dinsdag 8 oktober 2013

Wrakduiken en Canyonen.

Espiritu Santo is een duik- en snorkelparadijs: het zicht is heel goed en de riffen zijn gezond. Speciaal Luganville is interessant door een bijzonder wrak dat er ligt: 
De USS President Coolidge.
Dit was een luxe cruiseschip, dat in WW2 omgebouwd is tot troepentransport schip. In oktober 1942 kwam het met 5000 man troepen aan bij Luganville. Hier was een verzamelpunt, meer dan 1 miljoen soldaten zijn er geland en doorgevoerd naar de slagvelden. Ht wachten op loodsen duurde de kapitein van de Coolidge te lang, hij was bang voor een aanval van japanse bommenwerpers en besloot zonder loods naar binnen te varen. Volgens zijn onvolledige gegevens kon dat. Het schip voer recht in een net aangelegd mijnenveld en werd door twee US-mijnen getroffen.e kapitein wist het schip op een rif te varen en alle opvarenden (er waren maar 2 doden) verlieten het met achterlating van alle persoonlijke eigendommen, want "die konden later opgepikt worden". Het achterschip zonk en de boot kantelde, gleed op de zijkant het rif af naar beneden. Het schip is meer dan 200m lang. Het bovenste stuk ligt op 21m en het diepste op 67m. (Bijna) alles ligt er nog in en moet blijven liggen (historisch monument). Voor elk wat wils, duikers mogen er in en alles bekijken, maar niets meenemen.
Dat lijkt ons ook wat, maar we willen niet te diep duiken. Op 4 oktober bekijken we alleen boven de voorste 40m schip tot 25m diepte, met een kijkje naar binnen door de open vrachtluiken. Wat een enorm gevaarte, zo groot! Er groeien al veel koralen en er zijn heel veel vissen. Een prachtige, interessante duik.
Duikers die naar het diepste deel van dit wrak duiken, moeten lang op 6 meter blijven om het overtollig stikstof in hun bloed kwijt te raken, decompresseren heet dat. We zien onder water duikers aan het kaarten op 6m diepte! De plastic kaarten worden onder een gewicht gelegd om ze niet weg te laten drijven.
 

Million dollar point
De tweede duik van de dag is ruim 2 uur na de eerst duik, dus met voldoende tussentijd, waarin we lunchen en resten van een vliegtuig bekijken.
Na WW2 had de US nogal wat overtollig materieel. Dit boden ze aan aan de Fransen en Engelsen (die samen de Nieuwe Hebriden, nu Vanuatu, beheerden) voor de symbolisch lage prijs van 1 miljoen US$ aan. Die beweerden dat geld niet te kunnen betalen (volgens de legende in de hoop het voor niets in handen te krijgen).
De US had een mooie lange noodpier gebouwd. Al het overtollig materieel werd gestript, beschadigd en via de pier in zee gedumpt: buldozers, vrachtwagens, jeeps, voorraden (etensborden, colaflessen), onderhouds materieel enz. Wat niet in zee kon werd op land opgeblazen. Deze vuilnisbelt is nu een interessante duikplaats. Het is schokkend om over zoveel vernietigd materiaal te zwemmen. Het vormt nu een soort onnatuurlijk rif met veel koralen en vis.

Millennium Cave
Een dag later gaan we naar de Millenium Cave, een grot waar de lokalen al vele generaties zwaluwnestjes en vleermuizen oogsten.In 2000 besloot het dorp er een toeristische attractie van te maken en gaven het naar het jaar de naam Millenium Cave. 
Een veerooster vlak voor het dorp
De toer is goed georganiseerd. We gaan met een busje over een onverharde weg langs een oud oorlogsvliegveld (alleen stukken landingsbaan zijn te zien), tot de weg ophoudt. We moeten te voet over een bamboebrug een ravijn over naar het dorp, waar dragers klaar staan om allerlei in de stad ingekochte materialen voor het dorp (en onze bagage, een gezin blijft er 2 nachten logeren) mee te nemen.
We komen door grote stukken omheind bos waar koeien en paarden grazen. Wij kunnen er door via "veeroosters", die bestaan uit een diepe kuil met twee houten balken er over.

Klaar om de grot in te gaan!
In het dorp kunnen we ons omkleden voor de grot en wat we niet nodig hebben achterlaten. Onze zelf meegebrachte lunch geven we in een rugzak mee aan dragers. Dan lopen we in een half uur naar de grot dwars door het bos. De dragers nemen zwemvesten, onze lunch en niet waterdichte camera's mee naar de uitgang van de grot: wat een service. Voor we naar binnen mogen, worden onze gezichten beschilderd om de geesten gunstig te stemmen.
Even uitrusten in de grot
Met onze gekregen zaklantaarns gaan we de wel 30 meter hoge grote binnen. Niets geen verlichting of een mooi aangelegd voetpad. We klauteren over rotsen en stenen, gaan tot ons middel door water langs indrukwekkende druipsteenformaties, puur natuur! De grot zit vol zwaluwnesten met jongen, vleermuizen en een aantal ongevaarlijke insecten; allemaal alleen zichtbaar in de stralen van onze zaklantaarns, het is aardedonker. We zien zelfs rivierkreeften.
Onze persoonlijke gids is heel behulpzaam. Ik, Nils, krijg konstant hulp bij het klauteren en wordt gewaarschuwd als het glad wordt. Hanneke kan het wel alleen af, vindt hij terecht. Na de grot zitten de dragers al op ons te wachten, we eten onze lunch, krijgen zwemvesten om.

In de Canyon, hier moeten we zwemmen!
Nu begint het canyonen. Alweer klauteren, door water lopen en hele stukken zwemmen. Alleen niet springen zoals in de snakegorge in Oman. Op moeilijke plaatsen zijn handgrepen of ladders aangebracht,soms een ketting, allemaal op natuurlijke manieren. De rotswanden rijzen steil omhoog, toch nog begroeid, een indrukwekkend gezicht. Hoog boven ons zien we een bamboebrug, dat is de route als er te veel water en stroming staat in de canyon, vertelt de gids.
Aan het eind zijn we vlak bij het dorp, alleen veel lager.

Gehaald!
Dus klimmen we een aantal heel lange ladders en rotsen op naar boven. Het laatste stuk is vlak.
In het dorp staat koffie en vers fruit klaar, er zijn ruimten waar we droge kleren kunnen aantrekken. Even na vieren zijn we terug in Luganville, een hele ervaring rijker en trots op onze prestatie. Het geld wat het dorp verdient door deze tour wordt o.a. gebruikt om een nieuwe school te bouwen voor de 8 dorpen in het gebied rond de grot.

Nog een paar daagjes snorkelen en dan gaan we ons en de Pélagie voorbereiden voor de oversteek naar Australië.

Geen opmerkingen: