Een front bij zonsopgang in de straat van Singapore |
Met het busje
van de marina gaan we op donderdag 14 november naar een groot winkelcentrum. We
kijken onze ogen uit, hier is net als in Singapore alles te koop, kaas,
kipfilet, yoghurt; we laden ons karretje vol. We vinden zelfs een broodmes,
zodat we ons zelfgebakken brood beter kunnen snijden.
‘s Middags doen
we nog een laatste was, surfen we heerlijk op het internet van het café en
genieten van een lekkere maaltijd op de kant. Vrijdagochtend vertrekken we met
het eerste licht om zes uur, samen met de Relax en de Felucca. We varen langs
de drukke scheepvaartroute naar het noordwesten. Nee, zeilen is er niet bij, er
is bijna geen wind en wat er is, is tegen. Alleen de fok helpt een heel
klein beetje. Gelukkig hebben we gedurende de hele ochtend stroom mee; als in
het begin van de middag de stroom een knoop tegenstaat, zijn we
bij onze ankerplek, achter een eilandje.
Helemaal beschut liggen we niet, als het tij wisselt midden in de nacht liggen we een uurtje te schommelen.
Helemaal beschut liggen we niet, als het tij wisselt midden in de nacht liggen we een uurtje te schommelen.
De volgende
ochtend vertrekken we weer om zes uur om de stroom zoveel mogelijk
mee te hebben. ’s Nacht varen doen we hier niet, er zijn te veel onverlichte
bootjes en netten. Die nacht liggen we een stuk rustiger achter een punt van
het vasteland.
De Pélagie voor anker bij Malakka; rechts de landwinning |
Ook de derde
dag vertrekken we vroeg en motorzeilen stevig door, want we willen in het begin
van de middag bij Malakka voor anker gaan. Er is wel een marina , maar die
heeft zo weinig beschutting tegen de windstoten die hier in een regenbui
normaal voorkomen, dat die gevaarlijk is: de masten van zeilboten kunnen elkaar
raken. Het is een beetje spannend, kunnen we tot vlak voor de stad komen? Met
Peltje willen we geen mijlen moeten varen om de stad te kunnen gaan zien. Het
gaat prima, op 3 m diepte is de stad nog maar een halve mijl weg. Bovendien dempt
de modder de golven en liggen we in een beschutting van nieuwe landaanwinning;
prima dus.
Het gerestaureerde Nederlandse waterrad in de rivier van Malakka |
Met Peltje
varen we de rivier op, waar nu een grote snelweg overheen loopt. We vinden een
oude, niet gebruikte steiger, waar we Peltje goed kunnen aanmeren. Dan is het
nog maar een kwartiertje open naar de stad.
Malakka was
in de 13e en 14e eeuw al het centrum van de handel tussen China, de Arabieren
en Afrika. De passaatwinden veranderen hier twee keer per jaar van richting.
Malakka was de tussenstop; als de jonken uit China alweer terug gingen met hun
passaatwind, kwamen de schepen uit Arabië en Afrika een paar weken later aan.
Een straatje een China Town |
In de 16-de
eeuw werd Malakka veroverd door Portugal, 130 jaar later door de Nederlanders.
Daarna ging het achteruit, want de Nederlanders hieven veel belasting: zij
stimuleerden schepen naar Batavia te komen, hun centrum voor de
specerijenhandel. Tot overmaat van ramp verzandde de Malakka rivier, vandaar dat het
oude centrum grotendeels bewaard is gebleven. Het staat nu op de wereld-erfgoedlijst
van Unesco.
Eten op straat, gezellig en lekker! |
Met deze
informatie uit de Lonely Planet in ons achterhoofd, valt Malakka wat tegen. Ik
heb dan toch al gauw een soort stadje als bijvoorbeeld Hoorn in gedachten. Maar
dat is natuurlijk geen vergelijk, ze zijn hier nog maar net begonnen met het
restaureren; heel veel gevels zien er gewoon slecht uit. Er zijn wel een paar
aardige gebouwen zoals het stadhuis uit de Nederlandse tijd, dat nu dicht is vanwege
restauratie. Het oude waterrad en een deel van het oude fort zijn ook mooi
opgeknapt. Een Portugees oorlogsschip is
nagebouwd en als maritiem museum ingericht, leuk. Vooral de modellen van oude
lokale schepen zijn leuk om te zien.
Samen met Ian
en Ty van de Felucca drinken we gezellig een biertje en wandelen over de
zondagse "Food Markt". De Jonkerstraat is ineens volgebouwd met
openlucht keukentjes met kleine tafeltjes en krukjes waar je op kunt zitten.
Met een fel gekleurde riksja met flikkerende lampjes terug naar Peltje |
Er
lopen allerlei mensen rond en ook wij proeven kleine hapjes bij wijze van
avondmaaltijd, erg leuk en gezellig. Mijn voeten doen pijn van het lopen, dus
gaan we met een fietstaxi terug naar Peltje. Deze riksja's zijn echt voor
toeristen, ze hebben felle kleuren en nu in het donker flikkeren de lichtjes.
De volgende
ochtend halen we de fietsjes tevoorschijn, met hielspoor is fietsen
gemakkelijker dan lopen. Het doet me denken aan vier jaar geleden in de
Canarische eilanden, waar ik ook last had van hielspoor en fietsen een
oplossing was.
Met de fietsjes in Peltje naar de stad |
Gelukkig zien
de fietsjes na een jaar in de voorpunt van de Pélagie er nog goed uit. Nils
hoeft alleen de banden op te pompen en wat onderdelen te smeren. Wij en de
fietsjes passen net in Peltje en om half tien zijn we er klaar voor, we gaan
het fietspad langs de rivier uitproberen. Dat is hartstikke leuk, we rijden
langs kleine restaurantjes, winkeltjes, tuinen en prachtig beschilderde huizen.
Overal langs het pad staan potten met kleurige bloemen.
Het wandel/fietspad langs de rivier |
Nu op maandagochtend is
het heerlijk rustig op dit wandel/fietspad en het is natuurlijk lekker vlak!
Het gaat niet altijd goed, soms is het gewoon afgesloten en moeten we een
ommetje maken over de straat. Wat verder van het centrum zijn grote
flatgebouwen in aanbouw. De auto is hier blijkbaar belangrijk: de onderste
verdiepingen zijn een parkeergarage. Ook is er een klein pretpark, volgens de
borden door de overheid gebouwd. Geen succes: de monorail staat er zielig en
verroest bij.
Aan de warme en koude koffie |
Na een
heerlijk kopje koffie bekijken we een gerestaureerde winkel uit de 18e eeuw.
Helaas is die niet ingericht maar toch leuk om de indeling van een oud huis te
zien. Er is een gedeelde waterput met de buren op het kleine binnenplaatsje.
Met Ian en Ty
hebben we afgesproken om de "River Cruise" te doen. Deze volgt de
rivier waar we al eerder hebben gefietst, toch nog leuk. We eten lekker en
goedkoop, 2 tot 3 euro pp, in een van de restaurantjes langs de rivier. Die
middag bekijken we de oude vestingwerken en de ruine van de kerk boven op de
heuvel. Hier staan manshoge grafstenen met Nederlandse tekst; de
geschiedenis is tastbaar.
Een Chinese tempel uit 1852; nog altijd volop in gebruik |
We fietsen heerlijk door het stadje langs tempels,
moskeeën en door China Town. In de oude wijk uit de twintiger jaren, Morton,
nemen we een kijkje in een open gesteld huis, Villa Sermosa.
Villa Sermosa van buiten en een prachtig gedekte tafel binnen |
Alleen de
jongste dochter woont er nog, in haar eentje in de keuken; de rest van de
huisinrichting is nog van voor de tweede wereld oorlog.
's-Avonds
eten we erg lekker en weer heel goedkoop in een Food Court: allemaal kleine
keukens waar je voor een paar euro een maaltijd bestelt die ter plekke wordt
klaargemaakt. Samen met andere inwoners eten we gezellig onder de
straatlantaarn, tafels en stoelen staan op de stoep, leuk!
Ook in het
donker lukt het de fietsjes in Peltje te krijgen en heelhuids op de Pélagie aan
te komen.
De volgende ochtend varen we verder naar het Noorden. Langs de kust liggen raffinaderijen en grote steigers waar zeeschepen stookolie kunnen laden. We verbazen ons over de vele grote flatgebouwen die we langs de kust zien!
De volgende ochtend varen we verder naar het Noorden. Langs de kust liggen raffinaderijen en grote steigers waar zeeschepen stookolie kunnen laden. We verbazen ons over de vele grote flatgebouwen die we langs de kust zien!
Nu
motorzeilen we heerlijk rustig naar de Admiral Marina bij Port Dickson, de
volgende stop in de Maleisië Rally. Hier willen we wat klussen doen aan de
Pélagie, dus liggen we voor het eerst sinds juni dit jaar weer eens in een
marina. Deze heeft een heerlijk zwembad; daar gaan we straks lekker induiken!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten