We kunnen dus op stap naar Coimbra, waar de oudste universiteit van Portugal staat. We gaan er in een uurtje met de trein naar toe langs maïs- en rijstvelden, kleine, soms armoedige dorpjes en welvarende buitenwijken. We vinden de 13e eeuwse vroeg-Gotische kathedraal erg mooi, statig en voornaam. Het prachtige vergulde altaarstuk, gemaakt door Vlaamse kunstenaars, siert deze kathedraal al ruim vijf eeuwen onveranderd. De kloostergang straalt rust en bezinning uit.
Het universiteit plein, zie hieronder, ligt boven op de heuvel. De basis vormt een middeleeuws kasteel met aanvullingen in latere tijden. Het is nog steeds in gebruik. We bezoeken de oude bibliotheek van midden 16-de eeuw, vol met boeken uit die tijd. Het is boeiend om te zien dat eikenhout, dikke muren met een gelijkmatige temperatuur en zelfs vleermuizen om insecten te vangen allemaal worden ingezet om die boeken goed te conserveren. Foto’s maken mocht helaas niet.
De examen- en afstudeer zalen komen oorspronkelijk uit het oude paleis en zijn sfeervol ingericht. En hebben een balkon met prachtig uitzicht op het stadje.
Het is die dag erg warm, dus na de lunch eten we nog een ijsje onder de bomen en lezen de Volkskrant die we konden kopen. Het is aanmerkelijk koeler als we terug zijn in de havenplaats, de overdekte markt is er nog net open voor onze boodschappen.Bij het wegvaren volgende dag doet de motor het wel, maar de sterke stroom zet ons behoorlijk af tegen de halve steiger waar we tegenaan liggen. Het gaat maar net goed, wederom dankzij hulpvaardige buren, maar een krasje hebben we wel, denk ik.
We varen door naar Nazaré, ja weer op de motor, geen wind en wat er is, is tegen! De kaap voor ingang zien we al van ver liggen! In deze haven wordt engels gesproken, het beheerdersechtpaar komt uit de UK en is hier blijven hangen. Ze hebben uitstekende informatie ook over de bussen.
De volgende ochtend vinden we gemakkelijk de bus naar Obidos, een oud Middeleeuwse vestingstadje boven op een heuvel, een uurtje rijden. Leuk wat meer van het land te zien, dan alleen de kust en de havens. De streek ziet er hier redelijk welvarend uit, met appel boomgaarden en wijnbouw. De muren van Obidos zijn nog grotendeels intact, bekroond door een echt kasteel, wat nu een sjiek hotel is. Ook zijn er erg leuke straatjes en prachtige uitzichten. Genieten, ook van de lunch onder de platanen op het plein.
We nemen de bus naar Alcobaca en stappen onderweg uit in Caldas de la Reinha. Daar moeten we een uur wachten voor de juiste bus, maar dat komt goed uit, want hier bewonderen we de oude thermische baden en het oude ziekenhuis. De electriciteitsdraden hangen gewoon aan de buitenkant, wel zo gemakkelijk, zie foto.
Het oude Middeleeuwse klooster van Alcobaca is indrukwekkend en vooral heel groot, zie hieronder! Prachtige gotische bogen en kloostergangen; een enorme kathedraal, ook met de 17-de eeuwse aanvullingen in renaissancestijl een waardig geheel. Mooi gerestaureerd, volgens de bordjes met Europese subsidie. We komen moe en voldaan met de taxi terug in het busstation van Nazaré, waar onze fietsjes staan.
Vandaag wilden we Nazaré zelf bekijken, maar door de mist was het niet de moeite waard helemaal de heuvel op te gaan. Dus alleen boodschappen gedaan en gezellig met onze Noorse buren gekletst. Die gaan ook met de ARC mee, de georganiseerde oversteek van de Atlantische oceaan. Dat schept een band.
Ook hebben we ons iridium abonnement geactiveerd. Nu kunnen we ook midden op de oceaan bellen, als dat nodig mocht zijn.
Morgen willen we in één keer naar Lissabon varen, ruim 65 mijl. Het gaat pittig, of zelfs hard waaien, een dikke windkracht 6, maar met de wind in de rug denken we dat de Pélagie en haar bemanning dat wel aankunnen. Dan gaat het in ieder geval snel! Bij zonsopgang weg iets na 6 uur, dan komen we hopelijk voor donker aan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten