Vulkanen en het hoge meer in het centrum van Bali |
De eerste dag van de overtocht
van Labuan Bajo in Flores naar Bali hebben we stroom tegen; bijna een knoop! We
willen graag de 280 mijl doen in 2 nachten dus moeten we net iets boven de vijf
knopen per uur varen. Dat is lastig met weinig wind. Later in de middag zetten
we de halvewinder en gaan toch zes knopen door het water, prima. De wind neemt
toe; als Nils naar bed gaat gaan we verder op de gewone zeilen. Ik moet Nils
zelfs wakker maken om te reven! Natuurlijk valt de wind weer weg als we net
hebben gereefd! Later krijgen we gelukkig de stroom een beetje mee. Tussen de
eilanden Lombok en Bali waait het hard, ik wil Nils niet weer wakker maken en
rol dus de fok in, toch gaan we 8 knopen. Eenmaal in de luwte van Bali wordt de
wind, zoals verwacht, minder.
Overdekte markt in Ubud |
In de ochtend van 21 oktober gooien we het anker
uit voor het strand van Lovina bij het dorpje Kalibukbuk, waar al zo'n 20
zeilboten liggen. Het is leuk om iedereen weer te zien. We zijn in een andere
wereld: de lokale bootjes zijn netjes geverfd, het strand is schoon, de
winkeltjes prima verzorgd, alles ziet er goed onderhouden uit.
Met een sarong aan, klaar voor het bezoek aan de Boedha tempel |
Hier moeten onze Indonesische
visa worden vernieuwd. Sam, de Sail Indonesië begeleider is druk met het invullen
van alle formulieren. Helaas is de douane nog niet zover, het duurt nog even.
We willen graag meer van Bali zien dan alleen de kust en hebben een tochtje
geregeld voor twee dagen het binnenland in, samen met de bemanning van de Trim,
Ken en Laurie en Janet van Revel. De visa foto's kunnen ook daarna wel,
bevestigt Sam.
Als eerste bezoeken we een
boeddhistische tempel. Het is nog vroeg, pas 8:00 uur, het is er heerlijk
rustig, de fonteinen klateren, de bamboes ruisen en de gebed- en meditatie-ruimtes
zien er prachtig schoon uit met hier en daar offerandes.
In Bali worden veel
kleine offerandes overal neergezet om de goede geesten in de bergen en de
slechte demonen van de zee in evenwicht te houden. Als het kan zo'n drie keer
per dag, maar één keer per dag mag ook.
Offerendes worden gemaakt en verkocht op de markt |
We zien ze overal, hier dus in de
tempel maar ook in Kalibukbuk: gewoon op een straathoek of in een restaurant.
Zo'n offer bestaat uit een bamboe schaaltje, soms kunstig versierd, met bloemen
en wat rijst. Op Bali worden dan ook veel bloemen gekweekt en op de markt verhandeld.
De offerandes worden ook door de marktvrouwen gemaakt, je kunt ze kant en klaar
kopen.
Oferande's langs de kant van de weg en in een tempel |
We nemen een kijkje in de
"Banjar Hotspring" warme,
vulkanische baden in een prachtig park. Overal waar we langs komen zien we
tempels langs de weg. Ieder dorp heeft er minstens drie: één in het midden,
voor het hele dorp en twee aan de uiteinden van het dorp. Een van deze laatste
is speciaal bedoeld voor de voorouders. Daar is dan ook de begraafplaats. Ook
heeft ieder huis een kleine of een wat grotere tempel. Je ziet ze dus echt
overal!
Tempel bij het meer |
Het centrum van Bali heeft
meerdere grote, hoog-gelegen meren die de spil zijn van het gezamenlijke irrigatie systeem
waardoor Bali ook in de droge tijd zoals nu rijst kan blijven verbouwen. Bij
een van deze meren staat een groot tempelcomplex dat we bezoeken. Hier worden
de goden of geesten van het meer vereerd, zodat ze zorgen voor genoeg water.
Deze goden zijn afgebeeld als twee grote draken. Het tempelcomplex is groot en
indrukwekkend; er lopen heel wat mensen.
Terrassen met rijstvelden |
Op weg naar Ubud, het culturele
centrum van Bali, stoppen we bij een sieradenmakerij, een batik en
houtbewerking demonstratie; eigenlijk zijn het meer winkels, we rijden vrij
snel door. Het hotel in Ubud, is prima, maar duurder dan van tevoren gezegd.
Toch de volgende keer maar zelf iets boeken via de Lonely Planet. Ik wil per se
naar een dansvoorstelling, onze chauffeur brengt ons ernaar toe. De uitvoering
wordt gegeven bij de entree van een tempel in het centrum van Ubud, sfeervol.
Je moet zelf een plaatsje zoeken, dus wil ik er op tijd zijn, het avondeten
moet maar wachten.
Dansvoorstelling bij een van de tempels in Ubud |
De voorstelling is fantastisch,
de gamelan muziek indrukwekkend, vooral de kostuums en de dansen zijn
grandioos. Wat een kleuren, schitteringen en imposante hoofdtooien, wat een
beheersing van het lichaam van de danseressen, van de stand van de voeten tot
en met alle 10 de vingers, ook nek en hoofd doen mee. De balletjes in de
hoofdtooien gaan prachtig op en neer op de maat van de muziek. Het is een
grappig verhaal wat redelijk is te volgen en de "monsters" die de
schone prinses willen schaken, zorgen voor een leuke afwisseling.
Tempel in Ubud |
We blijven nog een ochtend in
Ubud, lopen langs de markt, het paleis en natuurlijk nog een tempel. Het museum
is prachtig gelegen in een schitterende tuin, maar de uitstalling is weinig gevarieerd.
De rijstvelden blijken heel dichtbij, we maken een ommetje en Nils herkent
vergezichten zoals uit zijn jeugd; leuk!
We rijden via een andere route
terug, weer langs rijstvelden, de centrale vulkaan en komen zowaar de
voorbereidingen voor een hanengevecht tegen.
Natuurlijk willen we even kijken;
nou ja Nils niet echt, hij kent het nog uit zijn jeugd. Eerst worden de hanen door
iedereen bekeken, er staan wel meer dan 20 manden. De hanen die gaan vechten
krijgen een lang mes van wel 5 cm om een van hun poten gebonden. Dan begint het
wedden, het lijkt wel of alle 100 mannen die eromheen staan, een gokje wagen.
De eigenaren hurken in het midden en maken hun hanen goed kwaad door aan hun
kammen en veren te trekken, terwijl hun koppen vlak bij elkaar zijn. Dan worden
ze losgelaten en beginnen te vechten. Het grote mes aan hun poten zorgt dat er
snel verwondingen komen. De verliezende haan kan niet weg en wordt dus gedood.
Het gevecht is in 2 minuten afgelopen. Wij rijden verder, de mannen maken zich
op voor het volgende gevecht.
De hanen staan klaar om te vechten! |
De moeder, vader en broer van Ketut, onze chauffeur, op hun erf |
Ketut, onze chauffeur, gaat van
de grote weg af en rijdt naar het boerderijtje dat zijn ouderlijk huis is. Daar
wonen zijn ouders, zijn getrouwde broer met zijn kinderen. In totaal hebben ze
twee kleine rijstveldjes, wat fruitbomen, een varken in een stal en een
houtschuurtje. De familie kan net voldoende eten van de rijst die ze verbouwen.
Ze werken ook bij anderen als dagloner. Er is wel elektriciteit en er staat een
tv-antenne.
Ons reisgezelschap op het erf van de ouders van Ketut |
Het is maar goed dat Ketut een baan heeft, het boerderijtje is
duidelijk te klein om met twee broers te delen. Voor ons wordt meteen koffie
gezet en Ketut klimt de palmboom in, alleen met blote voeten en zijn handen,
zonder touw of veiligheidsgordel! Vijf jonge kokosnoten worden naar beneden
gehaald zodat we verse kokosmelk drinken en de jonge kokos eten. Gelukkig heb
ik nog wat versnaperingen in de rugzak die ik aan deze vriendelijke en
gastvrije mensen kan aanbieden!
De moeder van Ketut draagt het hout over de rijstvelden |
We komen net voor donker weer op
het strand aan; we hoeven even niets meer zo vol zijn van alle indrukken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten