Zandbanken met pelikanen vóór Fraser eiland |
De rondleiding is aardig, het leukste zijn de 2 glaasjes rum en rum-likeur die we aan het eind mogen proeven. Best lekker, maar hier kost een fles rum 30 dollar; in Panama betaalden we maar 8 dollar per fles, dus we laten dit even passeren.
We gaan ook
nog naar een frisdrank „brouwerij“ daar wordt op een ludieke kinderlijke manier
de produktie van o.a. gember“bier“ uitgelegd. Ook hier mogen we proeven, binnen
een kwartier krijgen we 10 soorten drankjes voorgeschoteld, wel een beetje snel
en veel! Toch weer een interessante belevenis. Het openbaar vervoer terug naar
de marina rijdt niet meer later in de middag, dus brengt een taxi uitkomst. Een
duur dagje uit, de goedkope Pacific tochtjes zijn passee.
Na veel
overleg met de Kahiba die ook langs de kust naar het zuiden moet, besluiten we
toch zaterdagochtend te vertrekken. Eerst moet de motor bij, want de wind is
tegen maar later wordt het een heerlijk zeildag. We genieten ervan weer onderweg
te zijn. We gaan voor anker bij Moon Point, de noord punt van Fraser eiland,
dat vlak voor de kust ligt. Er zijn hier zwart-wit pelikanen, leuk. We zijn
weer in de bewoonde wereld, overdag en nu ook bij de ankerplaats zien we behoorlijk
veel andere boten. De lichtjes van een stad glinsteren in de verte.
De Kahiba voor de kust van Fraser eiland |
De volgende
dag zeilen we om 6 uur ’s ochtends verder, we moeten langs een ondiep stuk, bij
voorkeur bij wat hoger water. Het is spannend zeilen tussen Fraser eiland en
het vaste land door, de wind is ook heel variabel in richting en sterkte. Gelukkig
hoeven we de Kahiba maar te volgen, Gunnar komt uit Brisbane, dit is zijn
achtertuin. Overal om ons heen zien we ondieptes, de zandplaten komen boven het
water uit; het is net of we in de Waddenzee varen. Fraser eiland is het grootste
zandeiland ter wereld, de zandbanken zijn aan de kust behoorlijk steil, een
mooi gezicht. Ruim voor donker kan het anker de grond in vlak bij de landpunt aan
de zuidkant van het eiland.
Gunnar en
Eva hebben daar met zijn dochter en haar vriend afgesproken om op het strand te
BBQ-en, wij zijn ook uitgenodigd. Tegen donker zitten we in ons bijbootje om
naar de kant te varen. Een hele expeditie, het baai is erg ondiep, dus het gaat
maar net. Daarna moeten we nog een heel eind lopen over het strand, en de
dochter van Gunnar vinden... pas na een half uur zoeken in het half donker
komen we elkaar toch nog tegen.
De BBQ is
gezellig en lekker, maar nu moeten we wel in het pikdonker weer terug. Peltje
ligt nog op dezelfde plek, maar het water is niet gestegen, het is nog verder
gezakt! We waden in het donker door het water, de ankerlichten van onze boten
geven de richting aan. Peltje moeten we zelfs dragen, het blijft maar ondiep.
Eindelijk blijft Peltje drijven, kan de motor naar beneden en varen we het laatste
stukje. Wat een opluchting als we weer veilig terug zijn op de Pélagie.
De Pélagie langs de Australische kust |
Op naar de supermarkt |
Mooloolaba
is een grote plaats, ruimte zat, alles ligt ver van elkaar met grote brede
wegen er tussen. Onze fietsjes zijn dus erg handig, maar we moeten wél een helm
op, we zijn tenslotte in het bureaucratische Australië. Ook geld wisselen en
een simkaart kopen kan alleen met een echt paspoort, een fotokopie is niet
voldoende! Onze Europese gasfles is niet goed genoeg, er zit geen ontluchtingsknop
op dus vinden ze het hier niet veilig, in tegenstelling tot alle andere landen
waar we zijn geweest! We zullen toch echt een andere gasfles moeten kopen.
We gaan onze
klussenlijst afwerken en het vervangen van de verstaging voorbereiden. De Pélagie blijft
hier liggen als wij op 7 november voor 5 weken naar Nederland gaan. We kijken
er naar uit om iedereen weer te zien!