woensdag 30 mei 2012

Groot wild

Pélagie in de Tobago Cays voor anker
In Sint Lucia zijn we anderhalf jaar geleden in de Carieb aangekomen met de ARC na de oversteek van de Atlantische Oceaan. We kregen toen heel gezellig bezoek van onze dochters en schoonzoon, die 2 weken later uit Grenada weer naar huis zouden vliegen.
Engelse sfeer in Marigot Bay
Nu hebben we heerlijk de tijd om de mooie plekjes aan te doen waar we toen geen tijd voor hadden. Allereerst zeilen we een gemakkelijke tochtje naar Marigot Bay, een prachtige baai met haven in een Engels/Franse sfeer. We wandelen helemaal naar boven naar het dorp genietend van de uitzichten onderweg. We komen een Engelse tegen die hier is “gestrand” toen haar man haar zonder geld heeft achtergelaten toen hun gezamenlijk vastgoed bedrijf in de crisis ten onder is gegaan. Het zal je maar gebeuren! Ze wacht al 2 jaar op de afhandeling van de rechtszaak.
Reiger in de avondschemering
De avondschemering is prachtig hier tussen de hoge rotswanden van de baai.
We zeilen door om in het zuiden van St Lucia een nachtje te slapen onder de Pytons, de twee hoge bergen, die ook in de vlag van St Lucia staan. Een imposant gezicht, die 2 steile wachters naast de Pélagie.
Van 2 busjes één maken
In Bequia blijven we 2 nachtjes. Het is het grootste eiland van de Grenadines, de baai is gezellig, maar druk. Het dorpje is best schattig, maar wel klein. We wandelen naar het oude Engelse fort. Het is alleen een half hoge borstwering over niet met kanonnen, maar het uitzicht is prachtig. Ook hier wordt de weg als garage gebruikt. Van 2 oude pickup busjes wordt er een gemaakt. “Na een spuitbeurt wordt die weer als nieuw” wordt ons verzekerd. Er is een museumpje met interessante oude foto’s van de 50-er jaren. Er waren toen vrijwel geen plezierjachten en de baai was voornamelijk bevolkt met zeilvrachtschepen.  Nu komen alle goederen per container met de veerboot die meteen doorvaart, ligt de baai vol met privé zeilboten en staan er huizen op alle heuvels langs de baai.
We verkennen Bequia met de bekende pickup bus. Er is één weg, die de busjes op en neer rijden. Na een half uurtje is het rondje gedaan en staan we weer op het markpleintje, een leuke en goedkope manier om wat meer van het eiland te zien. Er is wel een goed internet café, altijd prima voor de contacten met het thuisfront. Ook ontmoeten we de Kon Tiki, een Nederlandse catamaran, erg gezellig.
Als we naar de “Tobago Cays” zeilen, is er veel meer wind dan voorspeld, ruim 27 knopen, windkracht 7. We reven de zeilen en ook bij deze wind en bijbehorende golven, zeilt de Pélagie prima hoog aan de wind. We gaan ruim 7 knopen, de stuurautomaat heeft er geen enkel probleem mee. De lucht achter ons is dreigend van de regen, dus we besluiten Canouan aan te lopen. De beschutting in de Tobago Cays is minimaal.
Rommelig Canouan, veerboot aan de pier, Pélagie in de baai
We strekken de benen in het dorpje tussen de buien door en scoren vers brood. Lekker. De dagelijkse veerboot komt aan het eind van de middag; de hele steiger en kade staan vol; dé happening van de dag. Een vrachtauto, helemaal geladen met het plaatselijke “Carib” bier, rijdt van de steiger af. Het eilandje met zijn 1000 inwoners kan er weer een tijdje tegen. In de supermarkt kun je koud bier per flesje kopen. De flesopener hangt heel handig bij de kassa en wordt véél gebruikt.
De volgende dag schijnt de zon weer, we zeilen het laatste stukje naar de Cays. We zijn hier voor het prachtige blauwe water, de oogverblindende stranden maar vooral voor het mooie snorkelen. Dat doen we dezelfde dag nog 2 keer heel uitgebreid. Het zicht is fantastisch, wel meer dan 20 meter. Naast mooie koralen zijn er schildpadden en vooral veel vis. In dit nationale park mag niet worden gevist, dus de vissen kunnen hier nog echt groot worden. Nils ontdekt een vis die we nog niet eerder zagen, de “Sharp tail” aal. Leuk! De vogels zijn ook aan mensen gewend. Een Brown Booby laat zich bijna aanraken.
Een Brown Booby op de Pélagie
Ik kan er geen genoeg van krijgen en ga de volgende ochtend nog een uurtje. Het is weer prachtig. Opeens schiet een hele school kleine tonijntjes, Jacks, langs me heen. Is er een roofvis in de buurt?  Inderdaad zie ik aan de andere kant van de rots een grote haai zwemmen… Hij zwemt van me weg, dus hoef ik me niet af te vragen of ik bang moet zijn, maar kan rustig genieten! Om de hoek kijk ik ineens in de 2 grote ogen van een enorme rog van wel anderhalve meter doorsnede, grotendeels verborgen in het zand. Daar schrik ik wel even van! Hij zwemt statig weg, de grote “vleugels” wapperen sierlijk door het water, een prachtig gezicht! Het houdt niet op, want even later komt een grote barracuda ook zijn opwachting maken. De zilveren schubben met de zwarte vlekjes schitteren in het zonlicht in dit ondiepe water. Wat een festijn, wat een prachtig groot wild! Een bijzonder afscheid van de Tobago Cays, want we weten niet of we hier nog terug komen.
Die middag varen we door naar Union Eiland om uit te klaren zodat we de volgende ochtend vroeg meteen naar Grenada kunnen, waar we volgens plan Frits en Reinhilde treffen, leuk om weer bij te praten.

Geen opmerkingen: