zondag 1 juni 2014

Bij Cairns voor anker



De Pélagie voor anker bij Cairns

In de vochtige ochtendlucht in het Hinchinbrook Kanaal, blijken er massa’s nono‘s, kleine mugjes, in de kuip van de Pélagie te zitten. Daarom vertrekken we maar meteen richting Cairns. Er is toch meer wind dan gedacht; we schieten lekker op met een vaartje van zes knopen. Maar dan komen we veel te vroeg aan in Cairns: in het donker willen we de rivier niet op varen. Volgens de pilot is er een redelijke ankerplek bij het eilandje Kent, onderdeel van de North Barnard eilanden. We durven niet heel dicht bij het strandje te ankeren, de deining komt om het eiland heen. De Pélagie rolt er lustig op los, slapen is niet gemakkelijk! We zijn dan ook allebei voor de wekker van half zes wakker. Bij het eerste ochtendgloren halen we het anker op en zetten koers naar Cairns.

Het wordt een lekkere zeildag met zon, wolken en een enkele regenbui. Op vrijdag 30 mei om half zes liggen we heerlijk rustig te dobberen op de rivier voor de stad. Nu hebben we natuurlijk wel internet en zelfs televisieontvangst met onze kleine pc antenne. Hier hoeven we geen havengeld te betalen kunnen toch met Peltje in de Marina aan de overkant van de rivier gemakkelijk aan land komen, een prima stek.

Gerestaureerd gebouw in Cairns, nu een Art GalleryBijschrift toevoegen

Na ruim drie weken eilanden en stranden zijn we wel toe aan wat vaste grond onder de voeten. Het is gezellig om op zaterdag middag door Cairns te lopen; er is een gezellige promenade langs de rivier met een openluchtzwembad, er zijn zowaar zo’n 10 oude gebouwen en het barst er van de touroperators: je kunt vanuit hier alle kanten op. Natuurlijk vooral naar het Great Barrier Reef, maar er zijn ook allerlei tripjes naar het binnenland. We willen graag wat meer van het achterland van Australië zien en huren voor een week een klein autootje om lekker te kunnen rondrijden. Ons bezoek komt immers pas op 12 juni in Cairns aan.

Vandaag, zondag, hebben we genoten van Kulandra, een klein stadje op een uurtje rijden van Cairns in de bergen met tropisch regenwoud. Het is lekker wandelen in en rond het stadje. 

De vlindertuin is genieten met grote aantallen van verschillende soorten, lokaal voorkomende vlinders. De gids vertelt dat, als de poppen eenmaal zijn uitgekomen, de mannetjes er alles aan doen om met de vrouwtjes te paren. Ieder vrouwtje paart maar een keer in haar leven, dat is hard werken voor de vlinder-man. 

Dat zien we voor onze ogen gebeuren: mannetjes en vrouwtjes van dezelfde soort zitten elkaar achterna; wat bijzonder om die grote, fel gekleurde vlinders van zo dichtbij in zulke grote aantallen te zien. De tuin kweekt zijn eigen vlinders. De medewerkers verzamelen de eitjes iedere anderhalf uur. De rupsen groeien snel en moeten dus om de dag nieuwe bladeren van hun eigen favoriete soort krijgen. De tuin kweekt deze bladeren zelf buiten het stadje, zonder bestrijdingsmiddelen en zonder kunstmest: niet goed voor de vlinders.

 
Wandelen

Na een lekkere lunch rijden we naar de “Barron Falls”. Er blijkt een heel wandelpad door de boomtoppen aangelegd zijn. Wat zijn die bomen groot met ene helft onder en de andere helft ver boven je. De planten die in de boomtoppen groeien, zijn nu eindelijk te zien; bijzonder! 

De “Barron Falls”.

De uitzichten op de watervallen en de canyon zijn indrukwekkend. De rivier splitst zich in wel vijf stromen die op verschillende plaatsen naar beneden vallen. Door de canyon is een spoorlijn aangelegd aan het eind van de 19e eeuw. Die rijdt nog steeds, nu als toeristen treintje.

Nu zitten we lekker op de Pélagie bij te komen en te hopen op wat beter weer. Normaal begint hier de droge tijd in mei, maar dit jaar, een “El Nino” jaar volgens sommigen, regent het nog steeds iedere dag en is het meestal bewolkt. Nou ja, het is niet koud; volgende week zijn zowaar een paar dagen met zonnige weer voorspeld.

Geen opmerkingen: