Na Dominica vertrekken we naar Îles des Saints, een klein eilanden groepje vlak onder Guadeloupe, zie de foto hierboven. Onderweg gaat het alarm van de bakboord motor. Weer water in de motorruimte? We dachten dat we dat nu wel hadden opgelost. Het waait stevig het eerste stuk, we hebben de golven tegen, dus we gaan maar niet kijken, een beetje eng zo achterop buiten de reling.
Later wordt het rustiger en hebben we een heerlijke zeildag. Als we eenmaal voor anker liggen, gaan we wel kijken in de motorruimte. We schrikken ons een ongeluk: er staat een hele bodem olie in! We vermoeden een groot probleem, olie zou toch niet “zomaar” uit het motorblok moeten lopen? We gaan op zoek naar de bron van het lek. Dat lijkt bij de impeller te zitten, daar waren in Trinidad filters verwisseld bij de waterpomp. Maar water is geen olie. We halen de handleidingen erbij en ook het cursusboek van motoronderhoud. Nergens wordt geschreven over olie lekkage. Is er dus echt iets vreselijk mis?
We besluiten de volgende dag door de varen naar de hoofdstad van Guadeloupe. Dat wordt vast lastig op één motor. We vragen eerst nog even bij buur-boten of iemand een idee heeft wat je zou kunnen doen. We hebben geluk, bij de buren is de Volvo reparateur van Martinique op vakantie. Hij komt langs en het probleem is in een kwartiertje opgelost. Toch een lekkende O-ring als gevolg van de vorige reparatie. Wat zijn we blij!!
We gaan de volgende dag met een
gerust hart, want 2 werkende motoren, naar Guadeloupe. Eerst praten we nog even
bij met de bemanning van de Taugl, onze buurboot op de Suriname rivier. Leuk! Weer
een stevige zeildag, we moeten deels opkruisen, maar dat gaat prima bij deze
pittige 20 knopen wind. Onderweg gaat het motorruimte alarm weer. Nu ga ik,
Hanneke, ondanks de flinke golven wel kijken, goed aangelijnd. Tot onze
geruststelling is het alleen maar zeewater, de kraan van de afvoer stond nog
open.
Guadeloupe is onderdeel van
Frankrijk, we zijn even terug in Europa. Er zijn prachtige gebouwen,
uitstekende wegen, hoge flats, alles ziet er schoon en welvarend uit. De
vaargeul heeft boeien en die zijn zelfs ‘s avonds keurig verlicht. De prijzen
zijn in Euros en ook van europees nivo. Het uurloon van de Volvo monteur is 60
Euro! Nou ja, ze hebben beloofd morgen
met de Pélagie aan de slag te gaan. We moeten wel een plaatsje zien te krijgen
in de jachthaven, want alleen daar worden de reparaties gedaan. Nu liggen we
nog voor anker (goedkoper!) en de jachthaven weet niet of ze morgen eigenlijk
wel een plaatsje hebben. Om 07:00 uur laten ze het ons weten.We horen natuurlijk niets, dus bellen we de volgende ochtend zelf dus maar via de marifoon. Nee, ze weten nog niets. Na een kwartier wordt ik, Hanneke, ongedurig, ik wil eigenlijk gewoon de marina in varen. Die motor moet immers worden gerepareerd. Nils wil verder afwachten. Net als ik Nils heb overtuigd en we het anker al hebben opgehaald, komt de Marina met het verlossende bericht, ze hebben een plaatsje voor ons.
Ondertussen is het vrijdag avond, 30 maart. De reparaties zijn vandaag prima gelukt. Er lekt geen olie meer en ook van de andere motor is de O-ring nu vervangen. De start motor doet het weer goed en de uitlaat van één motor is vervangen. Dat moet eigenlijk na 5 jaar, maar was bij de Pélagie in alle 9 jaar nog nooit gebeurd! Wel zagen we steeds meer roet uit de uitlaat komen… dus toch maar gevraagd wat daar de oorzaak van kon zijn. Maar goed ook, want de uitlaat moest echt dringend vervangen worden. Nu nog naar St Maarten voor de uitlaat van de 2-de motor. Die was hier niet in voorraad.
De jachthavendag hebben we goed gebruikt: de was is gedaan, de boot weer helemaal schoon gespoten en de water voorraad bijgevuld. En, nadat we zoveel geld aan de motoren hadden uitgegeven, hebben we ook onszelf maar verwend met een lekkere pizza hier vlakbij.
Gelukkig kunnen we nu morgen verder zodat we Frits en Reinhilde van de Bella Ciao volgens afspraak kunnen treffen op de westkant van Guadeloupe.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten