Langs de hoogste vuurtoren aan de Bretonse kust |
De pittoreske straatjes van Roscoff |
De
volgende ochtend pompt Nils de banden van de fietsjes op en verkennen
we het schattige, goed bewaarde 17e eeuwse stadje. Roscoff was in die
tijd een van de belangrijkste havens in Bretagne met een prima
verbinding met Engeland en Schotland. Maria Stuart landde hier als
toekomstige Franse koningin toen ze 5 jaar oud was. Prachtige huizen,
sommigen met een uitgang direct aan het water, kerken, kapelletjes en
havenmuren met kanonnen zijn er nog steeds te zien.
De katredraal met de open toren en schepen op de gevel |
Eindelijk
schijnt de zon, de koffie op het terras met een Bretons gebakje is
heerlijk net als later de lekkere lunch met zicht op de haven. We
fietsen verder langs de nu droog gevallen baai en terug door de
prachtige groene heuvels (hard werken!) naar de supermarkt. Een prima
dag. Het valt ons op dat we 3 keer uitgemaakt worden voor Engelsen.
Als we zeggen dat we Nederlanders zijn, wordt de toon direct een stuk
vriendelijker. Het lijkt of de mensen hier niet blij zijn met de
„Brexit“.
De imposante invaart van Ploumanac'h |
De
marina is niet goedkoop, 50 euro per nacht, dus varen we verder naar
Ploumanac'h. De invaart is erg imposant, langs grote, roze granieten
rotsen en een heus kasteeltje vaart de Pélagie over een drempel het
binnenmeertje in. Hier liggen lange lijnen met witte ronde plastic
ballen met ijzeren ogen. Het is de bedoeling dat je daar aan je schip
vastmaakt. De Pélagie is met afstand het allergrootste schip in dit
kleine, pittoreske haventje. We leggen haar met wel vijf lijnen vast
aan vijf verschillende bollen. Gelukkig waait het niet, anders zouden
we zomaar tegen onze buurman aan kunnen drijven, zo breed zijn we.
Spectaculaire rotsen |
We
maken prachtige wandelingen langs, over en soms onder de roze
granieten rotsen. Het dorpje zelf is charmant en heeft prima
restaurants, we eten heerlijk.
Met Peltje naar de kant, de wieltjes komen goed van pas |
Dinsdag
28 juni varen we twee uur na laag water weer naar buiten, nu genieten
we echt van de spectaculaire doorvaart; bij het naar binnenvaren was
het veel te spannend. Er is weinig wind, maar de stroom duwt ons naar
de monding van de Tréquier rivier, waar na een mooie tocht 7 km
landinwaarts het gelijknamige stadje ligt met een grote marina dwars
in de rivier. Zeilpakken, truien en handschoenen houden ons warm. Waarom zijn we eigenlijk weggegaan uit de tropen?
Overal bloemen |
De
havenmeester is nergens te zien, gelukkig zijn er hulpvaardige handen
die ons helpen bij het aanmeren, nadat Nils perfect achteruit de maar
net passende is in gevaren. Het blijken allemaal Nederlandse handen
te zijn, waaronder die van onze buren van L'Aberwrac'h. Na zo'n
hartelijke aankomst nodigen we iedereen uit voor een drankje op de
Pélagie. Helaas regent het, maar ook acht mensen kunnen binnen
zitten, heel gezellig.
Ondertussen
houden we het weer goed in de gaten. De Pélagie moet wel op zondag
10 juli om twee uur de haven van Scheveningen binnen varen. Nu is er
een paar dagen veel wind, maar daarna ziet het er prima uit om verder
door Het Kanaal te varen.