,
simpele maaltijd met zeboe-kebab liggen we vroeg in bed.
Eindeloze kalksteen velden met scherpe punten, Tsingy |
Om
zeven uur de volgende ochtend vertrekken we weer naar het park voor een lange
wandeling naar de karakteristieke "Tsingy", kalksteenformaties met
hele scherpe punten. Bij een grote kloof
is een hangbrug gebouwd waar we een prachtig uitzicht hebben over de omgeving.
Apolinaire geeft interessante informatie over het landschap en vogels en vindt
voor ons weer een groep makies. Weer genieten dus.
Na
de lunch vertrekken we naar Diego Garcia, de diepzeehaven in het noorden waar
de Fransen hun garnizoen hadden. Apolinaire gaat met ons mee. Onderweg vertelt
hij dat hij een officiële gids is voor alle parken in het noorden van
Madagaskar. Het is geen volledige baan, er zijn teveel gidsen. Hij woont in
Ambilobe, waar hij een eigen Engelse school heeft opgezet. Nu hij een nacht weg
is met ons, neemt zijn assistente de zaken waar. Hij vertelt dat hij nog niet
getrouwd is: hij heeft nog geen zeboe kunnen kopen voor de familie van zijn
bruid. Jonge mensen kunnen zelf hun partner kiezen, alleen in het meer
traditionele hoogland maken de ouders vaak nog een keuze. Een bruiloft kost
veel geld, er wordt vaak drie keer getrouwd: één keer voor de wet, één keer
voor de traditionele voorouders, en mogelijk nog een keer in de kerk. Al die
keren moet er natuurlijk een feest worden aangericht. En dan moet er een huis
zijn met inrichting. Apolinaire wil twee kinderen en voldoende geld om ze naar
een privé school te sturen.
In
Diego geeft Apolinaire ons een rondleiding door de stad. De oude koloniale
gebouwen zijn interessant, maar vooral vergane glorie, met de nadruk op
vergaan. Er is een grote visfabriek, dus in ieder geval iets van
werkgelegenheid. We worden afgezet bij een redelijk hotel in het centrum, eten
een lekkere maaltijd om de hoek en liggen weer vroeg in bed, voldaan met alle
indrukken van deze tweede dag.
Ook
vrijdag staat Sebastiaan met Apolinaire
om zeven uur klaar om ons naar het Mont d'Ambre nationale park te brengen. Dit
ligt iets hoger en heeft een aangenaam, wat koeler klimaat, vandaar dat de
Fransen hier hun voornaamste huizen bouwden en gewassen teelden. De weg is
prima en zoals altijd is er veel te zien.
Een hele kleine kameleon, onze kleinste was maar half zo groot |
Mont
d'Ambre is koeler en vochtiger, dus andere vegetatie zoals veel varens en varen
bomen. Onze gids vindt een groot aantal kameleons voor ons, hele kleintjes en
ook grotere. Nils geniet er erg van: “Kameleons zijn bijzondere beesten, de
meeste soorten komen hier in Madagascar voor. Ze variëren in grootte van ongeveer
45cm, zoals de panter kameleon, die we op de weg zagen tot hele kleine. De
kleinste is net ontdekt (2012): 1,2-1,5 cm groot. Wij mochten de vroeger
kleinste op onze hand vasthouden, tot 2cm groot, verbazingwekkend dat echt
alles er op en er aan zit! Ze hebben niet alleen schutkleuren, maar vaak ook uitstulpingen
ter camouflage, leuk om te zien.”
Verder
zien we in het park een aantal watervallen, een mooi meer en zijn er prachtige
uitzichten.
Lunch met Sebastian, links, en Apolinaire, naast Nils |
We
lunchen erg lekker en gezellig bij een klein restaurant, waarvan de eigenaren familie
zijn van Apolinaire. Hier nemen we afscheid van Apolinaire, Sebastiaan rijdt
ons terug naar ons hotel, de volgende ochtend moeten we al om half zes
vertrekken voor de terugweg. Die middag slenteren door het stadje en genieten
van het internet van het hotel.
We
staan in het donker op, maar eenmaal in de auto blijkt het leven in de stad al
volop op gang. Bij de bakker stoppen we voor verse broodjes, de fiets–bezorger is
al onderweg met een grote mand verse baguettes achterop en langs de weg is het
een drukte van belang. We stoppen voor koffie bij een marktje in een dorpje,
leuk!
Koffie stalletjes lans de kant van de weg |
Zaterdagmiddag
om twaalf uur staan we weer in Ankify, zo vroeg omdat het later in de middag
lastig is om over te steken naar Nosy Be, zegt Sebastiaan. Wij vinden dat
overdreven, de echte reden is waarschijnlijk dat Sebastiaan nog diezelfde
middag terug moet naar Diego waar hij en de auto vandaan komen. Nou ja, we
hebben vier prachtige, indrukwekkende, interessante dagen gehad!
Bij
terugkomst ligt de Pélagie er prima bij, altijd weer heel fijn! Nu eerst maar
eens alle indrukken verwerken, onze spieren wat rust geven en een beetje
bijslapen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten