maandag 4 januari 2016

Kamperen in de woestijn van Namibië

Zandduinen bij Sessriem
Op 31 december vertrekken we om 5:00 uur naar het vliegveld van Kaapstad. Een klein vliegtuigje brengt ons in tweeënhalf uur naar Windhoek, de hoofdstad van Namibië. De chauffeur van het autoverhuurbedrijf staat al klaar; een uurtje later beginnen we met het papierwerk om onze Toyota Hilux pick up te krijgen. Alles is prima geregeld, de kampeeruitrusting hebben we gehuurd, een video vertelt ons alles over rijden met deze grote auto op onverharde wegen en een starterspakket met natuurlijk houtskool en houtjes voor een kampvuur staan klaar.
De tent uitklappen op het dak van de auto vraagt behoorlijk wat behendigheid; het verhuurbedrijf heeft een beetje medelijden met deze oude mensen en geeft ons een extra trapje mee. Dat blijkt heel handig. We denken nog wel: "Waar beginnen we aan? Met onze stramme ledematen een trapje opklimmen om op een dak van een auto in een klein tentje te gaan slapen...", maar ja, geboekt is geboekt dus gaan we vol goede moed op weg naar de supermarkt om de rest van de spullen in te slaan. Gelukkig zijn de winkels op oudjaar, ook nog een zondag, open en lukt het zelfs om telefoon en internet te bemachtigen.
Tent op het dak van de auto, mét het senioren trapje
Onbevangen reserveren we een camping de goeie richting op, totdat we tot de ontdekking komen dat die nog vier uur rijden is! Namibië is een groot land. Een beetje dichterbij is handiger, ook daar is plaats. Om zes uur staat onze tent, de BBQ smaakt heerlijk en om acht uur liggen we er in, het was een lange dag. We zijn zo moe dat we zelfs door het eindejaarsfeestgedruis van onze mede-camping gangers doorslapen.

Naar de zandduinen
De volgende ochtend eindelijk echt op pad! We kiezen voor de "mooiste" weg naar het duingebied in het zuidoosten van Namibië, niet voor de snelste. De onverharde weg gaat over een prachtige pass met schitterende uitzichten. Een lunchplekje in de schaduw is gauw gevonden en natuurlijk zitten in onze auto tafels, stoelen en eten, makkelijk zat.
Antilopen en een Oryx, gemsbok, langs de weg
De camping vlak bij het Sessriem natuurreservaat hebben we proberen te reserveren, zonder succes. Het is hier nu hoog seizoen, Het is zomervakantie voor zowel Zuid-Afrika als Namibië zelf. We gaan er op de bonnefooi heen en hebben geluk: er is plaats.
Het is regntijd, een pittige plaatselijke bui die een half uurtje duurt
Het fijne van deze camping is dat je als eerste het park in kunt om de zonsopgang te zien gaan boven de zandduinen. Helaas zit dat er voor ons niet in. Nils heeft zoveel last van zijn gekneusde ribben van de val an zijn fietsje, dat slapen moeilijk gaat. Onze start is dan ook wat later, maar we genieten er niet minder om.
Jakhals
De asfalt weg gaat tussen de bergen en de duinen door, langzaam komen de duinen steeds dichterbij. Er is onverwachts veel wild te zien: een jakhals rent 50 m naast de weg voor ons uit, gemsbokken grazen korte plukjes woestijngras, struisvogels staan in een groepje van vijf naar ons te kijken.
Het einde van de weg is Sussuvlei. De ondergrondse rivier loopt hier dood in het zand, vanaf nu tot de zee en een heel eind naar het zuiden zijn er alleen maar zandduinen. In deze vallei is dan ook relatief veel begroeing van grote acacia bomen; een imposant gezicht wat ons erg doet denken aan de Wahiba Sands in Oman.
Genieten in Sussuvlei

Het is wel heet in deze woestijn, dus vluchten we naar de airconditioning van onze auto. Middags rijden we door weer prachtige bergen naar een ander deel van het Nakluft Nationale Park. Hier zou een ingang en een camping moeten zijn. De weg is bijna helemaal verlaten en wat we ook zien, geen bordjes naar het Nationale Park, laat staan een camping. Als we bijna de moed hebben opgegeven komt de weg naar links uiteindelijk toch nog met een wegwijzer "camping". Het hek het Nationale Park in mogen we zelf openen en natuurlijk weer dichtmaken.
Indrukwekkende bergen met wild op de voorgrond
We hebben geen idee waar we eigenlijk naar toe gaan door dit indrukwekkende landschap, De smalle weg gaat over een vlakte, door de bergen en door een kloof tot eindelijk een aantal gebouwen jn zicht komen. Daar is het kantoor en ja hoor, er zijn nog plaatsen iop de camping.
Die ligt even verder aan een stroompje in weer een andere kloof met prachtige hoge bomen. De toiletten zijn groot, schoon en modern; minder leuk zijn de muggen, zo vlakbij het water. Nou ja, je kan niet alles hebben.
Ontbijt gestolen
Het is een plekje midden in de natuur én midden tussen de bavianen. Die zien we 's ochtends rond het kamp lopen. Net als ik de ontbijttafel heb gedekt, Nils naar de WC is en de buurman uit de buurt, springt een brutale baviaan zo naar de tafel, grist ons hele brood mee en rent weg! Ik sta er bij en kijk er naar, ik kan er niets tegen doen! Aan de overkant van de klof hoen we ze ruzie maken om de boterhammen!
Kamperen in de natuur, mét bavianen
Ik heb mijn lesje geleerd en zet alle etenswaren in een stevige plastic krat mét de deksel erop naast onze tafel. Stenen liggen klaar voor de verdediging van ons eten. De baviaan loopt nog wat rond met een boterham in zijn bek, maar komt gelukig niet meer terug.

Na een korte ochtendwandeling door de prachtige kloof, rijden we de 300 km naar Swakopmund langs veelkleurige bergen en door de woestijn, soms gravel, soms rotsen, soms witte steen en uiteindelijk bij de kust weer zandduinen.
Het is nog heter dan de vorige dag; voor de lunch rijden we een echte droge rivier in, er loopt zowaar een spoor zomaar van de weg af, de hekken zijn verdwenen. Net als in Oman zitten we heerlijk onder een schaduwrijke boom. Na ons rijden nog vier auto's deze droge rivier in om onder het nog schaduwrijker viaduct te lunchen.
De eerste grote stad aan de kust is Walvisbaai. Daar zouden flamingo's moeten zijn, maar voornamelijk in de winter volgens de reisgids. Het is hier nu zomer, toch gaan we kijken aan de lagune. Eerst zien we er één, dan zowaar 20 en in de verte is het zelfs roze gekleurd: duizenden flamingo's scharrelen hun kostje bij elkaar aan de rand van de lagune, een schitterend gezicht.
Na wat telefoontjes vinden we ook nu weer een camping die plaats heeft en nog wel midden in de stad. Morgen staat een woestijntocht op het programma!


Wat een belevenis
We genieten enorm van deze reis. Namibie is een prachtig land met een schitterende landschappen: veelkleurige rotsen, prachtige zandduinen, uitgestrekte vlaktes en veel wilde dieren! Wat een weelde om met een prima 4-wheel drive met airconditioning er zo te kunnen rondrijden, alles mee.
Het kamperen gaat prima, het geeft veel vrijheid. Indien nodig kunnen we altijd nog ergens langs de weg gaan staan, tenminste zolang er geen hekken zijn. Iedere camping is anders; nu in de stad is het óók een soort backpackers hotel, leuk om andere reizigers te ontmoeten. Naast ons staan Nederlanders, die kom je overal tegen!

Geen opmerkingen: