|
Op veel plaatsen langs de Maleysische kust wordt aan landwinning gedaan |
Wat een
weelde weer in een Marina te liggen. We kunnen allebei onafhankelijk van elkaar
van de Pélagie afstappen en onze eigen dingen doen. Het zwembad is heerlijk, we
liggen er nog dezelfde middag in. Nils wat langer als ik; prima, ik kan zelf
naar de Pélagie.
De Admiral
Marina ligt ongeveer 17 km ten zuiden van Port Dickson bij een resort. Verder
is er helemaal niets, de winkels zijn een kwartier lopen. Alleen in Port
Dickson zelf is een bedrijf wat service levert aan boten. Gelukkig heeft de
Marina het telefoonnummer. Ik bel meteen, er zal iemand langskomen. Ook de
Rebak Marina, waar we straks het water uitgaan en werk willen laten doen, ligt
op een eiland, waar niet veel bedrijven zijn om je te helpen met onderhoud.
Vandaar dat we nu vast een aantal dingen willen laten doen.
's Middags is
er een teambuildingactiviteit, georganiseerd door de Sail Maleisië Rally.
Oefeningen en spelletjes, goed voor de lichaamsbeweging. Ik kijk toe van de
kant, mijn voeten hebben nog steeds rust nodig. Nils houdt de eer hoog en wint
met zijn team de eerste prijs: een heel groot glas bier, wat ze met z'n allen
leegdrinken.
Lang
toekijken van de kant is niets voor mij, dus ik ben al weer snel op de Pélagie.
Dat komt goed uit want Dhr Lau komt inderdaad langs. Ja, hij kan het
motortje van Peltje een onderhoudsbeurt geven, nodig na het
zoutwaterbad een tijdje geleden en misschien heeft hij oliefilters.
|
Nils schiet raak! |
Door Negeri Sembilan
De volgende
dag, woensdag 19 november, gaan we met de bus de omgeving bekijken. De
organisatie neemt ons mee naar een voorbeelddorpje, waar we mogen boogschieten
en wat dieren te zien zijn, niet heel spannend.
|
Eten van de grond, lekker maar niet zo gemakkelijk |
De lunch
wordt geserveerd op de grond, zoals gebruikelijk voor lokale mensen. Het eten
is lekker, niet bijzonder, maar toch voor mij wel wat scherp.
|
Het oude paleis van de Sultan van Negeri Sembilan |
De volgende
stop is bij het oude koninklijke paleis, helemaal van hout gebouwd, vroeger
zonder spijkers! Nu wordt het gerestaureerd, we kunnen er dus niet
naar binnen. We horen hamergeklop, de restauratie gaat blijkbaar wel met
spijkers. De laatste stop is bij het legermuseum. Twee uur rondwandelen vindt
iedereen te veel, na een uur gaan we huiswaarts. Ik babbel ondertussen op een
bankje met een lerares, haar klas doet een uitje.
Nee, dit is
niet ons meest geslaagde tripje, integendeel. Gelukkig zijn we op tijd thuis
want Mr. Lau brengt het motortje terug en neemt zowaar zes nieuwe oliefilters
mee met het zelfde nummer als we van een collega zeiler hebben gekregen. Ze
zijn heel goedkoop, maar vier euro!
Naar Kuala Lumpur
De volgende
dag staat de bus klaar om ons naar Kuala Lumpur te brengen. Bij het nieuw
gebouwde Koninklijke Paleis stoppen we om de hekken, de wacht te paard en het
gebouw uit de verte te bekijken.
|
Het koninklijk paleis uit 2004 |
Maleisië is een federatie van een negental
staten waarvan er 7 een Sultan hebben. Natuurlijk kan een president niet boven
een adellijke sultan staan! Bij de onafhankelijkheid werd een unieke oplossing
bedacht: bij toerbeurt zijn de sultans vijf jaar koning.
|
Een reuzen Boeddha voor de trap vd Batu Cave |
Voor officiële ontvangsten
is dit 200 miljoen euro kostende paleis in 2004 gebouwd. Het lijkt
verschrikkelijk groot van een afstand; 200 miljoen is niet eens zo veel als je
bedenkt dat de restauratie van Huis Den Bosch 47 miljoen kost.
De "Batu
Caves" iets ten noorden van KL zijn interessant, zowel vanwege de Hindoe
heiligdommen in de enorme druipsteen grot, als de vele aapjes die langs de
trappen dartelen en alle plasticzakjes inspecteren en zowaar af en toe een
broodje vinden.
Bij de batik
zaak krijgen we een demonstratie "met de hand beschilderen van witte
zijde". De kleuren vloeien prachtig in elkaar over, net zoiets als
aquarel. Hier stopt de aangebrachte lijn van was de verf, zodat bloemen en
vlinders duidelijk herkenbaar blijven.
|
Handgeschilderde batik |
Bijna laat ik me verleiden tot het kopen
van zo'n prachtige sjaal, maar we hebben al zoveel spullen op de Pélagie...
Andere zeilers kopen gelukkig wel wat, zodat de gids ook weer zijn commissie
krijgt, neem ik aan.
|
Voor de Petronas Torens |
In Maleisië
wordt veel tin gewonnen. We nemen een kijkje in een tin bewerkingsfabriek waar
prachtige tinnen gebruiksvoorwerpen worden gemaakt. Ik zie niet zoveel, want ik
ga in het (dure) restaurantje lekker zitten lezen, goed voor de rust van mijn
voetjes.
Eindelijk
rijden we rond half drie het centrum van KL binnen. De Petronas Torens zijn
indrukwekkend met hun hoogte van 452
meter, ook na 18 jaar glanst het roestvrij staal nog als nieuw. Hier is het Nationale
oliebedrijf gevestigd, inderdaad Petronas genaamd. We eten eindelijk een hapje
als lunch en Nils loopt rond in de vijf verdiepingen hoge, immens grote
Shopping Mall.
Helaas
stoppen we op het onafhankelijkheidsplein met zijn mooie historische gebouwen
maar heel eventjes. Wel is er nog ruim een uur in een ander winkelcentrum, voor
we weer naar de Marina terugrijden.
|
De oude Engelse administratie gebouwen naast het oude criketveld |
Een interessante dag, maar ik had graag ook
andere dingen van KL gezien zoals het islamitisch museum, of Chinatown. Sommige
zeilers blijven een extra nachtje in KL, maar nu ik zo slecht kan lopen is dat
voor ons niet echt een optie.
Motoronderhoud is nog niet zo gemakkelijk
Vrijdag
moeten we nodig aan de gang met de motoren. Eerst maar een nieuw oliefilter er
in zetten. Zoals altijd is het wegpompen van de oude olie een smerig karweitje,
ons pompje is eigenlijk te klein en de slangen schieten regelmatig los. Maar het
lukt en het nieuwe filter zit er al snel in. Olie weer bijvullen en proberen
maar. We kijken extra goed, want eigenlijk vinden we deze nieuwe filters wel
erg goedkoop. Ik kijk zo goed, dat er inderdaad olie lekt. Drie rondes later,
olie er uit, ander filter erin, olie erbij gieten en weer de motor starten en
toch weer olielekkage constateren, kom ik er eindelijk achter dat de olie niet
uit het filter lekt, maar uit het olie-opzuig-gaatje. Het dopje had ik er nog
niet opgedaan!
|
Bij het heerlijke afscheidsdiner |
Tegen die
tijd protesteren mijn voeten en mijn ellebogen. Eerst maar even niets. Arnold
en Coby van de Drifter komen een biertje drinken. Samen met Arnold kijk ik nog
eens goed naar de motor. Het oliereservoir zit onder het filter, om een filter
te vervangen hoef je dus niet eerst alle olie er uit te halen. Dat maakt het
leven een stuk gemakkelijker.
Zaterdag is
het snel gepiept: even het filter verwisselen, olie aanvullen, dorpje op het
olie-opzuig-gaatje, de motor starten en... er is geen lekkage.
Nu het zo
lekker gaat hebben we ook nog wel energie om de brandstoffilters te
verwisselen. Er afhalen is geen probleem. Het huis van het vóór-filter is bijna
kapot; gelukkig hebben we een reserve.
Het lukt Nils
niet om het nieuwe huis te monteren, de schroef lijkt wel te kort. Na een uur van
alles geprobeerd te hebben, gaat Nils het teneinde raad maar zonder O-ring proberen.
Ja, dan lukt het binnen 5 minuten, maar gaat het filter dan niet lekken? Als de
motor draait, lekt er helemaal niets! En pas dan begrijpen we het: de oude
oorring zat nog in het bovenste deel van het filter-huis, wat niet is
vervangen.
Motoronderhoud
is nog niet zo gemakkelijk voor 2 kantoor klerkjes; alles wat je niet weet, doe je eerst een keer fout. Maar
al doende leert men, hopelijk gaat het volgende keer beter.
Heerlijk eten
Zondag doen
we onze laatste klus: de hele boot schrobben. Hier hebben we water uit de
kraan, zodat we al het aangekoekte vuil en vooral de mee-geregende oliedruppels
van de raffinaderij van Singapore te lijf kunnen gaan. Na drie uur hard werken
ziet de Pélagie buiten van boven een stuk beter uit. Het onderwaterschip zal
ook wel aandacht nodig hebben, dat doen we als we op een ankerplek liggen met
helderder water.
|
Bij het diner wordt gedanst |
We zijn net
terug van ons officiële afscheidsdiner hier in de Admirals Marina. Het eten was
heerlijk,vooral ook het uitgebreide toetjes buffet. Er werd zelfs voor ons
gedanst. Namens alle zeilers mocht ik iedereen bedanken.
Morgen
vertrekken we voor de 150 mijl naar de volgende Rally stop, de marina in
Pangkor. Omdat we hier 's nachts niet willen doorvaren, zullen we er drie of
vier dagen over doen.