donderdag 10 mei 2012

Schitterend Saba

De Pélagie op weg naar Saba
De Pélagie overbrugt de 20 mijl van Statia naar Saba met een rustig windje in de rug; heerlijk genieten op het water. De vulkaan ligt al van verre te schitteren in het zonlicht. Saba is eigenlijk alleen maar een vulkaan, het is zo klein, dat het op onze zeekaarten nauwelijks opvalt. Pas sinds de 70-er jaren is er een kleine haven, mét een weg naar de 2 belangrijkste dorpen. Vóór die tijd ging alles over trappen, alle bouwmaterialen en voorraden. Net als alle bezoekers aan het eiland, zoals toen nog prinses Beatrix. Deze haven is klein, er is geen plaats voor zeiljachten; de ankerplek is aan de ander kant van het eiland.

Voor anker bij imposante rotsformaties
We klaren meteen in bij de haven, bespreken een taxirit over het eiland en boeken ook een duik, nu we de duikschool zien. Daarna varen we langs de imposante, hoge rotshellingen in allerlei kleuren bruin, roze en rood, naar de ankerplaats, waar ook meerboeien liggen. Die is niet erg beschut, maar de komende dagen is rustig weer voorspeld.

Uitzicht vanaf de Pélagie
De zon schijnt dus gaan we met Peltje naar de enige snorkelplek op Saba vlak bij de meerboei. Op alle andere plaatsen is het veel te diep. De vulkaan is niet alleen boven water, maar ook onder water erg steil. Het is er prachtig, veel koralen en sponsen, redelijk veel vis en een schildpad maakt zijn opwachting. Er is een tunnel waar we doorheen zwemmen; erg imposant al die rotsblokken boven je hoofd.
De volgende ochtend gaan we met Peltje terug naar de haven, met deze rustige zee is dat geen probleem. Ons nieuwe, sterkere motortje komt goed van pas, nu doen we er maar 25 minuten over.

Gedenkplaat voor de weg-doehetzelver
George, onze taxi chauffeur staat al klaar. Hij spreekt ook Nederlands, want hij komt oorspronkelijk uit Aruba en is blij zijn Nederlands weer eens te kunnen gebruiken. Hij is een gezellige prater, leuk.  De bevolking op Saba is heel gemengd, ook veel Ieren en mensen van Afrikaanse afkomst. Het zijn doorzetters. In de vijftiger jaren zagen Nederlandse ingenieurs een weg over het eiland niet zitten.


1062 treden naar de top
Joseph Hassel volgde een schriftelijke cursus wegenbouw en de inwoners van Saba hebben hun weg met de hand gebouwd! 
George brengt ons eerst naar de het begin van het pad naar de top van de vulkaan, want die gaan we natuurlijk beklimmen. We laten ons door 1062 treden niet afschrikken. Dit pad is gemaakt zodat de onderdelen van de radiomast die bovenop staat, met ezels of menskracht naar boven vervoerd konden worden. De laatste stukjes naar de 2 uitzichtpunten zijn een stuk lastiger.


Met handen en voeten
Het laatste stukje
Handen en voeten moeten worden gebruikt en de modder is glad! Er hangt een dik touw bij het laatste stuk, wat we echt nodig hebben. De vegetatie is indrukwekkend. Er zijn meerdere zones, met bovenop ongerept tropisch woud, met prachtige varen bomen en zelfs een soort aardbeien. Ze zien er erg smakelijk uit, maar we durven ze niet te eten.

In de wolken........
Helaas zit de top in de wolken, dus beide keren nauwelijks uitzicht. Wel is de krater zelf goed te zien. Het eiland zelf ziet er prachtig uit; het is er heel schoon en alle huizen zijn wit met groene kozijnen en rode golfplaten daken. De huisjes staan op de gekste plaatsen op de rotsen geplakt. De uitzichten zijn fenomenaal. Het kleine vliegveld ligt boven op een rots langs de kust, die zo goed mogelijk is vlak gemaakt.


Kneuterige huisjes tussen de bergen geplakt
Onze spieren kunnen wel een rustdag gebruiken en natuurlijk zijn er bootklusjes te doen. De staart waar de schroef op zit, is niet beschermd door anti-fouling, aangroeiwerende verf, dus een schoonmaakactie is hard nodig. ’s Middags snorkelen we weer en bekijken een voor ons nieuwe soort, de white spotted filetfish nog eens heel grondig. Leuk!
Al die tijd hebben we de windverwachting goed in de gaten gehouden. Als het hard gaat waaien moeten we hier weg zijn. Bij de meerboei is geen internet, en de haven is ver weg; het is een uitkomst dat de SSB het weer goed doet.

Het Nederlandse belastingkantoor
Maandag ochtend doen we nog een erg interessante duik. De duikschool komt ons bij de Pélagie ophalen en brengen ons ook weer terug. De duik lijkt erg op de duik in Statia: mooie koralen en sponzen en veel vis. We zien ook een aantal grote tarpans.
Na de duik halen we nogmaals de laatste windverwachting op en besluiten meteen te vertrekken naar Montserrat, 80 mijl ten ZO van Saba.

Vliegveld op een vlak gemaakte rots
Als we net Saba achter ons hebben gelaten, hoor ik een blaasgeluid. Op 30 meter van de Pélagie ligt een 15 meter lange potvis naar ons te kijken. Met één zwaai van zijn machtige staart zwaait hij ons uit. Wat een indrukwekkend gezicht, een fantastische ervaring!
De eerste paar uur kunnen we redelijk zeilen maar in de loop van de nacht gaat de wind steeds meer tegen staan en moet de motor bijna al het werk doen. We zijn blij als we er zijn. Weer een nieuw eiland om te verkennen.

Geen opmerkingen: