De tweede dag rijden we naar de andere kant van de Caldera, de berg op door een prachtig groen dennenbos. Het uitzicht, nu met de zon in de rug, is indrukwekkend. Ook hier vinden we een relatief horizontaal pad, waar het fietsje weer goed van pas komt.
De uitgang van de caldera kunnen we ook met de auto bereiken; we wanen ons in een Omaanse wadi, een droge rivier. Ook hier gaan we op stap, het fietsje blijft halverwege achter, te veel rots.
De laatste vulkaanuitbarsting was hier relatief recent, in 1947. Heel bizar, we zien de nieuwe zwarte lavarots, als in Lanzarote, als een stroom tussen de grijsgroene heuvels liggen. In het uiterste zuiden is het landschap pas 60 jaar geleden pas ontstaan en La Palma is er een paar vierkante kilometer groter geworden.
In de nieuw ontstane krater kunnen de Canarische dennen alweer groeien. Er zijn veel bananenplantages en wijngaarden geplant op die “nieuwe” vruchtbare vulkaan-as.
We komen voldaan weer thuis en kijken meteen nog even naar de windverwachting, de grib files; handig Internet aan boord! Eigenlijk hadden we nog een rustig dagje gepland maar de wind is de volgende dag gunstig. Om naar Gran Canaria te zeilen moeten we bijna tegen de overheersende NO wind in varen, ruim 150 mijl. Dit is voor ons een dag, nacht en dag zeilen. We besluiten de volgende dag, zondag 7 november, meteen te vertrekken om gebruik te maken van de relatief gunstige wind.
De eerste uren helpen stroom en wind ons om redelijk goed Noord te varen. Wel 50 dolfijnen springen en duikelen voor en onder de netten op ons voordek; een fantastische show!
Als altijd genieten we van de kleuren van de zonsondergang. Onder de sterrenhemel moeten we toch nog een slag maken, dat wil zeggen de zeilen aan de andere kant van de boot zetten, zodat met een hoek van ruim 100° verder kunnen. Dit omzetten van de zeilen, overstag gaan, doen wij altijd met zijn tweeën, niet zo fijn voor de nachtrust! Nu is de stroom tegen en ook laat de wind het afweten, dus de motor gaat bij. Zo ronden we in de ochtend de punt van Tenerife. De zon schittert op de ongenaakbare rotsen. Nu kunnen we meer afvallen, dwz minder tegen de wind in zeilen. Wel trekt de wind aan, met een rif in het zeil schiet het ook goed op.
Het einde dan de middag lopen we Gran Canaria aan. Het wordt al donker, dus nog even snel tanken en melden bij het havenkantoor. Het tanken gaat helemaal mis, 30 liter diesel loopt zo uit de vulslang onze motorruimte in! Gelukkig hebben we een alarm dat ons waarschuwt voor vloeistof in de motorruimte. Dan maar eerst maar naar onze plek. We krijgen een ligplaats in de aparte haven voor catamarans. Het kost heel wat moeite voor we vastliggen, met twee lijnen van de achterkant van de Pélagie naar de wal en twee lijnen vóór naar 2 boeien.
Nu hebben we drie problemen: we moeten onze motorruimte vrij krijgen van diesel, de leiding moet worden gerepareerd en we moeten opnieuw gaan tanken, dus weer zo ingewikkeld losmaken en vastmaken. Ook kunnen we niet zomaar naar het kade, we hebben ons bijbootje nodig en moeten daarna een trapje omhoog klimmen. Nog niet zo handig met al die voorraden die we straks aan boord moeten brengen.
Nou ja, we zien wel weer, eerst eten en slapen; na de onrustige nacht zijn we daar wel aan toe! Morgen is er weer een dag!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten