"Wat een vreselijk donkere lucht komt daar aan, nu moeten we toch echt reven", roep ik naar Nils. De hele dag is er al een pittige wind; de Pélagie zeilt fantastisch, maar ik heb al 10 keer geroepen dat we eigenlijk moeten reven. Maar ja, zo lekker snel gaan voor de wind heeft ook wel wat! Het is weer genieten op de Pacific.
Die wolken zien er wel erg dreigend uit , dus hakken we de knoop door, Nils draait de Pélagie in de wind en we voelen hoe hard het eigenlijk waait. Het rif zit er snel in, en meteen wordt de boot rustiger. De donkere lucht komt inderdaad over ons heen en we zijn blij dat zowel het grootzeil als de fok kleiner zijn; zo kan er ook met nog meer wind niet veel gebeuren. Wel moeten we uitkijken voor een klapgijp: als de wind in de bui teveel van richting verandert, kan het grootzeil zomaar naar de ander kant klappen. Dit grootzeil zit wel goed vast met een extra touw, de bulletalie, zodat het niet door kan schieten, maar goed voor de verstaging is zo'n gijp natuurlijk niet. In de regen en wind sta ik buiten op de koers te letten, terwijl Nils binnen de afwas doet. Het gaat allemaal prima, de Pélagie laat de golven met veel geraas onder zich door rollen. De stuurautomaat kan het prima aan, ondanks dat we hem op een energie besparende stand hebben staan.
Nils gaat om 18:00 uur naar bed en de zon gaat onder. Nu wordt het echt donker, het kleine maantje zit stevig verstopt achter al die regenwolken. De buien zie ik niet meer aankomen, horen doe ik de wind wel. Uit voorzorg zet ik de zeilen aan één kant en verander de richting van de boot. Nu is de kans op een klapgijp vrijwel nihil. De wind giert door het want en de regen klettert op de Pélagie! Ik sta relatief droog onder de bimini naar dit geweld te kijken. Even overweeg ik Nils wakker te maken, maar ja, hij kan ook niets doen. De Pélagie doet het voor ons en zeilt gewoon dapper verder. Het schiet lekker op, met deze snelhied zijn we de volgende ochtend in Suwarrow.
In zijn wacht die nacht ziet Nils zowaar ruim 11 knopen op de snelheidsmeter verschijnen. Hoeveel wind we hebben gehad is onduidelijk, onze windmeter geeft te weinig aan, denken we.
De volgende ochtend, vrijdag 12 juli, om 08:00 uur zijn we al vlak bij. Ik ga maar eens kijken of ik al land zie, ja hoor daar ligt het eerste eilandje van dit atol te blinken in de zon. De groene palmen zijn goed te zien. Van de pas hebben we de wayponts, de GPS coördinaten, van de Soggy Paws Companion, zie http://svsoggypaws.com/files/
Het invaren zo midden op de dag met de zon in de rug is geen enkel probleem.
Het is fantastisch binnenkomen, de water in de lagune is rustig en heeft prachtige kleuren: turkoise, licht en donker blauw; het zandstrand oogverblindend wit en de palmen helder groen. De parkwachters wijzen ons een ankerplaatsje en komen meteen aan boord voor de formaliteiten. Het inklaren gaat vlot, we betalen 50 US $ park-toegang en mogen daarvoor 14 dagen blijven. De parkwachters, Harry en Charlie, zijn hier het hele seizoen, de regering van de Cook eilanden voorziet ze eigenlijk niet van genoeg voorraad. We hebben meel, suiker en drank voor ze mee genomen, maar ze hebben in plaats van meel liever koffie. Ze mogen onze reserve voorraad oploskoffie hebben, we kopen wel weer ergens nieuw. Hun benzine voor de buitenboord motor is al op. Ook daarvan hebben we voor hun een tankje.
Diezelfde avond worden we meteen uitgenodigd voor een BBQ op het strand. Charlie is met één van de zeilers die ochtend wezen vissen, ook hebben ze kokos-krabben gevangen op een naburig eiland. De zeilers nemen salades en drank mee. Het is lekker en vooral heel erg gezellig. Harry speelt goed gitaar en zingt erbij. Charlie is een prima danser. Ook worden de zeilers uitgenodigd voor een bijdrage; kortom een heel bijzondere avond zo onder de palmen op het strand met een halve maan.
Het tropisch paradijs laat zich weer eens van haar beste kant zien.
----------
radio email processed by SailMail
for information see: http://www.sailmail.com
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten